SMYTEGELT

De Kerk van God wordt vergeleken met een huis. Een huisvader moet ieder kind geven wat het nodig heeft. Zo dienen predikanten het Woord van God op de juiste wijze te prediken opdat iedere hoorder de juiste boodschap krijgt. Zo moet een goddeloze koning anders aangesproken worden dan een Godvrezende koning. Veel hoorders slapen nog. Daarom moet de predikant het uitspreken: ‘Ontwaakt, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.’ Over alle mensen is een kwade slaap gekomen en daardoor zijn zij van nature geestelijk dood. De hel werkt in ieder mens. Een leraar kan geen dode zondaar levend maken, maar de Heere kan dit wel. Predikanten moeten preken tot dode beenderen, net als Ezechiël. Het Woord van God is een hamer die een steenrots aan stukken slaat. De Heere klopt aan de deur van het hart door de prediking. De zonden en de eigengerechtigheid worden aangewezen. Het klinkt: sta op, luiaard, u hebt al zoveel jaren geslapen. Maar de zondaar zegt: ‘Laat mij slapen’. Hij wil niet luisteren naar de prediking. De verdorvenheid in het hart keert zich tegen de prediking. Maar de Heilige Geest blijft kloppen. De Heilige Geest zegt dat de zondaar slaapt in de armen van de duivel. Door de aanhoudende prediking komt het tot de uitroep: ‘Wat zullen wij doen om zalig te worden?’ De ziel komt tot bezinning, ziet hoe de toestand is. Dit is te vergelijken met iemand die wakker wordt uit zijn slaap. De wil wordt vernieuwd. De begeerten veranderen van richting. De zonden worden verlaten. Er komt licht in plaats van duisternis. De enige waarachtige God wordt beleden. Smaadheid wordt ondervonden om de Naam van Christus. Een mens die niet is opgewekt uit de geestelijke dood, is alleen maar duisternis. Onze tekst zegt: ‘En Christus zal over u lichten.’ “De Heere is de Geest en door de Geest zien wij de wereld en haar ijdelheid, en God in Zijn Majesteit en onszelf in onze zondigheid.” Gods kinderen hebben licht van Christus ontvangen. Christus leeft in hen. Smijtegelt wijst ook op het woordje “daarom” uit de tekst. We lezen in de Bijbel meer dan eens: ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie.’ De Heere wordt gevonden door een volk dat Hem niet zocht. Niemand vraagt uit eigen beweging naar de Heere. Er zijn al zoveel mensen ontwaakt, daarom is het tijd dat u ook ontwaakt en opstaat.

Toepassing: Hoelang heeft God al gezegd ‘word wakker’? Van nature luistert de mens niet echt. Als de zondaar niet wakker wordt gemaakt, zal hij in zijn zonden sterven. Smijtegelt zegt dat de meeste hoorders dood zijn. De geestelijke dood maakt dat de zondaar niets ziet. Bent u nog dood, of bent u al uit de slaap opgewekt? Werd uw eigengerechtigheid u al ontnomen? Bent u nog dood in zonden en misdaden? Hoe kun je weten dat je dood bent? Een dood mens heeft geen enkele schoonheid. Een dode zondaar is lelijk door huichelachtigheid, roddel, boosheid en nijd. Een dode zondaar gebruikt zijn vijf zintuigen niet. Hij hoort niet, hij ziet niet, hij ruikt niet, hij proeft niets en hij voelt niets. Hij voelt de zwaarte van de zonde niet. De dode zondaar voelt zich in de zonde in zijn element. “Als hij in de zonde leeft, is hij in zijn element en heeft daarom geen gevoel, of u hem met de hel dreigt of met de barmhartigheid van God smeekt.” Een dood mens is aas voor de wormen en een levende satan. Een dode zondaar heeft geen natuurlijk verstand. Zijn verstand is alleen maar dwaasheid omdat het zich niet aan God onderwerpt. Alles wat hij heeft, heeft hij meer lief dan God. Als het geweten spreekt, legt de dode zondaar het geweten het zwijgen op en zo wordt hij ongevoelig. Alle ledematen van het lichaam zijn wapenen der ongerechtigheid. “Zijn tong, zijn handen, zijn voeten, zijn allemaal werktuigen der ongerechtigheid. Er komt wat ervan komen wil. Hij wil zijn begeerten en genegenheden opvolgen. Hij, geen God hebbende, maakt zichzelf tot een God. Zijn eigen wil is wet. Zijn gemak en zijn weelde stelt hij tot zijn God. Dit alles is een beschrijving van de dode zondaar. En dat is niet een moordenaar, of een schelm, maar ieder burger of natuurlijk mens.” Bent u nog een dode zondaar? ‘Ontwaakt, gij die slaapt, en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten.’ Hoewel het onmogelijk is dat een dode hoort, beval God aan Ezechiël tot doodsbeenderen te profeteren. De Heere beveelt ook nu tot geestelijk doden te spreken. Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. Kinderen van God hebben veel stof tot klagen over hun verdorvenheid. De Heere zegt in Jesaja 66 dat hij zal zien op de verslagene van geest, en die voor Zijn Woord beeft. De zonde sterft langzaam, zij is gekruist en sterft een langzame dood. De zonde biedt tegenstand. In dit leven is de rechtvaardigmaking volmaakt, maar de heiligmaking niet. Een schaap vindt modder niet fijn, maar een zwijn wel. De zonde is te vergelijken met stof in de ogen, daar heb je last van. “Een kind van God zucht onder de zonde.” Dat is een teken van leven. Een kind van God lijkt vaak dood te zijn vanwege zijn zonden, maar de genade van God blijft werken in zijn ziel. “Ik roep u allen, te weten, de gelovigen op in eigen gemoed of u niet met de bruid zult zeggen: ‘Ik sliep, maar mijn hart waakte’. Troost elkander met deze woorden. U slaapt nu niet in een leeuwenhol. U bent niet ver van het leven. Zeg dan tot God: ‘Zet mij als een zegel op Uw hart en als een zegelring aan Uw arm’, opdat u daardoor verheerlijkt mag worden tot in eeuwigheid. Amen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen