Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Borg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Borg

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 43:9 Ik zal borg voor hem zijn; van mijn hand zult gij hem eisen.

Het gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog in één van de concentratiekampen. Iemand was ontsnapt en uit pure moordzucht zetten de bewakers alle gevangenen op een rij en elke tiende man zou worden doodgeschoten. In die rij stond ook een jongen van een jaar of vijftien te snikken. Hij berekende dat ook hij nummer tien was. Hij zou dus sterven. Maar naast hem stond een oude man. En toen de Nazi’s even niet keken, verwisselde hij vlug van plaats met die jongen. En hij zei: ‘ Mijn leven ligt achter mij, maar jij hebt het nog voor je’. En toen de moordenaars eraan kwamen, werd de oude man doodgeschoten. Hij was voor die jongen borg geworden. Hij ging in zijn plaats staan. En dat zien we ook in de Jozefsgeschiedenis.

In gedachten gaan we nog eens naar de tent waar vader Jakob zit. Jakob was een kind van God, geoefend in het geestelijke leven. Hij had Bethel en Pniël meegemaakt. Hij had God gezien van aangezicht tot aangezicht. Hij had een nieuwe naam van God gekregen ‘Israël’: strijder Gods. Maar zie hem nu eens zitten. Hij zegt dat hij met grauwe haren in het graf zal gaan. Teken van hopeloosheid en uitzichtloosheid. Nu al tweeëntwintigjaar worstelt hij met Gods weg. Hij kan niet meer bekijken hoe God Zijn beloften ooit zal vervullen. Want de zonen die hij in gedachten had om stamvader van de Messias te zijn, vallen weg. De godvrezende Jozef: dood. Benjamin: straks ook weg. En zo zit vader Jakob daar met doffe ogen en grauwe haren.

Maar dan gebeurt er iets. Iets dat door Gods Geest wordt bestuurd. Een Goddelijk wonder in de heilsgeschiedenis. Nu de nood hoog is. Nu de korenzakken leeg zijn, nu de hongerdood hen allen aangrijnst. Nu gaat Juda woorden spreken met een diepe inhoud.

Juda zegt: laten we naar Egypte gaan. Anders zullen we straks allemaal sterven. En geef Benjamin mee op mijn verantwoording. En als die onderkoning hem in de gevangenis wil zetten, dan zal ik in zijn plaats gaan. En als die onderkoning Benjamin wil doden, dan zal ik dat zwaard opvangen. Ik zal zijn plaats innemen. Ik zal borg voor hem zijn.

Deze woorden staan niet zomaar in de Bijbel. Ze staan er ook niet in om ons alleen maar op Juda te wijzen. Maar dit Woord wijst heen naar Hem die uit Juda geboren zou worden. Met deze woorden komen we bij het hart van het Evangelie! Juda is hier een beeld, een voorafschaduwing, een type van de Heere Jezus Christus. Misschien vindt je dat verwarrend. We zijn immers de levensgeschiedenis van Jozef aan het overdenken. En we hebben tot nu toe steeds Jozef als type van Christus gezien. En dan nu Juda?

Maar laten we bedenken dat er verschillende

Oudtestamentische mensen zijn die in hun leven en woorden een voorafschaduwing van Christus zijn. Denk aan Salomo. Of aan Jona. Maar ook Simson was een type van Christus. Nee, niet altijd, want Simson heeft zwaar gezondigd, evenals David. Toen waren ze geen type van Christus. Maar in andere omstandigheden waren zij dat wel. Net zoals Juda hier met zijn woorden en daden iets liet zien van wat de Heere Jezus later volmaakt zou gaan doen.

Wat Juda alleen in deze omstandigheden kon zeggen, dat zegt Christus veel rijker en dieper. Ik zal Borg zijn. Ver boven Juda uit heeft Christus Zich als Borg opgeworpen voor mensen die ten dode opgeschreven zijn.

En als je daar nu iets van leert kennen. Dat je gezondigd hebt tegen God. En dat je de straf van God hebt verdiend. Wordt het dan geen wonder dat er een Borg is? Een Borg die in jouw plaats wil staan!

Dat is het wonder van het Evangelie. Christus heeft Zichzelf als Borg opgeworpen. Voor wie? Voor nette mensen? Voor rechtvaardige mensen? Nee. Paulus zegt: Want Christus is te Zijner tijd, toen wij nog krachteloos waren, voorde goddelozen gestorven.

Zie je de Borg staan in de hof van Gethsémané? Hoor wat Hij zegt, terwijl de druppels van het bloedig zweet nog aan Zijn gezicht kleven: indien gij dan Mij zoekt …laat dezen heengaan. ‘Dezen’. Dat is de ongelovige Thomas. En de verloochenende Petrus. Dat zijn de mensen die zich ergeren aan Zijn lijden en Hem in de steek lieten. En dat is ook vandaag het wonder. Hij is bereid om de grootste zondaren te ontvangen. Hij is bereid om ook jouw plaats in te nemen in het oordeel van God. Zeg maar tegen de Heere: ‘Bij U schuil ik. Ik neem de toevlucht onder de schaduw van Uw vleugels’.

www.bewaarhetpand.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 augustus 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Borg

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 augustus 2017

Bewaar het pand | 12 Pagina's