BOEKBESPREKINGEN

Ralph Erskine, De zwangere belofte, gebonden, 281 blz., € 24,95, Uitgeverij Brevier, Kampen, ISBN 9789491583766.

Dit inhoudsvolle boek bevat een prekenserie over Galaten 4:28. Ralph Erskine preekte zevenmaal over Galaten 4:28 ter gelegenheid van de bediening van het sacrament van het Heilig Avondmaal. Erskine voegde deze preken samen tot één verhandeling. Die verhandeling is nu opnieuw vertaald door dr. A. Maljaars. Eerder verschenen in het Nederlands onder de titel: ‘De zwangere belofte en haar vrucht of de kinderen der belofte voortgebracht en beschreven.’ Op de omslag van de nieuwe uitgave is een granaatappel afgebeeld. Dit is symbool van vruchtbaarheid. De inhoud van het boek is als volgt. Erskine behandelt eerst kort het tekstverband, Galaten 4. Daarna ontwikkelt hij de leer: ‘alle kinderen van God, ofwel alle ware gelovigen, zijn net als Izak kinderen van de belofte.’ Vervolgens worden allerlei aspecten van de belofte behandeld. Dit loopt uit op een viervoudige toepassing van het behandelde. Heel pastoraal gaat Erskine hierbij in op allerlei vragen en tegenwerpingen die in het hart van de hoorders konden leven. De eerste toepassing is onderwijs. De tweede toepassing is zelfbeproeving. De derde toepassing gaat over geloofsproblemen en gewetensgevallen. De vierde toepassing bevat een aantal opwekkingen aan ongelovigen, aan gelovigen en aan alle hoorders in het algemeen. In het boek komt vooral naar voren hoe gemeenteleden met beloften van God moeten en mogen omgaan. Erskine waarschuwt in zijn preken ernstig tegen zelfbedrog. In het Woord vooraf van ds. Pieters geeft hij een voor de beide broers Erskine typerend stukje weer: “Wanneer de Geest van het geloof wordt uitgezonden, laat hij de mens komen in het bewustzijn van een verloren zondaar, tot een Zaligmaker; als iemand die volledig bankroet is tot een schuldovernemende Borg; en als een vuil en onrein vat, van alle goeds verstoken, tot een oneindige Oceaan van alle volheid, in Wie alle genade te krijgen is.” Iets uit dit opnieuw verschenen en opnieuw vertaalde boek willen wij doorgeven. Op de blz. 28 en 29 worden veel beloften genoemd. “De gelovigen zijn kinderen van de volgende beloften: Dan zal Ik u een nieuw hart geven en zal een nieuwe geest geven in het binnenste van u. Ik zal het stenen hart uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven (Ez. 36:26). Verder: Al uw kinderen zullen door de HEERE geleerd zijn (Jes. 54:13). En ook: Ik zal rein water op u sprengen en u zult rein worden (Ez. 36:25). Zij zijn kinderen van de volgende beloften: Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonden niet meer denken (Jer. 31:34). Hij zal onze ongerechtigheden dempen (Micha 7:19). De HEERE zal Zijn volk niet begeven, Hij zal Zijn erfdeel niet verlaten (Psalm 94:14). Maar de zonde zal over u niet heersen (Rom. 6:14); Vrees niet, want Ik ben met u, wees niet ontzet, want Ik ben uw God (Jes. 41:10). Wanneer u zult gaan door het water Ik zal bij u zijn, en door rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden (Jes. 43:2). Er is een belofte van vrede met God, waarvan de gelovigen kinderen zijn: Hij zal vrede zijn (Micha 5:4). Een belofte van vergeving: Ik, Ik ben het die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en aan uw zonden denk Ik niet (Jes. 43:25).” We lezen op blz. 30: “Het is werkelijk onmogelijk om al de beloften te noemen waarvan de gelovigen kinderen zijn. Overigens is het niet zo dat al de beloften op alle gelovigen, op dezelfde wijze, duidelijk toegepast worden. Maar wanneer zij kinderen zijn van één belofte van het nieuwe verbond, dan zijn zij ook kinderen van alle andere, net zoals de vervloekingen van de Wet als een ijzeren keten aaneengeschakeld zijn. Ligt iemand onder één vervloeking, dan ligt hij onder al de vervloekingen van de Bijbel. Op dezelfde wijze zijn ook al de beloften van het Evangelie als een gouden keten aaneengeschakeld; wanneer iemand dus één belofte ontvangt, dan ontvangt hij ze allemaal. En hoewel het misschien maar één schakel van de keten is waaraan hij zijn hart gebonden weet, of maar één belofte die aan hem toegepast wordt, bewijst niettemin de toepassing daarvan zijn aandeel aan al de andere.” Op blz. 63 geeft Erskine weer hoe God op de gebruikelijke manier kinderen voortbrengt. “De Heere brengt de bedreiging van de Wet tot hen, en past die op hun geweten toe, in het bewerken van overtuiging van zonde. Het geweten is van nature als met een brandijzer toegeschroeid. Zoals bij hen die een stukje van hun huid met een brandijzer hebben laten dichtschroeien: als men die plek aanraakt, hebben ze daar geen gevoel in, want die verharde huid moet eerst doorgesneden worden, willen ze daar gevoel in krijgen. Zo zet God ook het mes van de overtuiging van zonde in het leven, tot op het bot. Hij laat een mens zien dat hij een kind van de duivel en een voorwerp van Gods toorn is. Hij maakt hem bang voor de hel en Hij toont hem het conflict dat er is tussen God en hem, alsmede dat dat noodzakelijk uit de weg geruimd moet worden. Daardoor ontstaat dan in het hart de bekommering om behouden te worden, en roept men met de cipier in Hand. 16:30 uit: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’ Allen die daadwerkelijk kinderen van de belofte zijn, hebben zichzelf in het stadium van Sinaï’s bedreigingen bevonden; want de Wet is een tuchtmeester om een zondaar wakker te schudden en hem de noodzakelijkheid van Christus te laten zien.” De Heere maakt de zonde ook bitter. De ontdekte zondaar moet niet alleen uitroepen; Onrein, onrein, maar ook verloren, verloren. God maakt verslagen in het hart. De zonde kan niet ontkend of vergoelijkt worden. De verootmoediging houdt in dat de zondaar Gods recht en rechtvaardigheid voor billijk houdt. Het zou rechtvaardig zijn als God hem naar de hel zou sturen. In de hel zou de zondaar moeten zeggen dat God geen onrecht heeft gedaan. God laat de mens de voortreffelijkheid van de belofte en van Christus zien en van Zijn gerechtigheid zien. Erskine behandelt ook allerlei zaken die er om kunnen gaan in het hart. “Bent u een arm en blind mensenkind, dat niet weet welke weg u moet inslaan? Hier is voor u aas om in te bijten. ‘En Ik zal de blinden leiden langs een weg die zij niet geweten hebben; Ik zal hen doen gaan op paden die zij niet geweten hebben’ (Jes. 42:16). Nog vele zaken zouden aan te halen zijn uit dit bekende boek. (Als de Bijbelteksten wat afwijken van de Statenvertaling komt dat omdat gekeken is naar de Engelse vertaling.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen