Parlementaire studien en schetsen - pagina 2
Derde deel. IV.
ALLERLEI.
1. In liet Dagblad van 's Gravenhage van 22 October leest men: n De schromelijke verwarring die de heer Groen, partij kiezende voor de motie Keuchenius, op het politiek terrein in ons vaderland heeft aangerigt.» Scheeve voorstelling. Yoor de motie koos ik geen partij, maar voor het beginsel dat in de motie gelegd en aangerand is.
2. De heer de Bosch Kemper schrijft: „ W i j hebben eerbied voor de persoonlijke geloofsovertuiging van den
heer Groen en kunnen
het ons duidelijk voorstellen, dat het
godsdienstig Christelijk onderwijs hem zeer naauw ter harte g a a t ; maar in den partijstrijd voor zijne godsdienstige hij medegesleept stellingen te verdedigen, zijn met zijn
meening is ook
die in lijnregten strijd
vroeger beledene staatsregtelijke overtuigingen. Van
den man, die meer dan eens de regering der parlementaire meerderheid bestreden heeft, had men inderdaad niet kunnen verwachten, dat hij de motie van den heer Keuchenius grondwettig zou hebben genoemd."
De vrijmoedige berisping van regeringsdaden heeft niets gemeen met de oppermagt der Tweede Kamer, gelijk ze,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1866
Brochures (SGP) | 17 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1866
Brochures (SGP) | 17 Pagina's