Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verhouding der ethiek tot de dogmatiek en de practijk der godzaligheid - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verhouding der ethiek tot de dogmatiek en de practijk der godzaligheid - pagina 21

Ter opening van de lessen aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

——

22 Juist daarom is het uoodig, het uitgangspunt anders te stellen. De mensclt is naar Gods beeld gemaald. Ziedaar het beginsel van de Ethiek. Dat beginsel is volstrekt, het duldt geene onvolkomenheid. Het

beeld Gods wordt niet bij benadering bereikt, ?iiet bij

trappen hersteld. Zeer tersnede zegt daarom Waddington: (23) „En morale, pas plus qu'en mathématique, il n'est pas permis de se contenter de

l'àpeuprès.

L'idéal est

quelque

chose

d'absolu et de rigoureux. Ceux qui ont faim et soif de la justice ne comprenneut pas, qu'on s'y conforme à moitié; de tels compromis obscurcissent la conscience et ruinent la moralité." Daarmede

is

uitgesproken,

dat

de

deugd

een en on-

gedeeld is. Zij is geen bedrag, door optelling te verkrijgen. Evenals in de wilsbetrachting komt alles op het beginsel aan. J. A. Lampe heeft dit o. a. in zijue Theologia Activa zeer schoon uiteengezet, waar hij zegt: „Porro virtus natura sua simplex atque una est comprehendens unum necessarium. Luk. X : 42 quandam

atque hac ex parte ipsius simplicitatis Dei umbram in

regenito

ta virtutes partieulares,

exhibet.

Distingui

potest

in

limi-

praeunte scriptura. Phil. 4 : 8 et ip-

sius Dei exemplo. 1 Petr. 2 : 4. Hoe tarnen unitati virtutis non officit, tum quia omnes tam arcte inter se cohaerent ut nequeat unam sincere veile, qui non omnes vult: tum quia propositum illud in proxima potentia nobis observatur sub idea virtutis cujusdam universalis, quae et oniuia objecta virtutis et omnes actus virtuosos vaste suo regno ainplectitur." Het is de gewoonte geworden, eene afkeuring uit te spreken over het bekende gezegde van Augustinus, dat „de deugden der heidenen slechts blinkende zonden" waren (24), ofschoon zijue beschouwing op de beste gronden steunt

„Prins est

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1884

Brochures (SGP) | 73 Pagina's

De verhouding der ethiek tot de dogmatiek en de practijk der godzaligheid - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1884

Brochures (SGP) | 73 Pagina's