In één genootschap doch kerkelijk gescheiden - pagina 2
Modus vivendi aan de classicale vergaderingen en conferentiën ter overweging aangeboden
t
Een toorts in de e'éne hand „om het Hemelsch Jerusalem in brand te steken", en in de andere een vat met water „om de vlammen van de Hel te blusschen." Zóó verscheen de Engel aan Beda, bijgenaamd de Eerwaardige, in het bekende droomgezicht, dat hij ons in een zijner werken beschreef. De houding van de Synode der Ned. Herv. K e r k , in zake het „kerkelijk conflict", heeft ons dit gezicht voor den geest geroepen. Met de ééne hand is zij bezig al de brandstof aan te steken, die sedert jaren in onze kerk is opgetast, met de andere draagt zij bluschmiddelen aan; althans één bluschmiddel, t. w. de „Modus vivendi". Evenals Beda, gevoelen wij ons van zelf gedrongen eene verklaring van deze zonderlinge houding te vragen. De engel wilde „de menschen noodzaken, God te dienen zonder vrees voor straf en zonder hoop op belooning." Maar wat wil de Synode? Blusschen ? Dan had zij het anders moeten aanleggen. Verwoesten ? Waartoe dan de poging, om langs den weg eener minnelijke schikking tot eene oplossing der bestaande moeielijkheden te komen? De verklaring ligt, dunkt mij, voor de hand. Zij heeft niet veel verwachting van den Modus vivendi gehad, en hare maatregelen willen nemen voor het waarschijnlijke geval, dat deze poging tot bemiddeling mislukte.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 juni 1886
Brochures (SGP) | 33 Pagina's