Het bordeelverbod van de baan - pagina 9
Gemeentelijk prostitutiebeleid na de afschaffing van artikel 250 bis Wetboek van Strafrecht
later gevolgd door Harlingen en Delft. In 1888 voegde ook Nijmegen zich hierbij, en in 1889 nam Kampen als eerste gemeente in Nederland zelfs een expliciet bordeelverbod op in de algemene politieverordening, een jaar later gevolgd door Venlo, in 1890 door Utrecht, in 1892 door Harderwijk, Schiedam en Hoorn, en in 1893 door Nijmegen, Alkmaar, D e n Helder en Amersfoort. Later zouden ook vele andere gemeenten een bordeelverbod invoeren. In 1911 was het aantal gemeenten met een bordeelverbod gestegen tot 37, maar ook toen waren er nog steeds gemeenten met een reglement of een politievoorschrift. Daarnaast was er nog een aantal gemeenten die wel prostitutie maar geen of slechts een gedeeltelijke regeling hadden. Veruit de meeste gemeenten hadden geen prostitutie en dus ook geen regeling. Groningen daarentegen voerde in 1889 een aangescherpt reglement in, dat vervolgens wegens overschrijding van de gemeentelijke bevoegdheid door de (antirevolutionaire) minister werd vernietigd. D e Groningers schaften daarop de medische keuring af, maar handhaafden de registratie van bordelen en van prostituees. Hetzelfde overkwam G o u d a in 1893. O m d a t veel Nederlandse prostituees uit het buitenland afkomstig waren (en omgekeerd) was de bestrijding van prostitutie niet louter een nationaal probleem. Internationaal werd in de vorm van conferenties wel vooruitgang geboekt, maar liepen de onderhandelingen uiteindelijk vast op de aanpak in de koloniƫn. O o k op nationaal niveau schoot het niet op. Ondanks een massale volksbeweging werden ook onder het christelijke kabinet-Kuyper ( 1 9 0 1 - 1 9 0 5 ) geen wezenlijke stappen gezet op het terrein van de prostitutiewetgeving. Het weinige dat minister Loefif had voorbereid werd vervolgens door het opvolgende liberale kabinet-De Meester van tafel geveegd. N a de val van dat kabinet trad opnieuw een christelijk kabinet (Heemskerk) aan. D e nieuwe minister van Justitie Nelissen ging voortvarend te werk. Niet alleen bordelen en vrouwenhandel, maar ook pornografie, voorbehoedmiddelen en abortus provocatus werden aangepakt. N a d a t Nelissen in 1910 o m gezondheidsredenen moest aftreden, bracht zijn opvolger Regout de voorstellen inclusief het bordeelverbod en aangevuld met een verbod op homoseksuele handelingen met minderjarigen, in het Staatsblad.
Het
wetsvoorstel werd aangenomen met 60 tegen 33 stemmen, over het bordeelverbod vond noch in de Tweede noch in de Eerste Kamer hoofdelijke stemming plaats. Dit verbod werd in artikel 250 bis van het Wetboek van Strafrecht als volgt geformuleerd:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999
Brochures (SGP) | 46 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1999
Brochures (SGP) | 46 Pagina's