Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Swedenborgianen - pagina 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Swedenborgianen - pagina 5

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

de stoffelijke natuur bekleedt, en daaraan stoffelijken vorm geeft om met de stoffelijke wereld in contact te komen. De stoffelijke vorm is van buiten ; de geestelijke van binnen. Naar zijn geest woont de mensch reeds van zijne geboorte af in een wereld van geestelijke substantie, vol met geestelijke dingen en personen, maar hij is daarvan onbewust, en kan die met zijne stoffelijke zintuigen niet waarnemen, omdat ze daarvoor niet gemaakt zijn; evenmin als het oog gemaakt is om te hooren of het oor gemaakt is om te zien. Omgekeerd is een mensch die droomt, onbewust van de stoffelijke wereld, die om hem heen ligt, terwijl voor hem daarentegen geestelijke tooneelen, die hij waarneemt, volkomen reëel en substantieel zijn. Hij behoeft slechts te droomen of te ontwaken om zonder locale verplaatsing van de eene wereld in de andere over te gaan. Bij den dood verliest de mensch voor altijd zijn bewustzijn van de stoffelijke wereld, omdat hij dan zijn stoffelijk omhulsel verlaat, waardoor het afsterft, om nooit meer met hem vereenigd te worden; in tegenstelling met de veel voorkomende leer van eene O p s t a n d i n g des vleesches. Na den dood ontwaakt hij als een inwoner der geestelijke wereld, waar hij zijn volledig bewustzijn terug krijgt om er voor altijd te blijven leven en werkzaam te zijn. „Hij is dan", zegt SWEDENBORG, „in alle opzichten in den menschelijken vorm, evenals in de natuurlijke wereld. Hij voelt, denkt, hoort, ziet en spreekt, evenals vroeger; hij werkt, slaapt, eet en drinkt, heeft er zijne woning en zijne kleeren". Hieruit blijkt dat de dood niet is eene vernietiging van het leven, maar eene voortzetting daarvan, en dat de dood alleen het stoffelijk lichaam aantast. De mensch heeft dus voor de aanschouwing van de geestelijke wereld na zijn dood, geen nieuwe vermogens noodig; maar evenmin zijn die noodig voor een mensch om reeds hier op aarde de geestelijke wereld waar

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Brochures (TUA) | 55 Pagina's

De Swedenborgianen - pagina 5

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Brochures (TUA) | 55 Pagina's