De triumf van Christus' leven in de zijnen, na hun sterven - pagina 18

koningen, doch gij zijt van Christus, want gij zijt priesters, en Christus is Gods want uw priesterschap is aan het Zijne ontleend en uw koningschap uit Hem gevonden. En dit priesterschap en dit koningschap is niet hun triumf maar het is, gelijk wij in den aanvang dadelijk zeiden Christus triumf. Daarom staat er ook dat zij priesters zijn, niet alleen van God, maar ook van Christus d.w.z. ook Christus wordt door hen gediend. Hij, wiens priesterschap dienst van verzoening was wordt nu zelf gediend door het priesterschap der dankbaarheid. En het einddoel van alles is God, priesters van God en Christus. En datzelfde geldt ook van hun koningschap. Als koningen zullen zij met Christus heerschen. Met Christus, lezen wij. Hun geven wordt weer nemen. Hun staan onder Christus vindt zijn keerzijde in het zitten naast Christus. En let er op geliefden dat dit heerschen volle werkelijkheid is, niet alleen na den oordeelsdag maar ook daarvoor. Al de dooden die in Christus sterven, heerschen reeds in den hemel. Het moge dan waar zijn dat de heerschappij na de tweede opstanding nog rijker zal ,wezen, omdat dan de nieuwe aarde en de nieuwe hemel zich voor hen openen zullen, omdat hun lichaam dan deelt in de glorie van den geest en omdat hun getal dan eindelijk vol is; maar dit alles doet niets af van het feit dat zij naar de mate van hun geschapen leven en naar de bedoeling van den tijd tusschen hun sterven en Christus wederkomst ten volle hebben de vrije beschikking over de oorspronkelijk in hen gelegde krachten en vermogens. Niemand zegt ooit meer : ik ben ziek. Twijfel vecht hen niet meer aan. Aanschouwen trad in de plaats

van geloof. Engelen dienen hen, niet langer om hen te beschermen als noodlijdenden, doch om hen te eer en als feestgangers Gods. Hun levenswerk ligt niet meer gebroken voor hun oogen, doch de schoone compositie van heel hun levenswerk ligt voor hen open en bloot, want hun werken volgen hen, zegt de Bijbel. En op tronen zitten ze, d.w.z. als machthebbers treden ze op en het zitten op die tronen wijst op een koninklijke rust die de onrust van hun aardsche leven geheel en al achter zich laat. Is dit, gemeente, niet een heerlijke uitwerking van hun triumf in het sterven? O denk dit in en dan voelt ge hoezeer Gods werkelijkheid zich vrijmaakt van den valschen schijn. Het zijn de martelaren van den Romeinschen keizertijd wier beeld hier is geteekend. Zij heeten priesters, hoewel de heele wereld van hen zeide dat ze onreinen waren, nietsnutten. Zij heeten koningen, hoewel in de Romeinsche keizertijd hun naam en lot slavernij beteekende. En meent nu niet, dat deze tegenstelling alleen toen gold. Diezelfde contrasten gelden ook voor ons. In Rusland is in volle scherpte teruggekeerd wat vroeger in Rome was. Daar hebben de dienaren van de kerk geen recht op levensmiddelenkaarten, want zoo heet het daar: zij verrichten geen productieven arbeid, 'tzijn nietsnutten. En ook daar is van menig Christen het bloed gevloeid en op hen wreekt zich de onmacht van de wereld, die zich wil verlossen en het nimmer kan. Ook in dien strijd tegen de kerk en tegen het Kerstfeest en tegen het Paaschfeest handhaaft zich Gods protest tegen de zienswijze van het ongeloof en weer zeggen we, wie maar achter de wolken ziet of nog beter wie de concrete werkelijkheid ziet, met het oog des geloofs, die ontdekt priesterdienst, dat is de hoogste productieve arbeid in het heelal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen