Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Augustinus' werk over de Christelijke wetenschap - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus' werk over de Christelijke wetenschap - pagina 11

Rede uitgesproken ter aanvaarding van het ambt van hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam den 24en maart 1933

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

commentaar van Servius en de Saturnalia van Macrobius, die Vergilius „omnium disciplinarum peritus" noemt 12 ), leeren ons hoe men hem behandelde. Eeuwenlange traditie had, met een conservatisme, dat men wellicht alleen bij het onderwijs aantreft, de methode versteend. Het hoogere onderwijs was in handen der rhetoren. De rhetorica, als rijpe vrucht van Griekschen bodem in Rome geïmporteerd, was daar met graagte ontvangen en wist zich, niettegenstaande strijd en tegenwerking, verbod zelfs door senaatsbesluit en censorenedict13) niet alleen te handhaven, maar nam op wetenschappelijk gebied zelfs de alleenheerschappij in bezit. „Regina rerum oratio" zegt Quintilianus 14) en de oude Seneca raadt zijn zoon aan alleen de rhetorica te bestudeeren: ,,van haar", zoo zegt hij, ,,komt ge gemakkelijk tot alle wetenschappen, zij onderricht ook hen, die ze niet voor zichzelf oefent" 15). Ook hier traditie: Cicero's Rhetorica, de Auctor ad Herennium en later vooral Quintilianus zijn de onfeilbare leidslieden in de met voor ons haast niet meer navoelbaar raffinement uitgewerkte ars rhetorica. „Mag men tegen Quintilianus wel iets inbrengen tenzij ter verdediging der waarheid ?" 16) zegt nog Ennodius omstreeks het jaar 500. Ook hier de eindelooze compileering en commentariëering van de klassieke geschriften: de toelichtingen, die Victorinus, Boethius en Asconius schreven bij werken van Cicero, geven ons een indruk van den arbeid der rhetorenscholen. In tweeërlei opzicht staat de rhetorica van den keizertijd achter bij die der republiek en het is in verband met mijn onderwerp van belang daarop te wijzen. Bij al den eerbied, dien de rhetoren van den keizertijd Cicero toedroegen, hadden ze toch diens ideaal van den orator prijsgegeven. De oude strijd over de prioriteit van philosophie en rhetorica was voor Cicero tot rust gekomen in de overtuiging, dat behalve de bestudeering der vakwetenschappen, een philosophische vorming noodig is als grondslag voor de technischrhetorische studie van den toekomstigen orator 17). Dit ideaal gaf de keizertijd — Tacitus wijst er in zijnDialogus deoratoribus 18) op — prijs. Quintilianus verwijst de philosophie naar den grammaticus, in zooverre hij haar noodig heeft voor de interpretatie der 9

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1933

Brochures (TUA) | 35 Pagina's

Augustinus' werk over de Christelijke wetenschap - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1933

Brochures (TUA) | 35 Pagina's