Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kohlbrugge en de afscheiding - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kohlbrugge en de afscheiding - pagina 41

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

39 Reformiert" te geven. T o c h bleef de zaak hangende. K. schrijft (10 N o v . 1847) aan Wichelhaus: „Ja, houdt met mij aan in 't gebed, dat het spoedig komt, wat ik bemin, hetgeen naar de orde is (in het Duitsch: das Ordnungsgemässe, das ich liebe)". Men bleef evenwel door delibereeren (Consistorie te Coblenz) o.a. over de v r a a g of de nieuwe gemeente gereformeerd mocht heeten en men haar dit praedicaat mocht toestaan. Ook werd het afdoen der zaak vertraagd door het uitbreken der revolutie (Maart-April 1848) in Berlijn. Acht dagen vóór deze omwenteling waren alle stukken de gemeente betreffende in het kabinet des Konings en de minister adviseerde: Stellige approbatie der gemeente onder den door den Koning gekozen naam, maar weigering van het verzoek om bevestiging door een predikant der Landskerk. Door de omwenteling kwam er een nieuw ministerie. K. wendde zich tot den nieuwen minister Schwerin en deze, geen kans ziende om de handteekening des Konings te verkrijgen schrijft, dat dit eigenlijk niet noodig is, maar dat slechts een paragraaf der nieuwe organisatie behoeft toegepast te worden en de gemeente kon zich gedragen, zooals het haar goeddacht. Daarop doelen wel de woorden van Mevr. K. (10 Mei 1848): „Ik haast mij U te zeggen, dat onze gemeente erkend en K. gisteren bevestigd is. N a d e r e bijzonderheden zal hij U zelf mededeelen. Het is alles Goddelijk en heerlijk geeindigd en al mijn gebed verhoord. W a a r o m mocht het niet in Holland zijn!!! Dit is eene wichtige, een angstwekkende vraag". K. moest nu geordineerd worden. Over deze ordineering schrijft K.: „ Z e v e n predikanten van credit bij de vromen en van allerlei naam en richting zijn door mij gevraagd om mij te ordineeren. Zij sloegen het af. Ik begreep toen op grond van Gods W o o r d en de geschiedenis mij door de Ouderlingen mijner gemeente te laten ordineeren. Dit is gisteren geschied" (Brieven, blz. 286). Den 9den Dec. 1849 schrijft Mevr. Kohlbrugge: „Het

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Brochures (TUA) | 58 Pagina's

Kohlbrugge en de afscheiding - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Brochures (TUA) | 58 Pagina's