Grondslag en karakter van de Italiaansch-fascistische staatsleer - pagina 49
DE FASCISTISCHE STAAT
47
— de dictator) moet daarover alle macht hebben. Immers, de staat alleen kan alle economische en sociale tegenstellingen overwinnen en de ééne integrale nationale corporatie verwezenlijken, want „alleen de staat verheft zich boven de tegengestelde belangen van personen en groepen, om ze saam te ordenen ter bereiking van een hooger doel. Dat doel wordt gemakkelijker bereikt door het feit, dat alle economische organisaties, in den corporatieven staat erkend, gewaarborgd en beschermd leven in de gemeenschappelijke werkingsfeer van het fascisme: dat is, zij aanvaarden de theoretische en practische opvattingen van het fascisme. (Mussolini, rede ter inwijding van het Ministerie van Corporaties, 31 Juli, 1926). Slechts door de Regeering erkende vakvereenigingen (syndicaten) hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen alleen de arbeidgevers en arbeidnemers vertegenwoordigen; de benoeming van voorzitter en secretaris behoeft de goedkeuring der regeering. De Minister der Corporaties en de prefect oefenen toezicht en kunnen ieder oogenblik het bestuur der syndicaten vervangen door een regeerings-commissaris of dit „concentreeren" in handen van een aan te wijzen voorzitter of secretaris. Voor eiken tak van bedrijf wordt slechts één syndicaat erkend, dat echter het geheele bedrijf vertegenwoordigt en ook niet-leden bijdragen oplegt. Niet-erkende syndicaten zijn theoretisch vrij, practisch onbestaanbaar. Voor militairen en staatsambtenaren zijn de syndicaten verboden. Er bestaan 13 categorieën van syndicaten, waarvan de eerste 12 telkens twee aan twee een bepaald bedrijf omvatten, onderverdeeld in arbeidgevers en arbeidnemers: een syndicaat voor arbeidgevers en een voor arbeidnemers voor den landbouw, de industrie, den handel, zee- en luchtvervoer en binnenscheepvaart, en de banken; het dertiende, de vrije beroepen omvattend, is niet op deze wijze gesplitst. De plaatselijke syndicaten zijn provinciaal of regionaal vereenigd tot federaties of unies, deze weer landelijk tot confederaties. Dit noemt men de „verticale" organisatie. Deze los naast elkander staande en soms concurreerende belangen-organisaties moeten nu tot een eenheid worden gevormd en dit geschiedt door de „corporaties", de „horizontale" organisaties, die niet uit het bedrijf opkomen, maar steeds staatsorganen zijn van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1934
Brochures (TUA) | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 februari 1934
Brochures (TUA) | 88 Pagina's