Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheidsrede - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheidsrede - pagina 9

Gehouden te Sliedrecht 15 maart 1934

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

6

der heeft te achten dan zichzelf. Dat gaat dus lijnrecht in tegen ons bestaan. Ons bestaan is hoogmoed. Daar moeten we tegen strijden, de een moet den ander uitnemender achten dan zichzelf, naar het woord van den Zaligmaker: Eén is Uw Meester en gij zijt allen broeders. Neen, heersch niet. Petrus heeft als het ware den vinger opgeheven: Zijt nuchteren en waakt. Dat is ten allen tijde noodig. Wakende en biddende, want uw tegenpartijder, de duivel, zoekt U met allerlei middelen in zijn netten te verstrikken. Wie is er in ons midden van Gods eigen volk, die geen spoor van den leeuwenklauw in zijn hart heeft? Wederstaat hem dan en wankelt niet. Want de satan heeft verschillende instrumenten in zijn dienst. Bij hem geldt: verdeel en heersch. In de wereld zoekt hij het met verschillende middelen, en in de gemeente doet hij het dan op vrome wijze. Waakt, onthoudt het altijd. De schuifelende slang is listig. Zijt nuchteren en waakt, onthoudt het, uw tegenpartijder, die de vrede van uw zielen wil rooven, moogt ge niet gedoogen. Weest op uw hoede. Houdt vast aan uw belijdenis. Hoe lichtelijk worden we gevangen. Zijn listen zijn ons niet onbekend, ze zijn ons geopenbaard en er is een geoefend hart voor noodig om deze listen te kennen. Tenslotte zegt Petrus, gelijk Mozes aan het einde van zijn zwanezang: De eeuwige God zij U als eeuwige handen. Petrus spreidt, aan het einde van zijn eersten brief, de handen uit over de gemeente, sprekende: De God nu aller genade, die ons geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds geleden zullen hebben, dezelve volmake, bevestige, versterke en fundeere ulieden. Wij willen spreken over het thema: den God aller genade aanbevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1934

Brochures (TUA) | 24 Pagina's

Afscheidsrede - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1934

Brochures (TUA) | 24 Pagina's