Afscheidsrede - pagina 4
Gehouden te Sliedrecht 15 maart 1934
Aan
mijn
geliefde Ter
Gemeente
te
SJiedrecht
gedachtenis
Voorzang: Ps. 77 : 7. 'k Zal gedenken, hoe voor dezen Ons de Heer heeft gunst bewezen; 'k Zal de wond'ren gadeslaan, Die Gij hebt van ouds gedaan; 'k Zal nauwkeurig op uw werken, E n derzelver uitkomst merken; En, inplaats van bitt're klacht, Daarvan spreken dag en nacht. Na het votum: Ps. 27 : 7. Zoo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou; Mijn God! waar was mijn hoop, mijn moed gebleven ? Ik was vergaan in al mijn smart en rouw. Wacht op den Heer, godvruchte schaar! houd moed;. Hij is getrouw, de bron van alle goed: Zoo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer; Wacht dan, ja wacht; verlaat u op den Heer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1934
Brochures (TUA) | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1934
Brochures (TUA) | 24 Pagina's