Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wel den strijd in, doch niet in 't harnas - pagina 44

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wel den strijd in, doch niet in 't harnas - pagina 44

Antwoord aan I. de Wolff, geref. predt. te Mussel, en verder aan vele gereformeerden

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

40 eens kunnen zijn. Gij hebt het vroeger in de chr. geref. kerk dan ook niet zoo van de chr. geref. predikanten geleerd. Het is mijn doel om deze brochure te beëindigen met het beantwoorden van uw vraag of er b.v. een inwendig- en wat wij noemen een uitwendig in zijn in het verbond is. V a n dien debatavond heb ik enkele dingen gezegd. In hoofdzaak is .het mijn bedoeling geweest uit te laten komen, dat U, ds. de W o l f f , toen de neo-geref. leer hebt verdedigd. • Dat wij, èn op den Ouderavond, èn op den debatavond lijnrecht tegenover elkaar stonden. Ik .heb getracht Uwe gemeente d a t te laten voelen. En tevens gevraagd of gij nu brengt, waar ze vroeger (de ouderen dus, want de jongeren hebben U w onderwijs genoten) bij opgevoed zijn, of dat ik hun zou brengen, wat ze vroeger geleerd hebben. Ik heb mededeeling gedaan aangaande mijn eigen persoon van dingen, die, vóór ik dit schreef, niemand wist. Ik heb getracht duidelijk uit te laten komen dat ik van het begin af tegengegaan heb zoo'n 'openbare avond te hebben. Ik zou nu nog graag iets willen zeggen, waar vermoedelijk ook niemand aan gedacht zal hebben. En waar ik ook niet eerder met iemand over gesproken heb. Velen en ook ds. de Wolff zelf zullen gedacht .hebben, dat ds. de Wolff dien avond hoog geestelijk gestemd was. Ik wil trachten U aan te duiden, d a t 'het eene verkeerde geestelijkheid was. Althans toen hij voor den tweeden keer naar den preekstoel ging. Hij was overwinnaar. Daar was hij geheel van overtuigd ook. En toen heeft hij zich door dien verkeerden geest laten leiden. En wat er toen los gekomen is, vreeselijk. Toen heeft hij gebruld tot hij niet meer kon. En aan het eind is hij tot deze verschrikkelijke uitdrukking gekomen: „En al zouden er nu in de geref. kerk godloochenaars zijn, d a n zou ik haar niet en nooit gaan verlaten. M a a r ik zou in haar blijven en in haar strijden". En ds. de Wolff kon niet meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1934

Brochures (TUA) | 70 Pagina's

Wel den strijd in, doch niet in 't harnas - pagina 44

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1934

Brochures (TUA) | 70 Pagina's