Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Scheiding en de Gereformeerde gezindheid 1834-1934 - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Scheiding en de Gereformeerde gezindheid 1834-1934 - pagina 31

Rede gehouden voor de bondsvergadering der Herv. Geref. Jongelingsvereenigingen, Hemelvaartsdag 10 Mei 1934

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

29 binding, maar door de uitwendige banden der opgedwongen organisatie bijeen gehouden. Als wij de algemeene belangen des volks in het oog vatten, dan moeten wij zeggen, dat in het oordeel der scheiding er ook gedachten van Gods ontferming zijn. Wie met de resultaten der volkstelling voor zich den toestand overweegt, moet wel ontroerd worden over de schuld onzer Kerk. Doch zie nu ook naar de eeuw van scheiding. Hare geschiedenis leert, dat ook zij wezenlijke veranderingen onderging. Zij is niet meer, die zij was, noch in leer, noch in practijk. De leer, w a a r m e d e zij aanving verschilde wezenlijk niet veel van die welke de Hervormde Gereformeerden heden ten dage nog zoeken. Ik geloof, dat de Cock en Scholte en velen der eerste afgescheidenen veranderde mannen waren. Natuurlijk behoef ik daarom nog niet v a n oordeel te zijn, dat zij in alles kerkrechtelijk juist 'handelden b.v. door kinderen uit andere gemeenten te doopen, of met een beroep op het Synodale reglement zich trachten vrij te pleiten, hoewel het Gereformeerd kerkrecht anders leerde. Zelfs valt te betwijfelen of de leer der sacramenten wel begrepen w e r d Het is echter begrijpelijk, dat zij reden gaven tot critiek, doch dit alles doet niet te k o r t aan den lof, dat zij den moed toonden om het recht der Kerk Gods op hare belijdenis te verdedigen. Hunne daden en hun lijden oordeelen het gebrek aan geloof, dat bemanteld w o r d t door vruchtelooze pogingen tot eene schijnbare reorganisatie, die van meet af het recht deiKerk opofferen. i) Gedenkschrift der Christelijk Gereformeerde Kerk, enz. door S. van Velzen, blz, 20. „Er waren ouders in sommige plaatsen, die geene vrijheid vonden hunne kinderen te laten doopen door een leeraar, die openlijk de waarheid bestreed. Zulke ouders kwamen tot de Cock met het verzoek, dat hij aan hunne kinderen den, doop zou toedienen. Eerst had hij bezwaar om dit verzoek in te willigen. Na onderzoek bleek het hem, dat het doopen van kinderen uit andere plaatsen niet door eenig reglement van het kerkbestuur verboden was. Nu voldeed hij aan het verlangen van de bedoelde ouders". Dat dienaangaande geene bepaling in het Synodaal reglement stond, lag voor de hand. De kinderen der gemeente, niet die eener andere gemeente, worden gedoopt. Als wij daarbij in aanmerking nemen, dat iemand, die bij de Mennonieten gedoopt was of door een Roomsch priester, niet behoorde herdoopt te worden volgens de beschouwing der Gereformeerde Vaderen, dan was de Cock's opvatting blijkens zijne daden niet de juiste.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 mei 1934

Brochures (TUA) | 35 Pagina's

De Scheiding en de Gereformeerde gezindheid 1834-1934 - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 mei 1934

Brochures (TUA) | 35 Pagina's