De Scheiding en de Gereformeerde gezindheid 1834-1934 - pagina 21
Rede gehouden voor de bondsvergadering der Herv. Geref. Jongelingsvereenigingen, Hemelvaartsdag 10 Mei 1934
19 zuiverheid", dat de b e w e g i n g te zien gaf, weinig bekoorde. Het zaad der scheiding is v r u c h t b a a r als de splijtzwam. De Kerk is nu eenmaal n e r g e n s in h a r e onbevlekte zuiverheid van het institutaire leven te vinden. Zelfs in de scheiding blijft de kloof tusschen ideaal en werkelijkheid. Dit echter bleef: de onherstelbare scheur die de individualistische sc'heidingsdaad g e t r o k k e n had door de Nederlandsche G e r e f o r m e e r d e gezindheid, die één w a s in h a r e veroordeeling van de Synodale organisatie en de gewelddaden, die hare m a c h t h e b b e r s bedreven, doch uiteengerukt w e r d door de eigenmachtige wijze, w a a r o p de scheiding haar dacht te doen verdwijnen. Groen b e s t r a f t e den hoogmoed, die aan het scheidingsbeginsel schijnt in te kleven, al had hij eerbied voor den moed van haar protest tegen het onrecht der G e r e f o r m e e r d e gezindheid aangedaan 1 ). 'Het is van belang te w e t e n , hoe Groen v. P r i n s t e r e r de scheiding van 1834 en d a a r m e d e heel het kerkelijk v r a a g s t u k beoordeeld heeft. Dat is d a a r o m nuttig, omdat het wezenlijk nog precies zóó staat als in zijn tijd. Hoe geheel a n d e r s zou de G e r e f o r m e e r d e gezindheid thans e r voor staan, als n a a r hem, den diepzinnigen denker, den wijzen politicus, den oprechten evangelie-belijder, w a r e geluisterd! Groen deed niet als „de kerkherstellers" tot op dezen tijd. Zijn uitgangspunt w a s het onvergankelijk recht v a n Gods Kerk op de handhaving h a r e r leer. Zij heeft dat recht zelfs op grond v a n de onrechtmatig opgelegde organisatie. Zij m a g de v e r w i j d e r i n g eischen van hen, die tegelijk l e e r a a r s in de Kerk en b e s t r i j d e r s h a r e r leer zijn. Dat recht is gegrond op h a r e belijdenisschriften, in den loop der historie gegroeid op den bodem van Gods W o o r d . Aan dat recht kleeft de plicht op te k o m e n voor de belijdenis en dus voor de uitwijzing der dwalingen en v o o r de w a r e eenverzocht dit protest op te stellen. En deze gaf te kennen, dat, indien hij tot het opstellen van zoo iets overging, ,,het juist op anti-separatistische gronden wezen zoude". Zie ook Groen v, Prinsterer's Verspreide geschriften, II dl. Amsterdam, 1860, blz. 2, blz, 121. Aan Ds. G. v. Velzen, 1848. Het regt der Herv. Gezindheid, blz. 119—138, !) Het regt der Herv. Gezindheid, blz. 134, „Na het ophouden der vervolging, (is) de onderlinge verdeeldheid begonnen. Na het kerkgenootschap van een deel der beste krachten te hebben beroofd, die krachten in allerlei twisten, somtijds over de meest ijdele spitsvondigheden verteerd en verspild heeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 mei 1934
Brochures (TUA) | 35 Pagina's