Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christusprediking bij het modernisme - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christusprediking bij het modernisme - pagina 25

Een critische beschouwing van derzelver aard en motiveering. Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Theologische School der Christelijke Gereformeerde Kerk te Apeldoorn op dinsdag 18 september 1934

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

't Klinkt stichtelijk, mystiek schier. Maar alleen op voorwaarde, dat wat de prediker zelf bedoelt NIET waar zij. Wat een volksmisleiding. Van tweeën één: onder dien kansel zit één die zelf het „hooger" standpunt dat van de Begripsfilosofie ( a l ! ) heeft bereikt; maar die zal op den langen (korten?) duur wel wegblijven van onder zulk een prediking; want hij weet „beter"; hij vindt de nomenclatuur een gestolene, feitelijk een leugenachtige, eigenlijk geschikt voor de „kudde" (Bolland); hij gaat liever naar Amersfoort, naar het „Bolland-Genootschap voor zuivere rede", op Zondagmorgen, om er de stelling te beluisteren: „wijsbegeerte is religie". Of (het andere geval) er zit één, wiens ziel de realiteit van zonde en godsgemis heeft leeren kennen; maar die zal al zeer spoedig gewaar worden, dat deze prediking een andere wijze van modernisme is, maar tenslotte denzelfden inhoud mist, waar zijn ziel juist naar hongert. En welk een ziel moet wel zulk een prediker hebben, die maar al te goed zelf weet, dat hij met deze preekmechaniek, een soort tooverkunst, suggestieve allures vertoont, welke malligheids-surrogaat kan heeten. Het zijn óf mooie en op zichzelf ware dingen, theologisch waar; maar dan diene zijn kansel (nog) te staan in Eden, en zijn hoorders ongevallen menschen te zijn; óf 't is „christelijk" zonder de realiteit welke de onder zijn kansel a a n w e z i g e . . . „realiteit" eischt. Gestolen nomenclatuur, zonder specifiek christologischen inhoud. In een adventspreek wordt gesproken van het Kind als zinbeeld van ootmoed en onverdorvenheid door zinnelijke cultuur. Welk een Christus-verknoeiïng. Wat blijft hier over van den

schriftuurlijken

inhoud der vleeschwording

des

Woords?

Neen,

daar vinden we niet een kind als onnoozelheids- of eenvoudsuitbeelding, maar als ware werkelijke en werkelijke ware immanente intrede en inwording van den zone Gods in zijn wereld; be-

ginnende bij het begin; gelijk ik zondaar ben geboren.

In diezelfde preek wordt uitgeweid over: hoe dit kind zijn „tooi" vindt; aankleeding met allerlei algemeen-religieuze eigenschappen; maar dat is niet het kind naar Lucas 2, hetwelk Gods liefde daar in volle realiteit neerlegde; en 't zegt niets specifiek-christelijks; Buddha kon ook zoo gepreekt hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 september 1934

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

Christusprediking bij het modernisme - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 september 1934

Brochures (TUA) | 39 Pagina's