Christusprediking bij het modernisme - pagina 11

De historiciteit van den Christus werd van ondergeschikt belang geacht, Om den eeuwigen Christus is het te doen, zei Opzoomer; niet om den historischen. „In Jezus Christus is het ideaal der menschheid verwezenlijkt": Éénheid van het goddelijke en menschelijke. Jezus Christus zou door zijn goddelijken geest den geest der menschheid hebben te vormen tot gelijkvormigheid aan zich en hierdoor ook aan God. Het kwam dus aan op de beginselen van Christus zelf. „Religio

Christiana haud alia est, quam Christi ipsius religio."

4o. Nieuw-modernisme. De jongste phase van het modernisme is wel het moeilijkst van alle te omschrijven en te kwalificeeren. Ik denk aan Roessingh's eigen woord: De Christus is voor mij alles en niets. De philosophie van het modernisme had ten langen leste in den bekenden Dr. Ph. R. Hugenholtz getriumfeerd over alle theologie, christologie ingesloten. Godsdienstwetenschap, zoo schreef hij destijds, vindt haar plaats onder de wijsgeerige wetenschappen en wel onder de anthropologische. — Dit is klare taal. De theologie was vernietigd. Maar daar kon de nieuwe eeuwgeest geen bevrediging in vinden. — Een nieuwe phase werd ingeluid. — Dr. Roessingh werd haar fijn besnaarde tolk. — Al kan ik ook met den besten wil niet ontkomen aan den indruk van onbelijndheid en vaagheid. Ik krijg bij 't lezen van Roessingh altijd weer de aanvoeling: niet verre van het koninkrijk Gods, en toch er wezenlijk buiten. Zijn christologie ware m.i. te noemen de huldiging van een philosophisch-theosofisch cosmischen Christus. — De Christus is in „een" zekeren (hij heeft geleefd!) Jezus verschenen. Hij verschijnt ook in anderen. Hij leeft in de gemeente. God is in deze wereld inwonend, en deze generale menschwordmg is „voor ons" gecentraliseerd in Jezus. In Hem is Christus „tot aardschen menschelijken vorm geworden, en leeft voort als metaphysisch reeele macht, met wie het den mensch gegeven kan zijn contact te vinden . Hiervan gaat dan een verlossende kracht uit. Verlossing n.1. uit ons gevoel van verlatenheid, afstand. Ik kan niet anders inzien, of het is en blijft, hoe vroom en innig ook bedoeld, een verlossing uit een anderen nood, dan die van een ziel, welke haar doemschuld wegens haar doodstaat voor God uitschreit, en welke haar vonnis als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen