Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 62

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJLAGE. In de gedachtenwisseling maakte Dr J. J. L. Duyvendak mij opmerkzaam op een merkwaardige parallel, die zich in Japan laat aanwijzen. Ik dank aan hem de volgende gegevens. Het Shintoïsme, een eenvoudige natuur-eeredienst met een zeer „primitieve" mythologie, is de oude inheemsche Japansche godsdienst. Sedert het binnenstroomen van de Chineesche beschaving in Japan (midden 7de eeuw n. Chr.) is deze godsdienst voor een groot deel, ofschoon niet geheel, verdrongen geworden door het Boeddhisme, dat zelfs oude Japansche Shintogoden opnam in zijn pantheon. Daarnaast was er een enorme invloed van de Chineesche Confucianistische literatuur en ethiek. In China vond er in de 12de en 13de eeuw een herleving plaats van het Confucianisme, waardoor daar de invloed van het Boeddhisme sterk verminderde. In de 17de eeuw, toen, sedert het begin dier eeuw, Japan was geünificeerd onder het Tokugawa Shogunaat, gaf deze Neo-Confucianistische opleving op haar beurt in Japan aanleiding tot een zeer sterken opbloei van Chineesche studiën en Confucianistische ethiek. Door de unificatie van Japan en de afsluiting tegen het buitenland echter in die zelfde eeuw begon het Japansche nationale gevoel te ontwaken, zoodat er een reactie ontstond tegen dezen Chineeschen invloed. Met nieuwe belangstelling gingen sommige geleerden de oude Japansche inheemsche tradities bestudeeren en ontdekten daarbij het Shintoïsme. Zij trachtten het te zuiveren van alle Boeddhistische elementen en het weer tot den volksgodsdienst te maken. Daar zij zelf echter ten sterkste beïnvloed waren door de onder Confucianistische en Boeddhistische invloeden zoo veel hooger ontwikkelde cultuur van hun eigen tijd, legden zij allerlei elementen in het Shintoïsme, die er oorspronkelijk zeker niet toe behoord hadden. Zoo entten zij daarop vrijwel de geheele Confucianistische ethiek, terwijl de 124

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's

Nieuw-Germaansche theologie - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935

Brochures (TUA) | 68 Pagina's