Nieuw-Germaansche theologie - pagina 26
in sich Fassende, dass überhaupt etwas ist", om met Natorp te spreken 1 ). Dat er iets is — dit dringt zich onweerstaanbaar op aan den mensch als de meest oorspronkelijke ervaring. Het gaat niet in de eerste plaats — om de terminologie der jongste philosophie te volgen — om het „So-sein", maar om het „Sein"; niet — om de middeleeuwsche categorieën te herhalen — om „quidditas", m a a r om „anitas". V a n d a a r dat leven meer is dan denken en denken eigenlijk slechts na-denken over het leven. V a n d a a r ook, dat niet „Leben", zonder meer, maar „Er-leben" het punt van uitgang vormt. Men denke aan de bindingen, waarvan wij deze theologie zagen uitgaan. „Es ward eingesehen, dass nicht errechnet, sondern erlebt, nicht erdacht und exdisputiert, sondern erfahren und erlitten werden musste" -). V a n d a a r ook, dat gevoel en intuïtie als centrale functies worden aangemerkt, de ziel boven den geest, het schouwen boven het hooren, het beeld boven het woord, de voorstelling boven het begrip wordt geplaatst, omdat de levende eenheid in de eerste reeks dezer onderscheidingen het meest tot recht komt. In dit verband wordt gesproken van existentieel denken, als het denken, waarin de denkende mensch persoonlijk is betrokken. M a a r dit existentieele, subjectieve denken gaat gepaard met het cosmische, objectieve denken. De enkele is altijd gebonden aan het geheel. In deze omgeving vindt alweer het raciale moment zijn plaats. Immers, de meest voor de hand liggende vorm van de verbinding van beide denk-wijzen, de subjectieve en de objectieve, is het denken van den enkele als gebonden aan zijn ras en natie. H i j is nooit zelfstandig, noch als hij leeft, noch als hij denkt. Hij is en doet alles als orgaan van zijn volk. Want het is tenslotte het volk, dat leeft en denkt in en door den enkele. Dit denken heet dan ook organisch denken, omdat het niet star en formeel is, zooals het rationalisme waant, maar beweeglijk en geïnteresseerd.
1 2
) )
H. Mandel, Deutscher Gottglaube, S. iio f. H. Mandel, a.a.O., S. 106. 88
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 68 Pagina's