Over de weldaad van Christus, den gekruisigden voor de Christenen - pagina 34
Een oorspronkelijk Italiaans geschrift. Verschenen in het jaar 1542 te Venetië, waaarvan naar schatting 40.000 exemplaren op last van de inquisitie zijn verbrand.
-
behoeft niemand er aan te twijfelen of hetgeen zij zegt ook op hem-zelven toepasselijk is. Ten einde dit nog duidelijker te maken, omdat hierin de geheele verborgenheid des geloofs gelegen is, zoo willen wij ons voorstellen dat een goed en heilig koning eene bekendmaking heeft doen uitvaardigen, volgens welke alle uitgewekene oproermakers gerustelijk in zijn rijk kunnen terugkeeren, daar hij, om den wille der verdiensten van een' hunner bloedverwanten, aan allen volkomene vergiffenis heeft geschonken. Zal nu wel een enkele dier boosdoeners er aan behoeven te twijfelen, of hij in waarheid vergeving voor zijne oproerigheid bekomen heeft? Gewisselijk neen. Veeleer zal hij, vol hoop en vertrouwen, wederkeeren tot zijne haardstede om daar, onder de hoede van dien heiligen koning, zijn' levensweg te vervolgen. W i e echter niet wederkeert, die zal daarvoor ook de straf hebben te verduren, en, om zijns ongeloofs wille, in ballingschap en beladen met de ongenade zijns konings, moeten sterven. Deze heilige koning nu is de Heere van hemel en aarde, die om de gehoorzaamheid en de verdiensten van Christus, onzen bloedverwant, onzen opstand tegen Hem en alle daaruit voortvloeiende verkeerdheden, ons vergeven heeft, en Die — gelijk wij hierboven zeiden — aan de geheele wereld heeft doen bekend maken hoe wij allen, vol hoop en vertrouwen, in Zijn rijk mogen wederkeeren. Ieder nu, die deze blijde boodschap gelooft, keert terug in het rijk van God, waaruit hij door de schuld zijner eerste ouders verdreven was, en laat zich tot zijne eigene zaligheid leiden door den geest Gods. Die daaraan echter geloof weigert, kan ook geen genot erlangen van de verleende vergiffenis, maar blijft, om den wille zijns ongeloofs, in ballingschap, onder de macht des duivels, en leeft en sterft in de diepste ellende, daar hij steeds blijft verkeeren onder de ongenade des konings van hemel en aarde. En dit geschiedt met het volste recht; want wij kunnen den Allerhoogste geene grootere beleediging aandoen, dan Hem te maken 34
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 96 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1935
Brochures (TUA) | 96 Pagina's