Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1827 maakt hij zich par droit de génie leider van de romantische beweging. Met daverende hooghartige formules proclameert hij in zijn bovengenoemd geleiwoord de tegenstellingen schoon — leelijk, verheven — belachelijk als de bewegende krachten van de groote nieuwe aera eener kunst, die zich boven de klassiciteit heeft verheven. Met titanische kracht smeedt hij een systeem van den oertijd tot aan dien van de Romantiek. De primitieve periode der volkeren is lyrisch. Hier zijn de dragende colossen Adam, Kaïn, Noach... Hun kunstuiting is de ode en de ode leeft van het ideaal. Dan komt de Grieksch-Romeinsche Oudheid. Zij is episch. Haar reuzen zijn Achilles, Atreus, Orestes. Het epos leeft van het verhevene, het grootsche. De derde periode is die van het drama. Hier treffen we voor het eerst menschen aan: Hamlet, Macbeth, Othello. Hier is de werkelijkheid. Deze omkeering danken we aan het Christendom, dat met zijn tweedeeling: geest en stof, goed en kwaad, schoon en leelijk, verheven en belachelijk zich bewust maakt in de derde groote wereldperiode. Het Christendom leidde de kunst naar de waarheid, door naast elkaar te stellen duisternis en licht, een principe aan de Oudheid vreemd. Thersites en Vulcanus worden door Homerus in zijn mantel bedeesd meegedragen als de dwergen door Hercules in zijn leeuwenhuid. In de moderne periode spelen echter het groteske en het verhevene een onmetelijke dubbelrol. Het misvormde en afgrijselijke met het comische en het zotte worden er gelijkwaardig aan het schoone en verhevene. Deze hypertendenzieuze gang met zevenmijlslaarzen door de historie verraadt meer germaanschen systeemdwang dan gallische onbevangenheid, maar zijn bedoeling is duidelijk: het leven is harmonie der tegenstellingen. Al wat in de natuur is, moet ook in de kunst zijn. Uit de dubbelvlam der rivale geniën van schoon en leelijk springt Shakespaere te voorschijn en Shakespeare is het drama en het drama is de werkelijkheid. „II est temps de le dire hautement. — Mettons le marteau dans les théories, les poétiques et les systèmes", — en dat is : mettre le marteau dans la classicité. Met die eene, geweldige hamerslag op den schedel van het beeld der historie, zooals het tot 1827 bestond, is, als eens Pallas uit dien 35

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's