Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 48

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Muse, des Grolls Ursachen verkünde mir, welches Gebotes Kränkung die Göttin reizte, dasz soviel kreisendes Unheil Sie den frömmesten Mann, so viel zu erdulden der Mühsal Drängte mit Zwang. So grosz glüht himmlischen Seelen der Zorn auf? Nu kunt ge uit deze pericoop Latijnsche woordgrepen doen, die melodischer zijn, dan de overeenkomstige Duitsche, maar ook het omgekeerde is mogelijk. E n . . . komt uit beide talen eigenlijk niet vrywel dezelfde geest op u af? Alleen verschil valt op tusschen het weelderiger aandoend Duitsch en het door meer praegnante woordbeteekenis soberder Latijn. — En de Renaissance, die in haar eerste periode met het Grieksch niet veel doen kon, (Petraca kende geen Grieksch) ondervond een geweldigen invloed van vertalingen. Amyot's vertalingen van Plutarchus hebben Corneille voor zijn antieke tragediën de stof geleverd en waren Shakespeare's hoofdbron voor zijn romeinsche drama's. — En laten de vertalingen van Vosz, door de voortgeschreden kennis van het Helleensch-Latijnsche leven in zijn geheel — hoewel wetgevend voor de klassieke vertaalkunst in zijn tijd en in kennis der woordbeteekenis van dien tijd op de hoogte — thans de wereld van Homerus al te „Voszisch" zien, laten de philologen zich dan aangorden tot het leveren van nieuwe, even „klassiek" als die van Vosz in de 18e eeuw. Laat de classicomaan „verlies nemen" om met een term van de beurs te spreken, nu de koersen van Hellas-Latium daalden ten behoeve van andere waarden, opdat de posterioriteit eindelijk ontslagen worde van moeizaam en niet meer loonend declineeren, conjugeeren, memoriseeren van paradigmata, die eindeloos varieeren; divideeren en combineeren van zinsdeelen naar hun buigingsuitgangen, onderscheiding van fijne beteekenisschakeeringen van praefixen, syntactische afwijkingen van de moderne talen, vooral in het Latijn — een eindeloos memoriseeren; met het resultaat voor negentig, vijf en negentig procent: brokstukken, die in het geheugen wat voortvegeteeren tot ze eindelijk geheel vervluchtigen en dispergeeren. — Het bezitten van een kennis der klassieke talen, die werkelijk wat beteekent, eischt een geheel menschenleven. Tweede bezwaar: waar blijft het verstaan van Grieksche en Latijnsche vaktermen? Voor de H.B.S.ers die tot de academie reeds toegang hebben, zijn ze toch al niet te etymologiseeren. Bovendien: maakt het een psychiater veel ongelukkiger als hij de etymologie van Schizophrenie even memoriseert, zonder voor de samenstellende deelen van het woord apperceptiemateriaal te vinden? En het begrijpen van zinspelingen en citaten in de literatuur der moderne talen dan? Die op historie en mythologie berusten — en dat doen de meeste — blijven verstaanbaar. De andere zullen langzaam verdwijnen, omdat de schrijvers ze zelf niet meer kunnen geven. Dan nog enkele uitlatingen van den kansel, met zekere aarzeling gegeven over den „grondtekst"... en over wat er „eigenlijk" staat. Zouden ze door de gemeente erg worden gemist? De Heilige Geest heeft het met de Schrift in tallooze vertalingen durven wagen buiten gevaar voor de religiositeit. Laten wij dan niet tobben over de oneindig kleinere waarde van wat klassiciteit... of haar schijn. T ) De begrippentaal te ruilen voor een taal, die den indruk wil weergeven, is met het wezen der taal in strijd. „De begrippentaal van het gezonde Nederlandsch is gebleven wat ze was vóór tachtig. Kuyper, Bavinck en elk mensch, die boven de zielsverslapping van het Impressionisme uit kon komen, liet wat tachtig schiep voor de tachtigers, omdat dat zoo min taalverrijking was, als een gezwel lichaamsontwikkeling is."

47

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

Calvinistische en impressionistische aesthetiek - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1935

Brochures (TUA) | 51 Pagina's