Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verkregen hulpe Gods - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verkregen hulpe Gods - pagina 12

Gedachtenisrede ter gelegenheid van zijn 25-jarige ambtsbediening 16 oct. 1935 te Dordrecht

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

zelf door den Vader geroepen te zijn tot de heilige bediening, \\ is het dat veel gebrek ons altijd aankleeft? ' De Apostel weet het. Hij is het zich bewust. Hij spreekt uit eigen ervaring nu, waar hij als een gebondene staat voor Koning Agrippa. Hij roemt alleen in de hulp God es. Daardoor mag hij staan tot op dezen dag. Het is zijn zielsgetuigenis: Niet ik, maar de genade Gods, die met mij is". En elders zegt hij:',,Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft", A'I'ZOO geeft hij Gode de eer. Maar daartoe hebben al Gods knechten overvloedige oorzaak, ook wij in deze voor ons gewichtvolle ure, om uit te roepen de hulpe des Heeren, waardoor wij staan mogen tot op dezen dag. Wij, de geringste uit ons vaders huis. Neen, nooit zouden wij het hebben gezocht noch verzocht. Tot roem van Zijne genade bekennen we: de Heere is ons te sterk geworden. Die heeft ons gegrepen toen wij lagen op het vlakke des velds in ons bloed. Die heeft ons geroepen tot de heilige bediening. Wij zouden het nooit hebben begeerd. In bijzonderheden treden kunnen wij niet. En nu zijn vijfentwintig jaren heengegaan. Onderscheidene gemeenten hebben wij mogen dienen. Durven we ons op verre na niet met Paulus te vergelijken, toch mogen we niet ontkennen, dat het is door de hulpe van God verkregen hebbende, dat we vijfentwintig jaren dien hoogstgewichtigen arbeid hebben mogen verrichten, om beiden klein en groot te betuigen den eenigen grond der zaligheid in Christus. Buiten Hem is geen heil. Alleen in Zijn bloed is vergeving van ongerechtigheid. Die heeft ons staande gehouden al die jaren, bijzonder als het gewichtvolle der bediening ons neerdrukte of we missen moesten het licht van Gods vriendelijk aanschijn. Toch ons beste leven hebben we op den predikstoel mogen genieten, als we Gods gunst en hulp kennelijk mochten ondervinden. En als we dan terugzien, hoe onze geringe arbeid niet ganschelijk ongezegend is, de Heere Zich niet onbetuigd gelaten heeft, dan, dan mogen we wel uitroepen in deze ure: „Och, of nu al wat in mij is, Hem prees". Maar dat voert mij tot mijn tweede gedachte: hoe Gods knechten door die verkregene hulp staande blijven. II. Hulpe van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag. Alzoo spreekt de Apostel. Aan hoeveel beproevingen en ge-

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1935

Brochures (TUA) | 24 Pagina's

De verkregen hulpe Gods - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 1935

Brochures (TUA) | 24 Pagina's