Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vraagstuk van de transcendentie in de theologie - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vraagstuk van de transcendentie in de theologie - pagina 25

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nichtnichtseins, über das kein Denken hinauskommt" 1), H. Höffding zeide: „Der Gedanke, der alles erklärt, wird sein eigenes letztes — und immerwährendes Problem" 2). Wat van woorden als deze te zeggen? Wij staan hier aan een uiterste grens, waar wij ons alleen verbazen kunnen. Wij voor ons zouden voor onze religie die verbazing niet gaarne missen, zij dunkt ons ook medicijn tegen intellectualistische vernuchtering. Maar duidelijk is, dat hier van een laatste gesproken wordt, niet van wat centraal is ook in religie. De oplossing van het transcendentievraagstuk zoeken wij elders.

ZINS-TRANSCENDENTIE. Naar onze overtuiging leidt de aanneming van zijnstranscendentie op geen enkele wijze tot oplossing van ons vraagstuk. Wat bedoeld wordt met het geloof in Gods transcendentie, ja met het geloof in God zelf — want wei-verstaan is God ook naar onze overtuiging niet zonder transcendentie te verstaan — is het geloof in een ten opzichte van het zijnde transcendenten zin, zinstranscendentie m.a.w. Het onderscheid tusschcn zijn en zin moet hier dus in het oog worden gevat. Veel meer dan abstracte beschouwingen (waarvan wij ons wederom vanwege den omvang van ons geschrift moeten onthouden) zijn hier onmiddellijk voorbeelden leerzaam, al moeten wij dan ook als wij ze hier vermelden vroeger geschrevens herhalen. 3) In ieder gesproken (geschreven, gedrukt of hoe ook uitgedrukt) woord is tweeërlei: de zijnswerkelijkheid van klankensamenvoeging of letterverzameling 4) en de beteekenis, de zin. Zijnswerkelijkheid, bestaan, existentie, kan er evenveel zijn in een zinlooze klanken- of lettersamenvoeging, dan in zulk een samenvoeging mèt zin; zijnswerkelijkheid is er evenveel in de zinlooze ') Neuhantianismus, Schopenhauerianismus und Hegelianismus, 1877, S. 1S5. 2) Psychologie, 4. Aufl. 1908, S. 474. 3) Inleiding in het religieus monisme, blz. 27 v.v. 4) Dat wij ook de hier gebruikte woorden niet zouden kunnen bezigen zonder reeds zin te vooronderstellen en dat deze is in klank en letter als zoodanig, spreekt vanzelf. Maar wij laten dit nu terzijde als voor het betoog irrelevant en de aandacht slechts afleidende. Eveneens, dat ruimtelijke rangschikking van veel grooter beteekenis is dan in het volgende tot zijn recht kan komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 35 Pagina's

Het vraagstuk van de transcendentie in de theologie - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 35 Pagina's