Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 20

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

kelijk Protestantisme (1923) geheel buiten verband met de dialectische theologie en inderdaad veel te weinig geloofskritisch voordroeg. x ) Ook in 1929 bleef Dr. SCHILDER nog in zijn opstellenbundel Tusschen ,,Ja" en ,,Neen" uitvoerig de dialectische theologie van deze leer van de paradox uit kritiseeren. Zelfs gaf deze aanvalsmethode dezen zelfden auteur het onderwerp voor zijn proefschrift Zur Begriffsgeschichte des ,,Paradoxon" (mit besonderer Berücksichtigung Calvins und des Nach-Kierkegaardschen ,,Paradoxon"), waarop hij in Maart 1933 te Erlangen tot Doctor in de philosophie promoveerde. Hoewel de schrijver van dit omvangrijke boek (467 blz.) wel hier en daar laat merken, dat het hem niet verborgen bleef, dat ,,die historische Entwicklung dieser Theologie dazu geführt hat, dass ihre anfänglich betonte scharfe Paradoxie später in mancher Hinsicht abgestumpft worden ist," en met recht kan worden staande gehouden, dat ,,die dialektische Theologie in ihrer jüngsten Form nicht mehr mit vollem Recht als, »Theologie des Paradox" charakterisiert werden kann" (blz. 295), blijft hij niettemin zijn bestrijding van de jong-Zwitsersche theologie in deze dissertatie geheel en al op de spits van de zgn. paradoxenleer stellen,... en doet dientengevolge de noodige slagen in de lucht. En dat te meer, waar zelfs geconstateerd moet worden, dat zijn kritiek op KIERKEGAARD'S leer van de absolute paradox niet al te steekhoudend is. Ik heb mij b.v. ten zeerste verbaasd over de naïeviteit, waarmede Dr. S C H I L DER ons de scherpe distinctie, die Paulus heet te maken tusschen oxdvdakov en [Mooia in 1 Cor. 1 : 23, aanbeveelt als het middel om KIERKEGAARD'S ongeoorloofde doorDit geef ik zonder meer toe. Ik zie echter niet in, dat ik daarmede eigenlijk gezegd heb, dat ik mijn geheele boek zou hebben te herroepen. Wat ik in het bewuste hoofdstuk bedoelde te zeggen, is nog altoos mijn overtuiging.

l8

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 33 Pagina's

De strijd van het Nederlandsche Nieuw-Calvinisme tegen de theologie van Barth - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

Brochures (TUA) | 33 Pagina's