Balsem uit Gilead - pagina 18
10 meditaties
wij onszelven moeten aanklagen als oorzaak van den nood, dan is er toch voor schuldigen nog hoop. Al is 't dan, dat de nood gaat rijzen, hoog, j a bergen hoog, geen nood, want „Bezwijkt dan ooit in bitt're smart, Of bangen nood mijn vleesch en hart. Zoo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed."
16
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 1936
Brochures (TUA) | 47 Pagina's