Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het feestoffer - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het feestoffer - pagina 14

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat zij niet kan toestemmen dat deze opofferingen behooren ondergaan te worden. Welnu, hier is de worsteling van het offer; hier is de poging aan de zijde van het kind Gods, om het kruis te verlaten, de touwen te breken en te ontkomen aan die dingen, welke zoo pijnlijk zijn voor vleesch en bloed. Maar „bindt het feestoffer met touwen, ja zelfs tot aan de hoornen des altaars". Het gebroken hart en de verslagen geest, de teedere consciëntie worden gebonden met zulke sterke touwen van behoefte en somwijlen met zulke sterke touwen van genegenheid, dat hoe tegenworstelend het vleeschelijk gemoed ook is, hoe de weg ook met doornen bezaaid is, hoe ook het mes op de keel schittert, de ziel is echter gebonden aan de hoornen van het altaar, en van de hoornen des altaars kan zij niet weggaan. 3. Ook worden in den Bijbel die dingen waartoe de Geest van God den mensch in staat stelt somtijds offeranden genoemd. „Opdat wij mogen opofferen" lezen wij „geestelijke offeranden", die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus". De Apostel zegt dat „hij van Epafroditus ontvangen had hetgeen van de broederen te Filippi gezonden was, als een welriekenden reuk, een aangename offerande, Gode welbehagelijk: (Filip. 4:18). Zoo zegt hij tot de Hebreeuwsche Kerk" „En vergeet der weldadigheid en der mededeelzaamheid (dat is, voor de behoeften van Gods volk) niet, want aan zoodanige offeranden heeft God een welbehagen", (Hebr. 13:16). Welnu dan, deze geestelijke offeranden die een mensch Gode opoffert worden gebonden aan de hoornen van het altaar. Zij zijn niet welbehagelijk in het oog van God, tenzij dat zij gebonden worden aan de hoornen des altaars, om van dat altaar hun ontvankelijkheid te ontleenen. Onze gebeden zijn slechts ontvankelijk bij God, als zij opgeofferd worden door het kruis van Jezus. Onze gebeden en dankzeggingen zijn slechts ontvankelijk bij God, als zij verbonden zijn met het kruis van Christus, en opklimmen tot den 15

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 23 Pagina's

Het feestoffer - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 23 Pagina's