Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verbondsmatige zelfbeproeving - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verbondsmatige zelfbeproeving - pagina 46

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

te toonen dat de apostel dus, wat men noemt, „algemeen" in zijn schrijven was, hetgeen bij rustig nalezen van de andere brieven, ook daar zal gevonden worden. M a a r er loopt ook een andere lijn door den brief, volgens welke de mogelijkheid is gegeven, dat toch niet allen Christus toebehooren. Hij schrijft in 8 : 9 „zoo anders (— zoo tenminste) de Geest Gods in u w o o n t " 1 ) en waarschuwt: „maar zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe". In hfdst. 11: „ W e e s niet hooggevoelende, maar vrees; want is het dat God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, zie toe, dat Hij ook mogelijk u niet spare. Zie dan de goedertierenheid en de gestrengheid Gods, de gestrengheid wel over degenen die gevallen zijn, maar de goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid blijft, anders zult ook gij afgehouden worden." Hieruit blijkt dat de vermaning om te vreezen, de waarschuwing tegen afval, de drang tot zelfonderzoek ook terdege in den brief gevonden wordt; niet allen zijn Israël die Israël genoemd worden; maar dat neemt niet weg dat anderzijds de apostel de gemeente ook als geloovige gemeente aanspreekt en ten volle erkent. Duidelijker nog blijkt dit (merkwaardig!) uit de brieven aan de gemeente te Corinthe. Paulus begroet haar als: de gemeente Gods, de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen, en voegt aanstonds daarbij: „Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods die u gegeven is in Christus Jezus, dat gij in alles zijt rijk geworden in hem, in alle rede en alle kennis, gelijk de getuigenis van Christus bevestigd is onder u, alzoo dat het u aan geen gave ontbreekt, verwachtende de openbaring onzes Heeren Jezus Christus God is getrouw, door welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van zijn Zoon Jezus Christus, onzen Heere". Hoezeer moest de apostel oog hebben voor de genade Gods welke hij ook in Corinthe zag blinken, om zóó zijn len brief aan te vangen, alvorens hij tot het bestraffen en vermanen overgaat. En hoezeer geschiedt zelfs dat nog op liefderijken toon! Tot zulk een gemeente met zooveel misstanden schrijft hij nochtans: M a a r uit Hem zijt gij in Christus Jezus (1 : 30). W e l moet Paulus tot hen spreken als tot vleeschelijken, maar het zijn dan toch in zijn oog „jonge kinderen in Christus" (3 : 1), in wie de Geest Gods woont (3 : 16). En na de waarschuwing voor allerlei zonden omdat geen hoereerders en afgodendienaars, enz. het Koninkrijk beërven zullen, laat hij hooren: „En dit waart gij sommigen; M A A R — gij zijt afgewasschen; M A A R — gij zijt geheiligd; M A A R — gij zijt gerechtvaardigd in Hiervan is echter ook een andere vertaling uit den grondtext mogelijk, n.1.: „daar toch de Geest Gods in u w o o n t " .

47

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 76 Pagina's

Verbondsmatige zelfbeproeving - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1936

Brochures (TUA) | 76 Pagina's