,,Gereformeerde verbondsbeschouwing en opvoeding" - pagina 8
Referaat, gehouden op de vergadering van de Vereeniging voor Chr. Geref. Schoolonderwijs in nederland, op 12 Augustus 1936 te Zwolle
waarheid van de stelling zelf. Ten tweede omdat Dr Kraan het in zijn brochure zoo duidelijk bewijst. En ten derde, omdat wij, als Christelijke Gereformeerden ons dus duidelijk en principieel hebben uit te spreken en... naar ons eigen, naar het christelijke gereformeerde beginsel, hebben te handelen bij onderwijs en opvoeding. Er is meer dat we in de genoemde brochure onderschrijven. Dat het verbond der genade de geloovigen en hun zaad omvat, is bijbelsch, al zal de exegese van deze stelling niet altijd op dezelfde wijze gegeven worden. De groote beteekenis van deze „grondrelatie" onderschrijven wij ten volle. Dat bij de opvoeding en het onderwijs daarvan moet worden uitgegaan spreekt van zelf. Dan stelt de schrijver direct uit Bavinck vast, wat gereformeerde verbondsbeschouwing is: „Zij (n.1. de ouders) mogen gelooven, dat hun kinderen vooral de eerste van de beloften, betreffende de wedergeboorte, deelachtig zijn, terwijl deze wedergeboorte met de christelijke opvoeding in het nauwste verband staat. Ontbreekt ze, dan mist ook de opvoeding haar voornaamste doel en vrucht. Want opvoeding is onmogelijk, als zjj niet rusten mag in en uitgaan van de geestelijke gaven, welke God in Zijn bijzondere genade verleent." (Vetgedrukte van ons, v. d. M.) Wedergeboren kinderen hebben wij dus op de gereformeerde scholen en in de gereformeerde kerken en op de gereformeerde catechisatie's en gereformeerde jeugdvereenigingen. „Opdat zij God, hun Schepper recht kennen" De geleerde theoloog zet nu de verbondsbeschouwing van Zwingli, Bullinger, Calvijn e.a. nader uiteen. Deze beschouwing wordt aldus besloten: „Trouwens de Schrift zelf trekt de lijn zoo scherp mogelijk" De scherpte van die lijnen hebben wij in deze brochure allerminst gezien. Ook Dr Kraan is spoedig gereed om hen, die niet denken als hij, te veroordeelen als ethischen en remonstranten. Op blz. 16 schrijft hij, dat de reformatie haar uitgangspunt niet nam in de bondelingen. Evenmin vervolgde zij de levensgeschiedenis der doopelingen, om te zien wat daarin van den Doop terecht kwam, enz. Dit was de methode der vervalperiode der 17e en 18e eeuw. Dat is de ethische lijn, de lijn van beneden naar boven. Natuurlijk verwerpen wij de ethische denkwijze evengoed en even beslist als Dr Kraan. Welke Christelijke Gereformeerde gaat uit van beneden? Ja maar, hoor ik Dr Kraan al zeggen, gij gelooft niet wat God belooft en verzekert, want gij, Christelijke Gereformeerden, moet eerst zien en weten, enz., enz.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936
Brochures (TUA) | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936
Brochures (TUA) | 24 Pagina's