De zonde tegen den Heiligen Geest - pagina 11
Toegelicht in honderd vragen en antwoorden
16. Dat ze willens zondigden en daarin zulk een vermaak hadden, dat ze zich tegen de waarschuwingen van het geweten in, niets van dood of eeuwigheid of ongenoegen Gods aantrokken. Zich liever dood zondigden dan naar God vragen, 2 Kron. 33 : 10. 17. Dat ze hun gemoed lucht gaven, door God te lasteren, 't zij over Zijn souvereiniteit als over Zijn lotsbeschikking, Exodus 22 : 28; Ps. 10 : 3, 13, 74 : 18. 18. Dat ze vrijwillig en welberekend gezworen hebben niet bekeerd te willen worden. 19. Dat ze meenen, dat de tijd van welbehagen en bekeering voor altijd is afgesloten. Ps. 69 : 14; Spreuken 1 : 24, 28. 20. Dat ze zijn als dat „ledige" huis, waaruit Satan vertrok en daarna met bezemen gekeerd en versierd werd, maar waar nu nog vreeselijker bewoners hun intrek namen. Math. 12 : 43—45; Luk. 11 : 24—26. Vr. XVI. Is deze zivarte lijst volledig? Neen, behalve dat nog te noemen is een schuldig zijn aan bespottelijke voorstellingen van het Opperwezen, door woord, gebaar, plaat of geschrift en alle bijtend sarcasme over God en Geestelijke zaken, is hier óók te denken aan Openb. 18 : 5, 21 : 18, 22 : 15. Vr. XVII. Welke gevoelens koesteren zidke beangsten over hun kwaacl en over zichzelf? 1. Dat zij van God overgegeven zijn aan de verharding. 2. Dat ze nu alreeds door de banden der hel worden vastgehouden.
10
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937
Brochures (TUA) | 39 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937
Brochures (TUA) | 39 Pagina's