De zonde tegen den Heiligen Geest - pagina 25

VII.

Ik verwerp den Zoon van Uw welbehagen, Uw Geliefde. VIII. Ik versmaad de belofte van het Vrouwenzaad enz. IX. Die zonde is óók een blameêren van den H. Geest, een lastere7i van Zijn Eer, Naam, van Zijn werk! X. Uw herscheppende genade misken ik met moedwil, Uw voorzeggingen aangaande Christus bespot ik, Uw toebereiden van Zijn lichaam blameer ik, Uw neerdalen op Hem, bij den Jordaandoop ontken en negeer ik, Uw bediening versmaad ik. Het is De zonde tegen den H. Geest en XI. tegenstaan en weerstaan en minachten van Zijn Wegen, van Zijn Werking, van Zijn gaven. XII. Die zonde houdt venzelf een verwerping van den Christus in en dat op een grievende wijze! Zijn Persoon, Werk en Zending en Heil, stuit door deze zonde op verzet! XIII. Zij stelt zich tegen de leer en wonderen van den zaligmaker en is dus een dichtwerper van de deur der genade op het eeuwig nachtslot. Vr. XVIII. Tot ivelke gevolgtrekking komen dus ? Dat deze zonde is: I. Een blameeren, bespotten en lasteren den H. Geest. II. Een verduiveling van den mensch ja, nog lager gezonken zijn dan Satan en

24

we

van een zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen