Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 4

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat wij daar lazen, is een gedeelte uit het gebed van Mozes, den man Gods, en uit dit gebed hebben de Profeet Jesaja en al de andere profeten veelvuldig en overvloedig geput bij het neder schrijven hunner geschriften. Een „man Gods" noemt Mozes zich hier, en dat doet hij op grond van het ambt en het gezag, waarmede de Heere God hem had bekleed. „Een gebed" wordt deze Psalm genaamd, en dat is deze negentigste Psalm ook van het begin tot het einde, ook al komt er veel in voor, dat ons menschenkinderen duister is; maar dat ligt geenszins aan de heilige woorden Gods, die wij voor ons hebben, maar aan de verduistering van ons verstand, en aan de verkeerdheid van ons hart, dat eene soort van evangelie begeert te hooren, dat het ware niet is, en dat alleen, om het geweten te stillen, zonder er begrip van te hebben, metWien wij eigenlijk te doen hebben, en Wien wij rekenschap verschuldigd zijn. Het zal voor den natuurlijken mensch, die niet begrijpt wat des Geestes Gods is, altoos een zeer zwaar stuk zijn, de twee en veertigste vraag en antwoord van onzen Catechismus: „Zoo dan Christus voor ons gestorven is, hoe komt het, dat wij ook moeten sterven? Antw.: Onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen eene afsterving der zonden en een doorgang tot het eeuwige leven;" te rijmen met hetgeen wij in den negentigsten Psalm lezen: want al onze dagen gaan henen door uwe verbolgenheid (vs. 9). Deze schijnbare tegenstrijdigheid moet opgelost worden. En dat valt ook niet zwaar, want, wie dat in waarheid voor zich zeiven weet: „onze dood is geen betaling voor onze zonden, maar alleen een afsterving der zonden en een doorgang tot het eeuwige leven", die kent ook den toorn en de grimmigheid des Heeren, en spreekt van ganscher harte met het genoemde vers van onzen psalm: want wij vergaan door uwen toorn, en door uwe grimmigheid worden wij verschrikt. Wat brengt nu echter de genade, de vreugde van onzen Heere Jezus Christus teweeg?

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 22 Pagina's

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 22 Pagina's