Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gemengde huwelijk - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gemengde huwelijk - pagina 25

Naar Schrift en praktijk beoordeeld

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eens hoe, naar Maleachi's vloekgebed (Mal. 2 : 12) de kinderen uit een gemengd huwelijk geen rechten mochten hebben in het Volk des Verbonds, terwijl bij Paulus zulke kinderen heilig worden geacht en alle rechten des Verbonds bezittende (1 Cor. 7 : 14). Ook Grosheide wijst op dit verschil : „De heiden, die in der waarheid, gelijk hier het geval is, met den Christen tot één vleesch werd, bezit een mate van heiligheid. Gelijk omgekeerd de Israëliet die met heidenen in huwelijksgemeenschap leefde, zich daardoor bezoedelde". 33 De verklaring van dit verschil moet gezocht in de ceremonieele heiligheid, waardoor Israël in de schaduwachtige bedeeling de heiligheid van Gods volk afbeelden moest. Voor het gemengde huwelijk in het Nieuwe Verbond geldt de regel die Calvijn in deze kernachtige woorden heeft uitgedrukt: „dat de godzaligheid van den een krachtiger is om het huwelijk te heiligen, dan de goddeloosheid van den ander om te besmetten". 34 De kinderen uit zulk een gezin worden gerekend naar den geloovigen echtgenoot, zelfs al is deze de vrouw. De christelijke belijdenis geeft in zulk een gezin den toon aan; zij is de maatstaf waarnaar heel het gezin beoordeeld moet worden ; het geloof is het hoogere, dat over het lagere domineert. 35 Tenslotte dient in het oog gehouden dat Paulus in 1 Cor. 7 : 12—14 spreekt over huwelijken, die na de sluiting gemengd zijn geworden. Kort gezegd : geen gemengd huwelijk door bekoring, doch door bekeering. Over de vraag, in hoever het sluiten van een gemengd huwelijk geoorloofd is, spreekt de apostel in 1 Cor. 7 : 39 en 2 Cor. 6 : 15. In eerstgenoemde plaats verklaart Paulus dat een vrouw, wanneer zij weduwe geworden is, hertrouwen mag met wien zij wil, „alleenlijk in den Heere". Duidelijk komt hier uit, dat Paulus het aangaan van een gemengd huwelijk ten stelligste veroordeelt. Zelfs in Corinthe, waar een kleine 33 Grosheide, Korte verklaring I Corinthe, pag. 89—90. 31 Calvijn, Comm. I Corinthe, pag. 122. 35 Bavinck, Geref. Dogmatiek, IV, pag. 579.

23

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 46 Pagina's

Het gemengde huwelijk - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 46 Pagina's