Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 13

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

en bekeering; en wij zoo leeren ook onze toevlucht te nemen onder de vleugelen des Almachtigen. En zijn wij in diens woning opgenomen, o dan krijgt alles spoedig een geheel andere kleur en gestalte. Al zie ik dan ook alle golven en baren van Gods toorn op mij aanvallen, zoo vrees ik niet, want ik werp mij in deze woning Gods, en vlucht, o mijn God! zooals ik ben, in dit Uw vast gefundeerd huis. Wie is die God, die zoo vreeselijk toornt beide over de aangeborene en werkelijke zonden? Hij, die dit moet doen, uit kracht Zijner wijsheid en majesteit, is dezelfde God, die de wereld alzoo heeft lief gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Zoo werpt de Heere ons in Zijnen toorn op het ziek-, op het doodbed neder, nadat Hij ons door allerlei kruis door dit leven heeft geleid, dat niet anders is dan een gestadige dood. Is men wel een enkelen dag zeker, dat men den avond in gezondheid zal bereiken? Is alles hier op aarde niet zoo gesteld, dat zij in waarheid een jammerdal kan genoemd worden? Maar niettegenstaande dit alles, dat niet op te heffen is, wonen wij, die geleerd hebben tot God onze toevlucht te nemen, in een hemelsch paleis, waarin wij goed geborgen zijn, waarin de Heere Jezus Christus Zelve de gastheer is, die ons uit de schatkameren Zijns Vaders alles mededeelt wat wij van noode hebben. En al hebben wij ook voortdurend met onze zonden en ellende te doen, zoodat wij in waarheid verbroken en verootmoedigd worden, zoo zullen wij toch ook niet vertwijfelen, maar tegen alles de toevlucht nemen tot de vrije en souvereine genade van onzen God. In dit paleis smaken wij ook de zoete gemeenschap der heiligen, en daarin vernemen wij met innige vreugde, hoe een kranke broeder, een stervende zuster, die met ons in dit paleis wonen, plotseling ruste bekomen, te midden der benauwdheid, en dat de hoop der heerlijkheid weder opdaagt aan 13

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 22 Pagina's

De vergankelijkheid van des menschen leven (Oudejaarsavondpredikatie) - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 22 Pagina's