Oxford en Edinburg - pagina 11
Oecumenische wereldconferenties der kerken in 1937
eigen voorzitter. V a n de zeker niet minst belangrijke sektie V zal de b e k e n d e jurist van internationalen n a a m , P r o f . M a x H u b e r , de voorzitter zijn. T w e e commissies zullen a a n de conferentie een rapport voorleggen, over: l e . d e belangrijkste verschillen, die bij het voorbereidend werk a a n den d a g zijn getreden en belemmeringen op d e n w e g n a a r d e christelijke eenheid zijn. 2e. d e wijze, w a a r o p d e Kerk op sociaal en politiek terrein heeft te handelen. V o o r a l deze laatste v r a a g is v a n bijizonder belang. H i e r zullen r a a d g e v i n g e n voor praktisch handelen gegeven wonden. Slechts r a a d g e v i n g e n , geen voorschriften. D e conferentie bezit geen wetg e v e n d e macht, die d e v e r t e g e n w o o r d i g e n d e kerken zou kunnen binden. D e conferentie k a n enkel stimuleeren, de actie moet v a n de kerken zelf en v a n hare leden uitgaan.
LAUSANNEBEWEGING. Gelijk reeds w e r d meegedeeld, w e r d o o k voor de beweging voor „ G e l o o f en K e r k o r d e " dadelijk v a n de conferentie te L a u s a n n e ( 1 9 2 7 ) een Voortzettingscomité benoemd om het w e r k voort te zetten, eenige jaren later bovendien een Uitvoerend Comité. M e t den dood v a n bisschop Brent, de geestelijke v a d e r der bew e g i n g , verplaatste het centrum zich v a n A m e r i k a n a a r E u r o p a , d a a r D r . T e m p l e , de aartsbisschop v a n Y o r k , en canon L. H o d g s o n v a n W i n c h e s t e r , tot voorzitter en secretaris werden benoemd, beide behoorend tot d e A n g l i k a a n s c h e Kerk, d i e dan ook in de geheele b e w e g i n g de leidende positie heeft. H e t eerste werk v a n het voortzettingscomité b e s t o n d in d e toezending v a n de „ v e r k l a r i n g e n " van d e conferentie te L a u s a n n e n a a r de kerken met het verzoek deze te willen bestudeeren en h a r e consideratiën in te zenden. D e verklaringen b e t r o f f e n de onderwerpen, die te L a u s a n n e w a r e n besproken: 1. de roep tot eenheid; 2. d e b o o d s c h a p der K e r k ; 3. het wezen der K e r k ; 4. d e gemeenschappelijke geloofsbelijdenis der Kerk; 5. het geestelijk ambt der K e r k ;
6. d e sacramenten; 7. de eenheid der christenheid en de verhouding der kerk tot deze. i ) G e e n kerk heeft dit verzoek zoo consciëntieus b e h a n d e l d als d e F r a n s c h e . G e d u r e n d e drie achtereenvolgende jaren stonden de onderwerpen o p de a g e n d a der s y n o d e n der „ E g l i s e s R e f o r m é e s E v a n g e l i q u e s " . T o c h k w a m e n v a n tal v a n kerken antwoorden in, die gebundeld onder d e n titel „ C o n v i c t i o n s " verschenen. D e instemming met d e „verklaringen v a n L a u s a n n e " blijkt hieruit vrij a l g e meen te zijn, al ontbreken critiek en voorstellen tot aanvulling of wijziging niet. c . H e t voortzettingscomité besloot om de tweede conferentie m 1937 te E d i n b u r g te houden en stelde als onderwerpen v a s t : I. De genade van onzen Heer Jezus Christus. II. De Kerk van Christus en het Woord van God. III. Kerk van Christus: Ambt en sacrament. I V . De eenheid der Kerk in leven en eeredienst. V o o r elk der onderwerpen w e r d een commissie ingesteld. D e commissie voor het eerste onderwerp, onder voorzitterschap v a n den bisschop v a n Gloucester, D r . H e a d l a m , w a s reeds na twee jaren met h a a r arbeid gereed, w a a r v a n zij de resultaten in een lijvig werk, getiteld „ T h e doctrine of Grace" publiceerde. D e opvattingen over d e genade, die gevonden w o r d e n in het N i e u w e T e s t a m e n t , bij d e G r i e k s c h e K e r k v a d e r s en de Latijnsche tot A u g u s t i n u s , bij A u g u s t i nus in de M i d d e l e e u w s c h e en nieuwere R o o m s c h - K a t h o l i e k e beschouwingen, bij Luther, Melanchton, Z w i n g l i en Calvijn, in het Christelijk mysticisme, in de O r t h o d o x e kerk, bij de M e t h o d i s t e n en in de D u i t s c h e E v a n g e l i s c h e theologie v a n a f Schleiermacher, w o r d e n hierin b e h a n d e l d door v o o r a a n s t a a n d e theologen, tot de v o o r n a a m s t e confessies behoorend. W e l m a g in het v o o r w o o r d g e z e g d worden, dat deze publicatie, resultaat v a n oecumenisch theologisch onderzoek, in de kerkhistorie unique is. D e commissie g e e f t reeds eenige conclusies, waarin men tot overeenstemming is gekomen. Z o o w o r d t over de beteekenis der genade gezegd: „Wij stemmen hierin overeen,
dat de goddelijke
genade,
. . in Jezus
i ) Het is bekend, dat alleen de opgestelde „oproep tot eenheid" als besluit der conferentie is aanvaard, terwijl voor de andere onderwerpen „verklaringen zijn aangenomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937
Brochures (TUA) | 17 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937
Brochures (TUA) | 17 Pagina's