Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dialectische theologie - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dialectische theologie - pagina 10

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr Kuyper wijst ons daar op het gevoelen van de ethische richting, die ook uitgaat van de tegenstelling, die er tusschen God en mensch bestaat. God is de Schepper en de mensch is het schepsel. God is oneindig en de mensch is eindig. God is in het eeuwige en de mensch is in den tijd. Zoolang deze tegenstellingen bestaan blijven, is er, zoo beweren zij, geen eenheid, geen samenvoeging. En gelijk nu de wijsgeerige pantheïstische scholen ons geleerd hebben van drie stadia, die het leven doorloopt, eerst van stelling (these), dan van tegenstelling (antithese) en eindelijk van verzoening van deze beide in de saamstelling (synthese), evenzoo nu leert de ethische richting, dat er tusschen God en mensch these, antithese en synthese bestaat. Eerst is God er. Dit is de these, hetgeen gesteld is. Tegenover die these in God, treedt nu in den mensch een antithese, een tegenstelling op. En die beiden, God en mensch, these en antithese vinden nu haar verzoening, of synthese in den Middelaar. Eerst is God er en God is oneindig, heilig en eeuwig. Daartegenover treedt nu de mensch op, die eindig, onheilig en in den tijd is. En om deze beide te verzoenen, komt dan de Middelaar, die tegelijk eindig en oneindig, met schuld beladen en heilig is, tegelijk in den tijd en in het eeuwige. Men herinnert zich onder anderen Prof. Gunnings werkje: De Middelaar Gods en der menschen, blz. 28: „Jezus Christus is de Middelaar, gelijk tusschen Jood en heiden, zoo ook tusschen alles, waar verzoening, bemiddeling noodig is. God en mensch, geest en lichaam, hemel en aarde, eeuwigheid en tijd." Dan wijst Dr Kuyper op de grondfout van de ethische theologie. Het onderscheid, dat er is tusschen God en mensch, wordt nooit opgeheven. Dat zou pantheïstisch zijn. God blijft God en de mensch blijft mensch. Christus is niet gekomen om de onderscheidingen, die met de schepping gegeven zijn, weg te nemen. Daar is geen synthese noodig en mogelijk. Hij is niet gekomen om eeuwigheid en tijd te verzoenen, God en mensch. Maar hij is gekomen om den zondaar met God te verzoenen. Op het standpunt van de ethische theologie zou Christus ook in het vleesch gekomen zijn, als er geen zondeval ware geweest. En Gods Woord leert ons zoo anders. Dat Hij is de tweede Adam. Die 10

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 58 Pagina's

De dialectische theologie - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

Brochures (TUA) | 58 Pagina's