Het formulier van den kinderdoop - pagina 15

schrijft: „ T e dier tijd brachten zij kinderkens tot Jezus opdat Hij ze zoude aanraken. En de jongeren bestraften degenen die ze brachten. Doch Jezus nam hun dat zeer kwalijk en sprak tot hen: „Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert ze niet, want derzulken is het rijk Gods. Voorwaar Ik zeg u, wie dat rijk niet ontvangt als een kindeken, die zal daar niet inkomen. En hij ontving ze in Zijne armen en legde de handen op hen en zegende ze." Uit deze woorden is het openbaar, dat ook onze kinderen in Gods rijk en verbond zijn, en daarom ook den doop als een zegel des verbonds behooren te ontvangen, al is het dat ze de verborgenheid des doops door jonkheid van jaren nog niet verstaan, evenals ook de kinderkens door Jezus Christus zelf met woorden en werken gezegend zijn, en gelijk in de oude kerk ten achtsten dage besneden werden, hoewel ze noch den zegen des Heeren, noch de verborgenheid der besnijdenis konden verstaan of begrijpen. Bij de bespreking van den inhoud van het doopsformulier zullen wij naar dit lange formulier nog wel eens verwijzen, daar het op sommige plaatsen de bedoeling van uitdrukkingen in 't verkorte formulier nader opheldert.

HOOFDSTUK III. DE INDEELING. Wanneer wij ons doopsformulier aandachtig lezen, dan wordt het duidelijk, dat daarin drie onderscheidene zaken behandeld worden. Allereerst toch wordt de leer des doops in het algemeen uiteengezet, waarom dat eerste deel, dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen