Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het formulier van den kinderdoop - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het formulier van den kinderdoop - pagina 55

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

op het verbond met Abraham Gen. 1 7 : 7 , dan kan nu ook geen anderen grond voor dien doop bedoeld zijn dan het verbond en niet inwendige heiligheid, want dan zou het formulier hier de wedergeboorte in plaats van het verbond stellen en het lidmaatschap der gemeente niet in het verbond maar op zijn labadistisch in de wedergeboorte stellen. Daarbij is zoo even gebeden, dat deze kinderen in genade mochten worden aangezien en Christus worden ingelijfd. Wedergeboren kinderen behoeven toch niet Christus ingelijfd te worden, want er is geen nieuw leven of wedergeboorte buiten inplanting in Christus. Z o u het formulier dan eerst laten bidden om hetgeen even later beleden wordt reeds aanwezig te zijn? Z o o dubbelzinnig is het f o r mulier niet. Geheiligd is hier dus eene voorwerpelijke heiligheid uit kracht des verbonds. Ook op historischen grond moet dit worden erkend. De vraag naar de heiligheid onzer kinderen is afkomstig van Caspar van der Heyden, den opsteller van ons f o r mulier. Hij volgde in hoofdzaak het formulier van de Palz, doch de vragen van het Palzische formulier nam hij niet over. Hij formuleerde drie vragen óf uit het doopsformulier van a Lasco, óf van Micron, zoodat wij, om de beteekenis der eerste doopsvraag te weten, de eerste en tweede vraag uit de forma ae ratio van 1555 van a Lasco eerst moeten beschouwen. A Lasco vraagt daar: 1. Of deze kinderen, die gij aanbiedt, ook zijn het zaad van deze onze kerk, opdat zij door onzen dienst, hier wettig gedoopt worden? 2. Erkent gij ook, dat onze leer, welke gij aangaande den doop en deszelfs verborgenheden gehoord hebt, waarachtig zij, en dat onze kinderen, wel van nature, zooals wij allen, kinderen des toorns en des doods zijn, echter reeds met ons in het Goddelijk verbond, om Christus' wil begrepen, zelve met het door Christus ingestelde zegel van

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1937

Brochures (TUA) | 69 Pagina's

Het formulier van den kinderdoop - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1937

Brochures (TUA) | 69 Pagina's