Redevoeringen - pagina 37
Uitgesproken op de deputaten-vergadering, gehouden te Utrecht op vrijdag 9 april 1937
vraagstuk van verruiming van werkgelegenheid is nog even nijpend als het de laatste jaren was. Dit alles ligt nog voor ons, maar die moeilijkheden kunnen, onder voorzichtige leiding, grootendeels tot oplossing worden gebracht, evenzeer als, door een roekelooze politiek, de toestand voor vele jaren kan worden bedorven. W a a r ik vier jaren, in goede saamwerking met mijn ambtgenooten, door God gesterkt, bijna boven gewone menschelijke kracht gezwoegd heb om ons volk zoo goed mogelijk door dezen zorgelijken tijd heen te helpen, daar voel ik mij gerechtigd tot den oproep aan het Nederlandsche volk om althans het karakter van het gevoerde beleid bij deze stembus te steunen. En wat zal ik thans tot U, mijne naaste politieke vrienden, verder nog zeggen? W i j zijn altijd een minderheid, een kleine minderheid onder ons volk geweest. En toch hebben onze vaderen hun stempel gedrukt op ons volksleven. Zoozeer zelfs, dat, na eeuwen, de sporen daarvan nog merkbaar zijn in kringen die met het levend beginsel van het Calvinisme gebroken hebben. De zuiging van de in het Calvinisme wortelende levensuitingen doet zich in breederen kring dan den onzen gevoelen. Historisch gezien reikt onze invloed verder dan het Calvinisme ,,bij den tel", om een woord van Kuyper te gebruiken. Daarom is de potentieele invloed van de anti-revolutionaire beginselen grooter dan uit dien tel van het aantal belijdende Calvinisten kan worden afgeleid. De onverzettelijkheid Uwer overtuiging, de standvastigheid bij de politieke uiting er van in Kamers, Staten en Raden, kan niet nalaten indruk te maken ook op anderen. Van geen weifelen of wankelen te weten, ook als het heel moeilijk was, is de eere der A. R. Kamerfractie in de nu afgeloopen periode. W a t zal ik dan anders kunnen zeggen dan dit: „Blijft Uzelf!" Dat is in zijn diepsten grond: plaatst Uzelf op den achtergrond en luistert naar wat God van ons verlangt. W a n t uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Oók ons kunnen bij de stembus; óók ons optreden op het terrein van het staatkundig leven. Dat is de diepe zin van het zuivere Calvinisme. En als wij ons daardoor laten leiden, zijn wij tevens getrouw in de roeping, die deze moeilijke tijd van ons eischt. Het Soli Deo Gloria blijve voorts voor nu en alle tijden ons richtsnoer! 37
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1937
Brochures (TUA) | 41 Pagina's