De roeping der kerk in dezen tijd van afval - pagina 16
Rede gehouden op de Theologische Schooldag te Apeldoorn op donderdag 20 mei 1937
allereerst verandering komen, maar voor alle dingen moet er in hem verandering komen. En wel de totale vernieuwing, die in den mensch door de wedergeboorte, de geboorte van boven zonder welke niemand het Koninkrijk G o d s zal zien, tot stand komt. Professor Huizinga, die in zijn b o e k : ,,In de schaduwen van morgen", een diagnose geeft van het geestelijk lijden van onzen tijd, zegt e r g e n s : „ N o o d i g is een inwendige loutering die de individuen aangrijpt. D e geestelijke habitus van de mensch zelf moet veranderen. Hij herinnert dan aan de katharsis der oude Grieken, de zuivering van het gemoed, die voortspruit uit het begrepen hebben van een diepere grond der dingen. Een nieuwe geestelijke houding is noodig". D e Kerk moet hier de dingen iets dieper fundeeren op grond der Schrift. Niet slechts katharsis heeft zij te prediken, maar van de w a r e levensvernieuwing, die in de wedergeboorte tot stand komt in den van G o d afgevallen zondaar. D e Kerk spreke van de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekeering. Niet alleen van bekeering maar ook vooral van wedergeboorte waaruit de waarachtige bekeering tot G o d opkomt. In verschillende hedendaagsche groepen verwaarloost men de wedergeboorte ten koste van wat men de bekeering noemt. M a a r hier geldt het w o o r d : ,,niet wat de mensch doet om tot G o d terug te keeren beslist, maar wat G o d doet om den mensch tot zich terug te brengen". E n dan blijft de wedergeboorte het genadewerk, dat G o d in den mensch doet opdat die mensch G o d zijn M a k e r en Formeerder weer recht zou dienen en liefhebben. Als een wedergeboren mensch zal de mensch van onze tijd de ware geestelijke vernieuwing hebben ontvangen en daarin ook het waarachtige heil. E n dan heeft de Kerk in haar schoone geloofsbelijdenis een bron van heil voor een uitgeleefde wereld, die zoekt naar troost en verlossing, zonder te weten waar die te vinden. D a t heil ligt dan niet alleen in de boodschap van genade voor schuldige en verloren zondaren, maar ook in de geheel nieuwe wereld- en levensbeschouwing, waarvan het Kruis van Christus het middelpunt is. D e zoo druk doende wereld van heden is toch een uitgeleefde wereld; ze heeft zich uitgeleefd en is bezig haar eigen dood te sterven, want buiten Jezus is ook voor deze wereld geen leven, maar is zij ten doode gedoemd. Ondanks haar stoute woorden zoekt zij naar troost, naar levensvervulling, maar zij weet niet, waar zij deze vinden moet. Het is de roeping der kerk haar te wijzen den weg naar het kruis, die tegelijk ook een weg is van het kruis. D e weg des kruises is de weg des levens men heeft dit de geheele levensphilosophie van het Christendom genoemd. In het kruis van Christus worden G o d en mensch weer met elkander verzoend. In het kruis komen hemel en aarde tot elkander. Het leven door de zonde zoo doelloos, kleurloos, troosteloos en hopeloos geworden, dat „ontwrichte" leven krijgt door Christus' 14
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 1937
Brochures (TUA) | 24 Pagina's