De basis van de eenheid der wetenschap - pagina 20
Referaat voor de twee-en-twintigste Wetenschappelijke Samenkomst der Vrije Universiteit op 30 Juni 1937
het formeele kan ook het materieele in de w e t e n s c h a p worden gemist. Een louter formeele w e t e n s c h a p kan net zoo min één oogenblik b e s t a a n als een louter materieele. D a a r o m kan er ook van een formeele eenheid der w e t e n s c h a p , wel b e s c h o u w d , geen s p r a k e zijn. Immers, w a a r de w e t e n s c h a p zelf nooit exclusief formeel kan wezen, kan ook h a a r eenheid het niet zijn. Men zou dan toch in de situatie worden g e plaatst, dat aan de w e t e n s c h a p , die èn formeel én materieel een is, iets werd t o e g e v o e g d , dat materieel geen w e t e n s c h a p is, maar alleen vormelijk d a a r m e e werd verbonden. Dat zou neerkomen op een fusie van h e t e r o g e n e g r o o t h e d e n . Naar buiten moge dit den indruk van eenheid w e k k e n , inderdaad b e r u s t die eenheid op g e z i c h t s b e d r o g . Van de w a a r a c h t i g e eenheid der w e t e n s c h a p is zij ver verwijderd. Op zichzelf genomen b e h o e f t de eenheid n o g niet de eenigheid in te sluiten. De g o u d g e l e aar o p het korenveld vormt een eenheid, w a a r v a n de teleologische structuur tot b e w o n dering stemt. Niemand zal echter uit de eenheid van dat p r a c h t i g e n a t u u r p r o d u c t afleiden, d a t zij de eenigheid involveert, m.a.w. dat er m a a r één aar is. W a n t rondom h a a r wuiven zulke e x e m p l a r e n bij miljoenen. Het paleis op den D a m geeft door zijn architectonische eenheid een gevoel van aesthetisch b e h a g e n . De Nederlander pleegt te oordeelen, dat het eenig op de wereld is. Maar het zou geimiteerd kunnen w o r d e n . Op een a n d e r e p l a a t s o p g e t r o k k e n en voor eenzelfde doel bestemd, misschien n o g in de onderdeelen geperfectioneerd, zou het gelijke, zoo niet hooger w a a r d e kunnen vert e g e n w o o r d i g e n . De eenheid van een s t a a t beteekent allerminst dat er geen a n d e r e staten nevens hem recht hebben op een p l a a t s onder de zon. Geheel a n d e r s is het gesteld met generieke grootheden. W i e de eenheid van den kosmos a a n neemt, spreekt d a a r m e e tevens uit, dat er voor n o g een anderen kosmos geen p l a a t s is. Bestond er nog een a n d e r e „ k o s m o s " , dan zou deze noch die, w a a r o p wij doelen, in w a a r h e i d een k o s m o s zijn. Onze voorstelling van den kosmos heeft uitbreiding noodig, het b e g r i p k o s m o s niet. D a t is ident met het universum, het heelal, w a a r t o e al het g e s c h a p e n e behoort. Zoo volgt ook uit de eenheid van het menschelijk geslacht
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 juni 1937
Brochures (TUA) | 37 Pagina's