Een inleiding tot het Kort-Begrip met vragen en antwoorden - pagina 45

TOELICHTING. Jullie hebt allemaal weieens kindertjes zien doopen in de Kerk. Heb je jezelf weieens afgevraagd: „Waarom werd ik gedoopt?" Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we ons te binnen brengen wat God heeft gedaan en gezegd. Wij herinneren ons allenwel, dat God Zijn Verbond sloot en tot Abraham zeide: „Ik ben uw God en de God van uw zaad". Dat is het, waaraan we nu hebben te denken. De kinderen der geloovigen zijn geplaatst door God zelf in de verhouding van een verbond met God. Dat hebben de ouders niet gedaan, ook heeft de Kerk dat niet gedaan. Dat is Gods werk. En God deelt ons mede, dat Zijn wondervolle belofte des heils niet alleen is voor de ouders, maar ook voor hun kinderen. „Want u komt de belofte toe en uwen kinderen". (Hand. 2 : 39). Daarom komt iedere geioovige ouder met zijn kind om het te laten doopen. Hij legt beslag op de belofte van God en vraagt, dat God het heil zal geven aan zijn kind en hij gelooft, dat God het heeft gegeven aan hemzelf. De belofte om dat kind nu ook op te voeden als toebehoorende aan God, is daarbij gegeven. En de geloovende ouder bidt: „Heere, leidt het zoo, dat mijn kind bij het opgroeien mag leeren in U te gelooven, U te gehoorzamen en te vertrouwen". Zoo begrijpen we het, waarom de kinderen der geloovigen zijn gedoopt als leden der Kerk. DE LEERAAK EN ZÏJN KLAS. Het zaad des Verbonds. De Doop is bedoeld voor de geloovigen en hun kinderen. Er is geen nadrukkelijk bevel in den Bijbel om de kinderen te doopen. De gronden voor den kinderdoop zijn: 1. Het Verbond met Abraham was oorspronkelijk een geestelijk Verbond. Dit blijkt uit de manier, waarop de beloften zijn verklaard in het Nieuwe Testament. 2. De doop is gekomen in de plaats der besnijdenis. 3. De kinderen deelen in de beloften met hun geioovige ouders. Afgezonderd. De gedoopte kinderen moeten herinnerd worden aan de beteekenis van hun doop. Zij behooren tot de Christelijke Kerk en zijn onderscheiden van de kinderen der ongeloovigen. Onze Plichten. Bij den Heiligen Doop ontvangen we een zegen en worden we verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Bij dit laatste denken we aan: God aankleven; Hem vertrouwen en liefhebben; de wereld verlaten, onze oude natuur dooden en in een nieuw godzalig leven wandelen. Oefening. De oefening, (training) van de kinderen des Verbonds moet op alle tijden en plaatsen geschieden, overeenkomstig het beginsel van het Verbond der Genade. 43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen