Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STRAF EN TUCHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STRAF EN TUCHT

Naar aanleiding van de regionale vergadering van 21-l-, 77 te Rotterdam. Inleider was de heer J. de Ruiter.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In vroeger dagen is er van een strafprobleem op zichzelf nooit sprake geweest. Het gold als vanzelfsprekend, dat er na een zedelijk of juridisch vergrijp straf geoefend behoorde te worden.

Wanneer omschreven moet worden wat straf inhoudt, zou het als volgt gedaan kunnen worden: straf is een leed, dat van rechtswege onder bepaalde voorwaarden wordt toegevoegd aan de overtreder wegens een door hem gepleegd onrecht.

Wat de tendens van de straf betreft, had de straf in gezin als samenleving een andere strekking dan alleen van tuchtiging. Tuchtiging zouden we kunnen noemen een maatregel met een opvoedkundig doel, terwijl we straf als een vergelding voor een begaan vergrijp kunnen betitelen. De voornoemde vergeldingsidee dateert evenals die van de wraak reeds van zeer oude tijden. De bloedwraak beantwoordde reeds aan het vergeldingsprincipe en wraak-idee.

Geschiedenis van de straf

In het Oude Testament lezen we dat zij die God trotseerden en Zijn naam lasterden vergelding stond te wachten. De doodstraf voerde de ban uit het leger. Door de weg van voldoening werd het Goddelijk recht hersteld. De gerechtigheid Gods vordert, dat de mens, die zich aan overtreding van Gods wet schuldig maakt, voor die overtreding zal boeten. In het werkverbond had God schuld en straf onafscheidelijk aan elkaar verbonden. Merk op dat zelfs Adam in de staat van onschuld (recht) ontzag werd ingeboezemd door een bedreiging van vergelding.

Tot het begin van de 19e eeuw zag men de zin van de straf als vergelding om via die vergelding tot herstel van de geschonden rechtsorde te komen.

Na die tijd zijn er nieuwe inzichten gekomen welke baanbrekend zijn geworden voor de huidige visie op het strafbegrip. De filosoof Kant was feitelijk al aansprakelijk voor de ondergraving van de vergeldingsidee, door te stellen dat de mens als zedelijk vrij schepsel aan zichzelf

als zinnelijk wezen wetten stelt. In de periode na Kant heeft zich dat proces van de uitholling van het strafbegrip al meer consequent door gezet. Men kwam tot de bewering, dat de mens alleen kwaad bedreef, omdat hij trachtte te gehoorzamen en anderen wilde laten gehoorzamen door het vaststellen van wetten; als iedereen vrij kon doen, wat hij werkelijk zou willen, op ieder moment, dan zouden allen ook redelijk handelen. Geen redelijk mens zou een ander tekort doen.

Het behoeft ons niet te verwonderen, dat met deze kentering in de opvatting op ethisch gebied ook een crisis in de ideeën op het terrein van het eigenlijke strafrecht en van de criminologie gepaard ging.

In het oude strafrecht was de aandacht op de daad gericht en de straf moest in een volstrekte objectiviteit beoefend worden. Er waren vaste objectieve normen waarnaar , , j, j ij j j de daad beoordeeld werd en zonder aanzien des persoons moest dan ook gestraft worden. Terwille van de objectiviteit moest de strafrechter zo weinig mogelijk van de misdadiger afweten.

Moderne visie op het strafbegrip

Later vond men het onbevredigend om door uitsluitend van de daad uitgaande tot straffen over te gaan. Om de "daad" te kunnen beoordelen was kennis van de dader en zijn sociale achtergronden onmisbaar. Het zijn de z.g.n. menswetenschappen die de nieuwere inzichten in de hand gewerkt hebben. Men ging als gevolg van de Verlichtings-• ideeën de samenleving als de grote schuldige aanwijzen.

Daar nu de subjectieve gesteldheid van de individuele "dader" steeds meer leidinggevend principe in strafrecht wordt, gaat men terugdeinzen om van schuld te spreken. Het is dan ook te begrijpen dat de grenzen van volledig toerekenbaar en minder toerekenbaar gaan verdoezelen als de dader met zijn sociale achtergronden centraal staat. Een diepgaande invloed heeft ook hier de moderne psycho-analyse

geoefend. De psychiater doet nu zijn intrede in het strafproces. En het is ten onzent Dr. Baan, directeur van de "Dr. van der Hoeven-kliniek", die de rechtspraak en de berechting niet meer in de sfeer van gezag en macht wil doen plaatsvinden, maar in een gelijkwaardige ik-gi; relatie wil brengen, daar naar zijn mening het gezag de specifieke menselijke waardigheid in de mens, die misdeed, miskent.

Naar onze mening is het onverantwoord zoals de psychologie het fenomeen schuld en straf hebben pogen te benaderen. Men schuift de transcendente achtergrond der dingen, waar zij ten diepste hun oorsprong vinden, weg. De psycholoog verhumaniseert en verpsychologiseert de begrippen schuld en straf volledig. Straf mag geen straf meer heten en ook niet zijn, want zegt men, straf heelt niet, maar wekt agressiviteit. Ook stelt de psycholoog in het strafproces de rechter, alsmede de delinquent met zijn driftleven centraal. Gevolg: straf kan geen straf meer zijn en er kan ook geen strafoefening plaatsvinden.

Wat zegt de Bijbel?

De oorsprong van de straf ligt niet in de mens, in zijn redelijk bestaan en in zijn driftnatuur, maar in Hem, Die hemel en aarde geschapen heeft en die uit oorzaak der verdorvenheid des menselijken geslachts, Koningen, Prinsen en Overheden verordend heeft; willende, dat de wereld geregeerd worde door wetten en politiën, opdat de ongebondenheid der mensen bedwongen worde, en het alles met goede ordonnantie onder de mensen toega.

Tot dat einde heeft Hij de Overheid het zwaard in handen gegeven tot straf der bozen en bescherming der vromen.

Het valt niet te ontkennen dat farizei'sme en sadisme in het strafproces voorgekomen zijn en aog voor kunnen komen met de noodlottige nasleep daarvan. Maar te zeggen, dat straf volkomen bij het dressuursysteem in strafrecht en opvoeding past, is goddeloos.

Men zet zich af tegen het gezag en de Bijbelse notities van de erfzonde. Ook de moderne Pelagius wringt zich in allerlei bochten om aan te tonen dat de mens van nature goed is en het kwaad in navolging doet. De Heilige Schrift oordeelt anders. Zij legt het zwaard in de handen der overheid tot straf der bozen en de roede in de hand van ouders en onderwijzers, omdat deze krachtens de ordening Gods met gezag over de kinderen en leerlingen bekleed zijn. De roede met liefde gehanteerd, is voor kind en leerling noodzakelijk en heilzaam. (Spreuken 13, 19, 21 enz., Hebr. 12, Openb. 3).

De straf opgelegd door rechter, ouder of onderwijzer is dus zinvol, maar alleen zinvol als ze voltrokken wordt in opdracht van God als de hoogste en tenslotte de enige Rechter. Een onvolmaakt, zondig mens heeft niet het recht een medemens te straffen, maar een mens

met macht bedeeld, hetzij als rechter, hetzij als opvoeder heeft de opdracht de ongebondenheid te beteugelen en het boze te straffen. En bij dit straffen komt ook het vergeldingskarakter voor de dag, omdat wij de straf in verband moeten zien met de toorn van God. God straft omdat Hij vertoornd is. Wat de mens zaait, zal hij ook maaien en in de dag des toorns zal Hij een ieder vergelden naar zijn werken.

Is straf nu alleen maar een vergeldingsmiddel? Nee, straf is ook een opvoedingsmiddel. Omdat wij ook in de justitionele straf opvoeden willen, kunnen we straf ais vergeldingsmiddel niet missen. Er wordt in de straf, en wel opzettelijk, een bepaald leed aangedaan, om degene die iets misdaan heeft eraan te herinneren, dat er een orde is, die niet straffeloos geschonden mag worden. Maar intussen is straffen ook tuchtigen. Men straft niet slechts omdat er gezondigd is, maar ook opdat er niet verder zal gezondigd worden. Wij moeten geen zinloze straf opleggen, want dit wekt juist agressie, een straf moet opgelegd worden om Gods wil tot welzijn van de overtreder.

J. de Ruiter

J. van Houselt.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1977

Criterium | 36 Pagina's

STRAF EN TUCHT

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1977

Criterium | 36 Pagina's