PIONIERS AAN HET WERK, intervieuw met H.Doeleman
Aan de Rijksstraatweg in Rijsoord, gemeente Ridderkerk, staat een historisch schoolgebouw. Op 14 mei 1940 ondertekende generaal Winkelman daar de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten aan de Duitse overheersing. Nederland was bezet gebied.
De tijd ging voorbij. De oorlog werd beëindigd. Het schoolgebouw staat er echter nog. In dit gebouw is vandaag aan de dag het protestants christelijk vormingsinstituut "De Poort"gevestigd.
Onder enthousiaste leiding van de directeur, de heer H. Doeleman, vervullen vele jongeren, voornamelijk van reformatorische huize, daar hun gedeeltelijke, twee daagse leerplicht. Met de heer Doeleman, jarenlang onderwijzer en later hoofdonderwijzer op twee lagere scholen in Rotterdam, hadden we een onderhoud over het vormingswerk in het algemeen en het reformatorisch vormingswerk in het bijzonder. En dat dat veelal nog pionierswerk is in een verlatenheid van onkunde en wanbegrip dat bij velen bestaat, werd ons die middag in "De Poort" wel duidelijk.
HET ONTSTAAN VAN HET VORMINGSWERK
Mijnheer Doeleman, kunt u ons in het kort iets meedelen over het ontstaan van de gedeeltelijke leerplicht en van het vormingswerk?
Ja. Daarvoor moeten we terug naar de vorige eeuw. Toen ontstond voor het eerst verzet tegen de kinderarbeid van kinderen beneden de twaalf jaar. Bekend is het kinderwetje van Van Houten van 1874. In 1893 werd een bepaling aan de wet van 1889 toegevoegd waarin stond dat het voor een persoon beneden de zestien jaar verboden was arbeid te verrichten in een fabriek of werkplaats, tenzij elke week zes uur onderwijs werd gevolgd.
Het heeft tientallen jaren geduurd eer dat het in 1919 kwam tot een wettelijke regeling en ook vele jaren voordat een en ander ook nog eens werd nageleefd.
Een belangrijke stoot is ongetwijfeld geweest de grote demonstratie van 1 november 1969, waarbij meer dan 10.000 jongeren naar Den Haag trokken om aandacht te trekken voor meer opleiding en vorming.
Zo werd op 1 augustus 1971 de leerplicht verlengd tot negen jaar en daarbij een gedeeltelijke leerplicht ingevoerd. Momenteel is men verplicht tien jaar volledig dagonderwijs te volgen en zijn werkende jongens en meisjes van 16 jaar verplicht twee dagen onderwijs per week te volgen.
Het was dus niet tijdens het kabinet Den Uijl dat de gedeeltelijke leerplicht werd ingevoerd? .....
Integendeel. Tijdens het kabinet Den Uijl is de ontwikkeling eerder vertraagd. Dat hing natuurlijk samen met de ideeën van de voormalige minister van onderwijs Van Kemenade om met ingang van 1980 de leerplicht voor volledig dagonderwijs tot 18 jaar te verlengen.
Wel zien we echter in vele vormingsinstituten in den lande dat de gehele sfeer gekenmerkt wordt door onchristelijke en maatschappijkritische benaderingen.....
Maar dat heeft een andere oorzaak. Op de universiteiten is de marxistische invloed erg groot geworden. De studenten van de universiteiten zijn de leraren van de sociale academies geworden en het zijn vaak leerlingen van de sociale academies die vormingsleiders op de instituten worden. Deze tendenzen behoeven echter nog niet beslissend te zijn voor elk vormingsinstituut.
Hoe komt u dan aan het personeel voor het reformatorisch vormingsinstituut? Er is slechts één gereformeerde sociale academie in Ede en die heeft nog maar kort geleden haar eerste geslaagden afgeleverd.....
Wij hebben bijna geen mensen die afkomstig zijn van een sociale academie. Die er zijn, komen van de sociale academie uit Ede. Wij hebben mensen met onderwijsbevoegdheden. Wij gaan er namelijk van uit, en dat heeft met de hele werkwijze in ons instituut te maken, dat onderwijs en vorming samen dienen te gaan. Daarom hebben we ook steeds geprobeerd om een zo groot mogelijk aantal onderwij sbevoegdheden in het instituut samen te brengen zodat we de jongeren vele keuzemogelijkheden aan kunnen bieden. Van het begin af aan hebben we willen voorkomen, dat er "gerommeld" zou worden. Voor alle bezigheden hebben we daarom steeds gezocht naar deskundigen, die de jongeren ook werkelijk iets kunnen leren.
WERKWIJZE
Kunt u ons iets meer van die werkwijze vertellen?
Ja. Allereerst werken we met zogenaamde programma's. Dat zijn min of meer afgeronde gehelen die zo gevuld worden, dat de cursisten jaarlijks een bepaalde leergang doorlopen. We kennen de volgende soorten programma's:
- motiverende programma's: bedoeld om leerlingen bewust te maken van hun plaats en opdracht in de samenleving en van de toerusting die ze daarbij nodig hebben;
- algemeen-oriënterende programma's: samen met de jongeren wordt gepoogd te komen tot een bijbelse visie op allerlei maatschappelijke verschijnselen, zoals gezagsverhoudingen, werksituaties, rijkdom en armoede, intermenselijke relaties, literatuur, mode, enz.;
- beroepen-oriënterende programma's: alle mogelijke beroepskeuzemogelijkheden worden met elkaar doorgenomen en daar uit wordt door de cursist een voorlopige keuze gemaakt, waarna verdere uitdieping mogelijk is;
- studievaardigheidsprogramma's: de jongeren wordt gepoogd inzicht te geven in eigen leergedrag. We oefenen onder meer in het
maken van uittreksels en aantekeningen, gebruik van handleidingen, het begrijpend lezen, enz..
Verder sprak u ook over keuzemogelijkheden? ...
Ja, dat zijn dan de keuzeprogramma's. Elke cursist stelt een eigen pakket van bezigheden samen, natuurlijk op grond van eigen interessen, en besteedt aan elk onderdeel een bepaalde tijdsduur. Gekozen kan bijvoorbeeld worden uit handenarbeid, fotografie, typen, EHBO, winkelassistent, koken, enz..
U noemde het instituut een instituut voor vorming èn opleiding? ...
Ja, wat dat aangaat zijn wij een eind vooruit. We verzorgen aan ons instituut een aantal opleidingen waardoor voor bepaalde diploma's gewerkt kan worden. Zo worden door het ECABO hier lessen gegeven voor een opleiding voor de detailhandel. Via het IVIO in Lelystad kunnen leerlingen die bijvoorbeeld hun MAVO niet hebben afgemaakt, bij ons toch nog het diploma behalen. Door het werken in kleine groepen kunnen we sommige leerlingen, die door gebrek aan doorzettingsvermogen in het verleden strandden, nu opnieuw een kans bieden. Ook zijn er wel meisjes die van scholen voor huishoudonderwijs komen en in de verpleging willen. We proberen dan via schakelcursussen van het IVIO of het PBNA de mogelijkheden te bieden toch in de verpleging te gaan.
Zo zoeken we voor elke leerling naar de beste mogelijkheden, zowel voor dat de cursus aanvangt als na tien weken in een evaluatiegesprek.
LEERPLICHT
Lijdt uw instituut ook onder het grote gebrek aan motivatie, waaronder zoveel vormingsinstituten lijden? ....
Als ik vergelijk met het gewone onderwijs, waar toch ook wel zo'n 20 procent van de leerlingen meegesleept moet worden, dan durf ik gerust te zeggen dat hier zeker 80 procent van de cursisten met zeer grote animo de cursussen en vorming volgen.
Helaas merk ik soms echter bij ouders, bijvoorbeeld tijdens een kennismakingsgesprek, het ontzaglijk gebrek aan interesse. Als de vader bijvoorbeeld aan de moeder moet vragen welke studierichting de zoon op de technische school ook al weer volgt. Dat vind ik heel erg. Hoe moet zo'n jongen ooit gemotiveerd worden?
Zou u dan toch de leerplicht willen verlengen, zo dat de jongeren bijvoorbeeld twee jaar lang part-time onderwijs volgen?
Nee, dat zou ik niet doen. We moeten geen stuk dwang verlengen
voor die jongeren.
Vindt u dan toch die par tiële leerplicht van dat er jaar nuttig?
Ja, juist in onze eigen kringen heb ik de ervaring opgedaan, dat juist onze jongeren moeten leren welke hun plaats in deze maatschappij is. Waarom ga jij naar de kerk? Waarom zie jij dit zus en dat zo?
Hebben juist onze jongeren daarbij niet een stuk leiding nodig? Steun, om straks in de maatschappij voor hun mening uit te durven komen?
Ook wordt in het bedrijfsleven steeds meer de overlegsituatie nagestreefd. Dan moet ook onze jongeren geleerd worden zichzelf te zijn en zichzelf waar te maken.
Kortom, er is een kloof tussen gezin en school aan de ene kant en de maatschappij aan de andere kant. Voorkomen moet worden dat onze jongeren tussen wal en schip raken.
Desondanks blijft die overgang natuurlijk een grote stap en dan is één jaar ook wel weer niet zoveel
Daarom doet zich dan ook het verschijnsel voor dat jaarlijks zo'n dertig, veertig leerlingen uit zichzelf nog eens een jaar terug willen komen. Ergens willen ze toch geborgen blijven in onze zo keiharde maatschappij en dan voelen ze ook dat je met elkaar probeert om elkaar zoveel mogelijk te helpen.
Gezien de situatie op de vele andere vormingsinstituten in het land acht ik het niet juist om de partiële leerplicht te verlengen. Wel zou ik de jongeren na één jaar verplichting een leerrecht willen geven! Wat betreft de plannen voor een voortgezette technische opleiding voor jongeren van zestien tot achttien jaar, heb ik dan ook nog wel mijn twijfels, hoewel een aanvraag weg is: anders missen we als reformatorisch onderwijs straks weer de boot!
Bij de ouders zien we vaak een sterke aversie tegen het vormingswerk. Als ze er enigszins onderuit kunnen, doen ze het. Wat ziet u als oorzaak daarvan?
Voor een groot deel is dit onkunde. Er is zoveel kwaad over gesproken, en men weet niet waar het over gaat. Daarnaast zegt men dat men principieel tegen partiële leerplicht is.
Wij als KLS staan in principe ook afwijzend tegenover de hele leerplicht als zodanig, maar we erkennen wel dat we, nu we eenmaal noodgedwongen de leerplicht hebben aanvaard, we nu niet af kunnen haken nu het de partiële leerplicht betreft
Ook het argument van de jeugdwerkloosheid speelt niet mee. In de meeste sectoren van het bedrijfsleven worden de jongeren graag aanvaard, ook al is het slechts voor drie dagen in de week! De meeste werkgevers hebben dat gewoon aanvaard en hebben er dan ook geen moeite meer mee.
Nu komt er echter nog iets bij. U kent ongetwijfeld de regeling van artikel 8-2a, dat ouders, die vrijstelling van de verplichting om hun kinderen in te laten schrijven wensen, deze vrijstelling niet
krijgen als ze in het voorafgaande jaar hun kind wel gestuurd hebben naar een ander schooltype dat ook niet reformatorisch was. Wat vindt u van die regeling?
Ja, die is natuurlijk niet correct. Wel vraag ik me af waarom men niet meer reformatorische vormingsinstituten in het land heeft opgericht.
Maar worden op deze wijze geen wetsontduikingen in de hand gewerkt, zó, dat men wel het kind laat inschrijven maar dat men vooruit al de beslissing neemt om het kind het instituut niet te laten bezoeken? Of moet men anders het kind dat instituut toch maar laten bezoeken, hoewel hei zoveel ontmoet dat tegen het geweten van het kind indruist? .....
Ik vind dat erg moeilijk. Is een dergelijke oneerlijkheid gerechtvaardigd? Dan moet een ouder de consequentie durven trekken en zeggen: niet inschrijven, met mogelijk als gevolg dat hij voor het kantongerecht moet verschijnen.
Ons is een ouder bekend, die voor het kantongerecht is vrijgesproken op grond van een persoonlijk geloofsgetuigenis.....
Daar heb ik respect voor, maar niet voor een manier van wel inschrijven en niet laten bezoeken.
Maar als ouders nu in onwetendheid hun kind laten inschrijven en die jongen of dat meisje komt er tijdens de lessen achter dat zeer veel tegen Gods Woord indruist, vindt u het dan niet begrijpelijk dat ouders hun kind thuis houden?
Ja, dan is er natuurlijk een bepaalde grond voor
DE POORT
Mijnheer Doeleman, het viel ons op dat het instituut zich protestant christelijk noemt, en niet: reformatorisch. Is daar een speciale reden voor? .....
Nee, dat is zo gegroeid. In den lande staan we gewoon als een refor-
matorisch instituut bekend. In de statuten wordt dan ook als grondslag Gods Woord en de drie formulieren van enigheid van 1618-1619 genoemd. We hebben gezegd: Daar waren de kerken nog op een bepaalde basis dus daar gaan we ook weer beginnen. Elk personeelslid moet dan ook een stuk ondertekenen dat hij daar achter staat.
Nu lazen we, dat uw instituut ook samenwerkt met de christelijke technische school te Zwijndrecht, die de vermelding van "en de drie formulieren van enigheid" niet in de statuten heeft staan. Ziet u dat dan niet als identiteitsverlies? .....
Nee. Ons instituut houdt haar eigen gezicht. Daarnaast kunnen we toch beter met Zwijndrecht samenwerken dan dat we een openbare technische school krijgen toegewezen. Daar komt ook nog eens bij dat De Poort voor elke leerkracht die in haar school komt, toestemming moet geven.
Kunt u verder bij het gestalte geven van het reformatorisch karakter van uw instituut gebruik maken van geschikte methodes? .....
Nee, er is voor ons reformatorisch vormingswerk bitter weinig. Zelf moeten we de stof helemaal opzetten en gereed maken. Wat dat aangaat is het werkelijk pionierswerk.
Dat gemis aan eigen leerstof is natuurlijk een verschijnsel dat zich in het hele reformatorische onderwijs voordoet. Hoe weinig eigen leerstof wordt er op de grote reformatorische scholengemeenschappen ontwikkeld, terwijl die soms al vele jaren aan het werk zijn....
Maar ja, dat kost ook ontzettend veel tijd.....
Mijnheer Doeleman, hebt u nog een slotopmerking?
Door de verkeerde voorlichting die steeds heeft plaats gevonden is het vormingswerk bij veel mensen verkeerd overgekomen. En vraagt u mij hoe het op andere vormingsinstituten soms gesteld is, dan wil ik daarover geen oordeel vellen. Dat wéét ik soms zelfs niet eens. Daar werk ik ook niet.
Maar op ons instituut proberen we ons werk zo goed mogelijk te doen. We zijn, net als in het onderwijs, gewoon gaan werken en proberen als staf het goede voor de leerlingen te zoeken.
En tenslotte, ik ben er ook niet op uit gegaan om leerlingen binnen te halen. Ze zijn uit zichzelf gekomen.....
J. van Beek
C. Dubbeld.
Kennisgeving van vrijstelling van partiële leerplicht.
Degenen, die op 15 a 20 km van een ref. vormingsinstituut wonen, kunnen door middel van onderstaand formulier vrijstelling aanvragen.
Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Woonplaats, datum Ondergetekende, 1) geeft kennis dat 2) aanspraak op vrijstelling meent te mogen maken voor zijn minderjarige 3) , 4) , geboren op grond van artikel 5b van de Leerplichtwet 1969. 2) overwegend bezwaar heeft tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen onderscheidenlijk onderwijsinstituten, waairop zijn 3) ...., geplaatst zou kunnen worden.
Hoogachtend
Handtekening,
Invullen:
1) naam vader of moeder
2) hij of zij
3) zoon of dochter
4) voor-en achternaam zoon of dochter
Let op:
Bovenstaande kennisgeving moet voor 1 juli met de juiste gegevens worden overgeschreven en in een dichte enveloppe worden verzonden aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de minderjarige ingeschreven is in het bevolkingsregister.
In het volgend nummer van Criterium hopen we een lijst van scholen of instituten voor onderwijs te publiceren, waardoor men kan voldoen aan de partiële leerplicht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1978
Criterium | 44 Pagina's