Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de school van Ralph Erskine

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school van Ralph Erskine

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het belangrijkste onderdeel van het onderwijs, dat op gereformeerde grondslag zegt te staan, is het onderwijs in de bijbelse geschiedenis. Bij dat onderwijs dient niet alleen de historie op zich naar voren te worden gebracht. Altijd dient de vraag gesteld te worden: "Wat is de boodschap van dit bijbelgedeelte, en op welke wijze moet in deze vertelling die boodschap aan de orde worden gesteld."

Die boodschap kan betrekking hebben op dingen uit het dagelijks leven. Denk daarbij aan de omgang met elkaar, de omgang met de schepping enz. Vooral gaat het echter om de verhouding van het kind ten opzichte van God. Met nooit genoeg ernst kan het kind gewezen worden op het kwaad der zonde, op de rechtvaardigheid en de goedheid Gods, op de noodzaak van waarachtige bekering, op de twee wegen, die leiden naar de eeuwigheid, op de onzekerheid van het leven, op de zekerheid van de dood, kortom, op de dingen der eeuwigheid.

Het is wellicht goed, om elkaar te wijzen op de dure verplichting en op de ontzaglijke verantwoordelijkheid die we ten opzichte daarvan dragen. Laat er in deze zaken toch geen lauwheid, onverschilligheid of gemakzucht gevonden worden. Wat zou het ontzettend zijn, wanneer kinderen, die we onderwezen hebben, ons in het laatste oordeel "in het aangezicht zouden vliegen", en ons zouden moeten verwijten: "Waarom hebt ge het me niet met meer ernst voorgehouden? Waarom hebt ge me niet gewaarschuwd? "

Ongetwijfeld, als we hiervan enige indruk hadden, zouden we ons wegschamen vanwege de wijze, waarop we nu veelal de kinderen onderwijzen en met de kinderen omgaan. Schuld mocht hierin nog eens waarlijk schuld worden.

Niemand gebruike echter het gemis daarvan als argument om niet met des te meer inspanning bezig te zijn met de voorbereiding van dit onderwijs. Om slechts een voorbeeld te geven, niemand wage het toch om een bijbelse geschiedenis te vertellen, met als enkele

voorbereiding het enkele malen vluchtig doorlezen van het bijbelgedeelte of, nog erger, van een z.gn. kinderbijbel. Niets ontslaat ons van de plicht om nauwgezet het Woord van God ter voorbereiding van onze lessen te onderzoeken.

Nu is ons wel eens de vraag gesteld: Wat moet ik dan de kinderen voorhouden?

Allereerst dient daarop te worden geantwoord, verwijzend naar wat hierboven werd opgemerkt: dat is afhankelijk van het bijbelgedeelte, dat aan de orde is. Het lijkt me niet goed als elke bijbelse geschiedenisles wordt afgesloten met een of andere stereotype opmerking. Toch zijn er wel enkele zaken in het algemeen, die als zuurdesem onze lessen dienen te doortrekken. In dit verband zou ik daarom eens de aandacht willen vestigen op een gedeelte uit de nagelaten geschriften van de onder ons bekende en geliefde Ralph Erskine. In zijn levensbeschrijving (laatst verschenen bij Uitgeverij Kool, 1979, vertaald door ds. J. van der Haar) staat onder meer opgenomen een lijst van vragen, die hij de kinderen tijdens de wekelijkse catechisatie wel eens stelde, als ook een toespraak. Zowel de vragen als de toespraak willen we de lezer eens doorgeven.

Wat blijkt uit een en ander bij Erskine een bewogenheid met zijn arme, jeugdige medereizigers naar de eeuwigheid. Het zij een aansporing voor ons allen om zowel in school als thuis de kinderen getrouw te onderwijzen. Iets van die bewogenheid worde ons geschonken. Bovenal mocht het een middel zijn tot waarachtige bekering, al was het "slechts" voor één kind!

Vragen aan jonge mensen

1. Zijn jullie zo jong, dat je niet ziek kunt worden en sterven? Worden jongelui van dood en graf ontheven? Wat bezitten jullie, boven hen die ouder zijn...., om te verhinderen dat het graf jullie opslokt? Hebben jullie nooit kinderen zien liggen in het koude stof? 2. Zijn jullie nog zo jong, dat je niet naar de hel kunt gaan? Want zoals je wel weet, behoort het tot de eerste vragen die jullie ouders je leert, dat nl. alle verkeerde kinderen naar de hel gaan. Vele jongeren zjin (al) in de hel, die hun tijd wegvloekten en wegzwoeren en die hun tijd (ter bekering) maar uitstelden (Job 36 : 14). "Hunne ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder de schandjongens" (Eng. vert.: Zij sterven in de jeugd, en hun leven is onder de onreinen").

3. Kunnen jullie te vlug goed worden? Kunnen jullie te snel God liefhebben en op je ziel acht geven? Kunt ge te vlug zeker zijn van de hemel; of het te vlug eens worden met Gods oproep om aan je Schepper te gedenken, en Hem vroeg te zoeken?

4. Wat is beter, jullie jeugdtijd aan God of aan de duivel geven? Zou het iemand betamen om op dit punt (tegenover een aardse ouder) te zeggen: "Vader, ik zal tegen u opstaan, nu ik nog jong, en u gehoorzamen, als ik oud ben"? En zult ge dat dan tegen God zeggen?

5. Is niet de jeugdtijd de gewone tijd om je te bekeren? De bekering van een oud zondaar is een wonder, dat God slechts nu en dan werkt. "Een jeugdige heilige en een oude duivel" is een verkeerd spreekwoord, want een jonge duivel kan een oude Beëlzebul worden.

6. Is het niet aangenamer voor God. wanneer je jong tot Hem komt? "Ik heb lief die Mij liefhebben en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden, " Spr. 8:17. "Zo zegt de HEERE, Ik gedenk der weldadigheid uwer jeugd, " Jer. 2 : 2. Het behaagt God zo, wanneer Hij jongeren hoort bidden en loven en hen in Christus ziet geloven en wenen om de zonde. God neemt die ongehoorzaamheid kwalijk, die men Hem betoont van de jeugd af tot de volwassen leeftijd toe. "Dit is uw weg van uwe jeugd af, dat gij Mijner stem niet hebt gehoorzaamd, " Jer. 22 : 21.

O dan, stelt het niet uit. Door vroeg te beginnen, zult ge een menigte zonden en een massa verdriet voorkomen. U zult een voorraad gebeden en een voorraad genades hebben opgelegd. Vreest toch dat woord uit Job 13 : 26: Gij schrijft tegen mij bittere dingen, en Gij doet mij erven de misdaden mijner jonkheid."

Overweegt toch, dat ge in uw natuur vergiftigd zijt, besmet, zodra gij geboren, ja toen ge ontvangen werd. Ge draagt plekken van melaatsheid aan uw hart. Kunt ge dan (de bekering nl.) uitstellen, terwijl deze ziekte uw ziel verteert? Kunt ge dan bezorgd zijn voor vele dingen, en het Ene nodige vergeten? Overweegt ook eens, welk een grote eer en geluk het betekent om 'een oud discipel' te zijn! O. hoe troostvol zal het zijn, als ge het gewicht van de kroon der heerlijkheid en de rijkdom van uw klederen, overeenkomstig uw dienstjaren, ervaart.

Als iemand zegt: "U zou mij godsdienstig willen zien, maar ik heb geen kracht, ik kan niets doen, zelfs nog niet iets goeds denken, "dan antwoord ik: "Kunt gij dan wel zweren en liegen, en beweert ge dat ge niet kunt (Bijbellezen en bidden? Dacht u dan, dat God metzo'n uitvlucht genoegen zal nemen? Of kunt ge daarmee uw eigen

geweten sussen, door te denken dat ge alles gedaan hebt, wat u kan of behoorde te doen? Heeft God geen voldoende reden om u te verdoemen, omdat ge niet gedaan hebt wat u kon en wat u mag doen? Beweer dus maar nooit, dat ge er niet toe in staat was, wanneer u niet deed wat u kon."

Christus' klacht klinkt: Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben, " Joh. 5 : 40. Als u nu vraagt: oe zullen wij dan tot Hem komen? dan luidt het antwoord in vers 39: Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het. die van Mij getuigen." Dus één van de manieren om tot Christus te komen, is het lezen en onderzoek van de Schriften. Het gebed is een andere manier. Allen die tot Christus kwamen om hulp en genezing, kwamen biddend, als de blindgeborene: Jezus, Gij Zone Davids, erbarm U mijner, " of als de melaatse: Heere, indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen, " of als Petrus, toen hij op het punt stond in de wateren te verzinken: Heere, behoed mij!" Weliswaar kan men niet tot Christus komen dan door het geloof en door te geloven, en evenmin kan iemand tot Christus komen, tenzij de Vader hem trekke. Maar toch, zoals de gewone weg, welke het geloof inslaat om tot Christus te komen, bestaat in de plicht van lezen en bidden, zo is het gewone kanaal waarlangs de trekkende kracht van de Heilige Geest loopt, het gebruik van deze werkelijke middelen. Laat daarom jong en oud nauwgezet zijn bij het lezen en bidden, en dus bij het komen tot Christus in die weg, waarop Hij er al duizenden ontmoette; en op die weg zal Hij misschien op de één of andere tijd tot u zeggen: Toen gij onder den vijgeboom waart, zag Ik u." En als ge in die weg volhardt, zegt Hij mogelijk tot u, hetgeen Hij tot Nathanaël zeide: Gij zult groter dingen zien dan deze" (Joh. 1 : 50). "Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet, " Jer. 33 : 3. Want de dingen die Hij voor de wijzen en verstandigen verbergt, openbaart Hij de kinderkens, Matth. 11 : 25.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Criterium | 61 Pagina's

In de school van Ralph Erskine

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Criterium | 61 Pagina's