Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Treiteren op school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Treiteren op school

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In diverse bladen en brochures wordt het laatste jaar aandacht geschonken aan het pesten op school. Tenminste zo wordt het genoemd. Om aan te geven dat we de aanduiding 'pesten' niet geschikt achten om vaak te gebruiken, kiezen we hiervoor het woord 'treiteren'. We zouden het een modeverschijnsel kunnen noemen dat de laatste tijd zoveel over 'pesten' wordt gesproken. Bij deze constatering zouden we het kunnen laten, ware het niet dat elke school die zich op dit verschijnsel bezint tot de erkenning zal komen: het komt ook op onze school voor. De jaarlijkse competentietest in groep 8 registreert het dan ook bijna feilloos. Dit te erkennen komt bij een schoolteam niet plezierig over. De sfeer in school en op het schoolplein ervaren we graag als gezellig. Als kinderen elkaar treiteren wordt dit als een inbreuk daarop ervaren. De school kan het bij een nuchtere constatering laten. Indien dat gedaan wordt, gaan we voorbij aan individueel kinderleed. Daarmee laten we zien dat we onze taak als opvoeder niet beseffen. Bezien moet daarom worden welke oorzaken achter het 'pest'gedrag en het 'gepest' worden liggen.

De school, waarop de schrijver van dit artikel werkt, heeft gemeend indringend hiermee bezig te moeten zijn. Dit artikel bestaat dan ook voor een groot deel uit een notitie die in personeelsvergaderingen is besproken en vastgesteld. En deze notitie heeft geresulteerd in verschillende pogingen het treiteren op school tegen te gaan.

Wat zegt de grondslag van de school hierover?

Het zesde gebod leert ons volgens de Heidelbergse Catechismus 'dat ik mijn naaste noch met woorden of enig gebaar, veel minder met de daad, door mijzelven of door anderen ontere, hate, kwetse of dode'. En zo wordt in vraag 106 vervolgd: 'God, verbiedende de doodslag, leert ons dat Hij den wortel des doodslags, als nijd, haat, toorn en wraakgierigheid, haat en zulks alles voor een doodslag houdt.' Gods gebod is zeer wijd, zegt David. Ook hierin, want geboden wordt 'dat wij onze naaste liefhebben als onszelven, en jegens hem geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid bewijzen'.

Justus Vermeer zegt in dit verband o.a. dat we voor onze naasten geen bijnamen mogen gebruiken. We zouden altijd rekening moeten houden met de belangen en de gevoelens van onze naaste.

Wat verstaan we onder treiteren?

Onder treiteren kunnen we verstaan: het al of niet moedwillig en he lijk uiterlijk of innerlijk kwetsen van een medeleerling, zelf te verdedigen.

De treiteraar is zich niet altijd bewust van zijn kwetsend gedrag. Ook vindt treiteren niet eenmalig plaats, maar herhaaldelijk. Een goedmoedig plagerijtje heeft niet de bedoeling iemand te kwetsen, hoewel iemand die veel getreiterd wordt zo'n plagerijtje als de zoveelste treiterpoging kan ervaren. Het verschil n tussen treiteren en plagen kunnen we als volgt aangeven. Bij plagen:

- is sprake van incidenten en van een 'gelijke' machtsverhouding - is er geen winnaar of verliezer - is het slachtoffer in staat zichzelf te verdedigen - loopt het slachtoffer geen (blijvende) psychische en/of fysieke schade op.

Treiteren kan iemand, zo leert ons de Heidelbergse Catechismus, ook 'met woorden of door gebaar' onteren en kwetsen.

Hoe ontstaat treiteren?

Bij het ontstaan van treiteren denken we aan innerlijke en uiterlijke zaken. Krachtens de val van de mens in het Paradijs heeft elk mens, dus ook elk kind, on een hart dat getypeerd kan worden als 'een vuile bron van wanbedrijven'. Door de algemene werking van Gods Geest kan God in Zijn lankmoedigheid deze 'vuile bron' zo intomen dat de mens niet geheel en al openbaart wat hij in wezen wel is. Als God deze algemene werking inhoudt zal deze 'vuile bron' zich ook meer naar buiten vertonen, zodat er meer helse elementen in het intermenselijk verkeer zich openbaren. Wat dat betreft, is het typerend dat de laatste jaren zoveel over pesten op school wordt geschreven. We kunnen daarbij voegen dat ook de werkingen van Gods Geest steeds minder worden waargenomen. Het lijkt alom verdeeldheid en geesteloosheid in Gods kerk. Het is daarom niet verbazingwekkend dat de opvoeding van onze jeugd in he algemeen zeer te wensen overlaat. Wezenlijk voor de opvoeding is immers de vorming van het geweten. Juist dit laatste schijnt in onze kringen ook steeds minder beseft te worden. Temidden van deze nood moeten opvoeders de kinderen op een christelijke wijze met elkaar leren omgaan. Daarbij zijn ze zelf verdorven adamskinderen, zodat onze sociale contacten ook niet beheerst worden door de waarden van Gods Woord. Onze woorden zouden met zout besprengd moeten zijn, ons gedrag zou van

Christus moeten getuigen. Als dit gemist wordt, dan ontstaat er een klimaat waarin gemakkelijk, zelfs onder het oog van meester of juf, wordt getreiterd. Natuurlijk heeft treiteren altijd plaats gevonden. Immers, de mens heeft altijd een duivels hart van nature. Het probleem is hierin gelegen dat de laatste jaren de treiterende kinderen moeilijker 'aanspreekbaar' schijnen te zijn op hun verkeerde gedrag. Ouders nemen het ook vaker voor hen op.

Het belang van de opvoeding hierin

Uiterlijk gedrag heeft dus als eerste oorzaak de innerlijke gesteldheid van het kind. De taak van de opvoeder is primair dat er een appèl op het innerlijk van het kind wordt gedaan. En juist daar ligt voor ons probleem een aank pingspunt.

In de eerste plaats dient de opvoeding van onze kinderen uit te gaan van de noodzaak de bijbelse waarden en normen de gewetens van de kinderen in te prenten. Dat kan alleen plaatsvinden in een sfeer van gezag in dienstbaarheid, dus gezag gemengd met onderlinge liefde tussen kinderen en leerkracht of ouder. De nood van de tijd dringt ons vooral de gewetensopvoeding van onze kinderen ter harte te nemen. Een opvoeding gebaseerd op de grondslag van de school. Treiteren gedijt slecht in een klimaat waarin gezag, in liefde, saamhorigheid en dienstbaarheid wordt uitgeoefend. Treiteren verdraagt zich niet in een klimaat waarin de geboden Gods liefdevol worden overgedragen. Is dit te optimistisch? Jazeker, als we zien naar de menselijke mogelijkheden, maar de plicht blijft!

Maatregelen

Uitoefening van ons gezag is hierin ook plicht. Treiteren vraagt om maatregelen. Ik wil die onderscheiden in:

1. Maatregelen die christelijke opvoeding bevorderen, waardoor het getreiterde kind beter voor zichzelf leert opkomen en de treiteraar gebeterd wordt.

2. Maatregelen die de groepsband versterken; er moet een sfeer komen waarin treiteren niet past.

3. Maatregelen die de uiterlijke omstandigheden om te treiteren verminderen.

1. maatregelen die de christelijke opvoeding bevorderen

Deze betreffen het functioneren van de leerkracht zelf. Hier botsen plicht en (on)mogelijkheden. Elke opvoeder, elke leerkracht dient zich te verdiepen in de diverse aspecten over deze opvoeding. Hierbij maken we gebruik van verschillende middelen. Denk hierbij in de eerste plaats aan Gods Woord en in de tweede plaats aan Koelmans Plichten der ouders. De Swaefs Gee kwekerij, Wittewrongels Christelijke Huishouding en de vele c klaringen over de Wet des Heeren. Zeer leerzaam zijn in dit verband de on-

langs verschenen brochures over De Christelijke Opvoeding van Meestal wordt daarin ook gewezen op het belang dat het gebod een gebed wordt. Mocht liefde tot de kinderen ons gehele functioneren op school doorstralen. Christelijke opvoeding is nooit in regelgeving te bevatten. Het zal gedragen moeten worden door een waar gebedsleven.

Christelijke opvoeding is genormeerd. Dat betekent dat de activiteiten om het treiteren te verminderen, ook genormeerd zijn.

Vanuit dit kader dienen we in de praktijk er ondermeer naar te streven dat het getreiterde kind beter leert omgaan met anderen en meer voor zichzelf leert opkomen, terwijl de treiteraar voorgehouden wordt dat zijn gedrag niet deugt. De school moet hem leren hoe hij zich sociaal aangepast dient te gedragen.

2. maatregelen die de groepsband verhogen

Elke leerkracht dient in de groep een sfeer van geborgenheid en liefdevol omgaan met elkaar na te streven. Deze sfeer is ingebed in gezag en dienstbaarheid. Een leerkracht met weinig orde en gezag, en een leerkracht met orde middels knoet en veel strafwerk verhoogt een liefdevolle groepsband daar moeizaam. Toch betekent dit niet dat in de groep van deze leerkracht niet liefdevol met kinderen wordt omgegaan. In verschillende situaties kan de groep merken dat de leerkracht het beste met het kind voor heeft. Ik denk hierbij aan het bijbelonderwijs, aan de individuele gesprekken enz. om de kinderen Gods geboden in te scherpen, ook die geboden die te maken hebben met het liefdevol omgaan met elkaar.

De leerkracht moet ook in het oog van de kinderen rechtvaardig zijn. Als er straf verdiend is, dan moet het ook worden gegeven. Met mate! Ze moeten enerzijds beseffen dat hun problemen bij de meester of juf in goede handen zijn en anderzijds dat straf verdiend is en de leerkracht daarmee rechtvaardig tracht om te gaan. Kinderen voelen goed aan of de leerkracht steeds consequent handelt. De leerkracht moet ook proberen de reden van een bepaald leerlinggedrag op te sporen. De overtreding is soms lang zo erg niet als het lijkt. Kortom, kinderen moeten zich in de groep 'thuis' kunnen voelen, geaccepteerd en moeten voelen dat het gezag over de groep met liefde en rechtvaardigheid is gemengd.

Het is duidelijk dat deze maatregelen plaatsvinden binnen een christelijke opvoeding, waarin het gezag in liefde gedijt en waarin de kinderen op hun ge-

weten aanspreekbaar zijn. Een opvoedingsklimaat waarin treiteren taboe is. Als een kind in zo'n groepsklimaat niet aanspreekbaar is dan mag het voelen dat de leerkracht dit erg vindt. Hopelijk wordt plaatsing buiten de groep nog als erge straf ervaren. Er is pas echt reden tot zorg als een kind voor dergelijke straffen niet meer vatbaar is. Het opvoedingsklimaat thuis kan daar debet aan zijn. Ouders kunnen enerzijds met erg harde middelen gezag en orde trachten te handhaven of anderzijds juist door slapheid de kinderen in hun gedrag niet corrigeren. Soms is het opvoedingshandelen van de ouders zo weinig consequent dat beide elementen in de ' opvoeding' worden aangetroffen.

3. maatregelen die de uiterlijke omstandigheden om te treiteren verminderen.

Dit type maatregelen draagt alleen vrucht als het ingebed is in het bovengeschetste opvoedingsklimaat. We hebben ze verdeeld in :

a. Maatregelen met betrekking tot het spelen op het plein (zie ook de rubriek 'Rondom de scholen' in dit nummer).

b. Regels die te verdelen zijn in algemene en in specifieke die met het oog op treiteren zijn ingesteld.

c. Maatregelen waarbij de ouders betrokken moeten worden.

a. Spelen op het plein

- Het speelplein moet uitnodigen tot samenspelen. - Het speelplein moet genoeg mogelijkheden kennen. Nodig zijn: -speeltoestellen waarbij het sociale aspect wordt benadrukt, - ruimte voor rustige spelen - ruimte voor drukke spelen

In dit kader kan het nodig zijn over te gaan tot reorganisatie van het plein. - Er moeten genoeg spelletjes door de kinderen gekend worden om samen te spelen. In dit kader moeten maatregelen worden gezien om de kinderen spelletjes te leren en om hiervoor waar nodig het plein aan te passen. - Pleinwacht is meer dan orde houden. Het is van belang dit met elkaar te bespreken.

b. Het gebruik maken van regels.

Het gedrag van kinderen dient te worden gereguleerd om het treiteren te verminderen. De kinderen hebben zich te gedragen ten aanzien van hun medeleerling. We denken aan:

1. Niet iemand uitschelden

2. Niet iemand met een bijnaam noemen

3. Niet gelijk met een oordeel klaar staan

4. Niet zoveel op elkaar letten; elkaar nemen zoals je bent

5. Niet iemand bespottelijk proberen te maken

6. Niet iemand buitensluiten: als jaargroep spelen

7. Van eikaars spullen afblijven

8. Niet met z'n allen iemand uitlachen

9. Niet hinderlijk lachen

10. Niet roddelen over elkaar

11. Geen 'speelse' vechtpartijen

Er dienen ook duidelijke schoolregels te zijn waaraan ook de hand wordt gehouden. Deze regels vragen een bepaalde mate van uniformiteit, opdat elke leerkracht dezelfde regels hanteert. De personeelsvergadering kan hierin veel stroomlijnen. Tevens is ook in dit verband een actief leidinggeven van de directeur gewenst.

Bij het aanleren of inscherpen van deze regels kunnen we ze uit de groep zelf laten komen.

Bij de kinderen mag echter niet het idee post vatten dat ze zelf hun eigen regels maken. Het is dan ook van veel meer belang dat de kinderen de regels krijgen aangeboden vanuit de norm van Gods geboden. Getracht moet worden de regelgeving te doen aansluiten bij het kinderlijk geweten.

Van belang zijn de geschikte momenten om de kinderen met een regel te confronteren.

Een bijbelles kan bijvoorbeeld aanleiding geven wat dieper in te gaan op de onderlinge omgang of onenigheid tussen kinderen.

Het veranderen van het gedrag van een kind is een zaak van lange duur. Een voortdurend appel op een goede omgang met elkaar is daarom blijvende noodzaak.

Individuele gesprekken zijn van groot belang. Er kan dan ook worden gerelateerd aan eerder besproken zaken tijdens de bijbelles.

Blijft een kind halsstarrig andere kinderen treiteren of op een andere manier onheus behandelen dan kan straf gegeven worden. Ik schrijf het voorzichtig neer.

Want straf mag nooit in automatisme ontaarden, opdat het zijn pedagogische waarde niet verliest.

c. Het betrekken van de ouders bij ons streven

In sommige gevallen is het nodig de ouders bij het tegengaan van treiteren te betrekken.

1. Als een kind een ander kind blijft treiteren, behoren de ouders hiervan op de hoogte gebracht te worden. In samenwerking met de ouders is het gedrag van het kind misschien te verbeteren.

2. Als een kind door uiterlijke kenmerken, zoals kleding, haardracht e.d. het treiteren als het ware 'uitlokt' is het verstandig met de ouders overleg te plegen.

De ouders moeten worden voorgelicht over onze stellingname ten aanzien van treiteren. Het belang van het opvoedingsklimaat thuis kan worden benadrukt.

Voor de ouders kunnen de volgende suggesties van belang zijn ( We maken mede gebruik van 'Van der Meer; Kinderen en pesten, Kosm Utrecht/Antwerpen, pag. 97/98').

Adviezen aan ouders van treiteraars:

- neem het probleem serieus - raak niet in paniek - probeer achter de mogelijke oorzaak van de treiteraar te komen - probeer het kind gevoelig te maken voor wat het anderen aandoet - corrigeer agressieve buien - besteed aandacht aan je kind

Tevens worden adviezen gegeven aan ouders van kinderen die getreiterd worden:

- Als het treiteren net plaatsgevonden heeft, kun je de ouders van de treiteraars opbellen en vragen er met hun kind over te praten.

- Treiteren op school kun je het beste direct met de leerkracht bespreken. - Als je kind al lange tijd getreiterd wordt, vraagt dat om een uitgebreide aanpak. Neem contact op met de leerkracht, ga bij de school kijken en lees boeken.

- Als je er met niemand over mag praten, steun dan je kind, geef het achtergrondinformatie. - Beloon je kind en help het zijn zelfrespect terug te krijgen. - Houd de communicatie open. - Laat je kind opschrijven wat het heeft meegemaakt. - Accepteer de situatie niet.

Misschien moet aan deze lijst van adviezen worden toegevoegd: Bevorder bij uw kind het intensief bezig zijn met een hobby

Van der Meer raadt af om:

- Als ouder zelf met de treiteraar op school te spreken. De ouders van de treiteraar zijn het aanspreekpunt! Maar dan wel kort na de treiterpoging.

Evaluatie

Het is nodig dat de school jaarlijks dit item op de personeelsvergadering evalueert. De vakbekwaamheid van het personeel kan hierin worden verhoogd door zich met elkaar te verdiepen in een detailprobleem. Bijvoorbeeld: Hoe kunnen we de weerbaarheid van de getreiterde kinderen verhogen? Daar 'treiteren op school' een groot beroep doet op de praktijk van de christelijke opvoeding, dient elke - beroepsmatige-christelijke opvoeder zich terdege te vergewissen wat deze opvoeding zou moeten inhouden. Een belangrijke praktische mogelijkheid om het treitersfeer positief te beïnvloeden zijn de maatregelen die de school kan nemen om het leefklimaat op school kindvriendelijk te maken. Vaak is van de speelplaats veel meer te maken dan tot nu toe gedaan is. Van groot belang is in ieder geval de samenwerking tussen school en ouders.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1995

Criterium | 52 Pagina's

Treiteren op school

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1995

Criterium | 52 Pagina's