Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedragsproblemen in de groep, op school en thuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedragsproblemen in de groep, op school en thuis

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de gehouden lezing zijn voor een praktische benadering men verschillende situaties beschreven. Deze situatiesche aan de dagelijkse praktijk. Om reden van herkenning zijn geerd en de omstandigheden enigszins gewijzigd.

Achtergrond van gedrag

Gedragsproblemen kunnen van verschillende aard zijn. U en ik denken als we het over gedragsproblemen hebben meestal aan vervelende, orde verstorende, uitdagende leerlingen. Maar ook het ongeconcentreerde kind dat alles en iedereen in het oog houdt, zorgt door haar/zijn werkhouding voor problemen. Denk ook aan b.v. het zwijgende kind (electief mutisme), en het angstige en teruggetrokken kind. We zullen de laatsten als minder lastig ervaren dan de eerst genoemde omdat het de orde - het onderwijsleerproces - niet verstoort.

Aan de hand van een voorbeeld wil ik u iets vertellen grondhouding of benadering bij het tegemoet treden va dragsproblemen.

Laat ik haar T. noemen. Het was een leerling van wie gezegd kon worden d haar reputatie haar vooruit was gesneld. Het was een grote, sterke meid. Ze had 'verkering' met een jongen van school. Maar na verloop van tijd is die verkering uitgegaan. T. en haar ex-geliefde zaten samen bij me in de leesgroep. Er hing bij binnenkomst in de klas al een geladen sfeer. Uit voorzorg had ik een strategische positie ingenomen achter het bankje van T. De leesboeken kwamen op tafel en iedereen begon te lezen. Behalve T., haar boek bleef dicht. Op mijn vraag waarom ze niet meelas, antwoordde ze: 'Dat boek heb ik al drie keer gelezen'. En haar boek bleef dicht. Direct daarop opende ze het laatje dat onder het tafeltje zat. Ongeïnteresseerd bladerde ze door wat schriften en gooide ze op de grond. Toen er geen reactie van mij kwam, begon ze haar buurman (ook geen gemakkelijke jongen) te schoppen. Mijn reactie was: 'J., je tafel en stoel een meter opzij zetten'. De klas bleef ondertussen angstvallig doorlezen. Haar ex-vriend die naast me zat fluisterde zachtjes in m'n oor: 'Pak d'r meester'. Toen kwam er iets dat op een explosie leek. T. sprong van haar stoel en gooide haar tafel omver. Meteen was ik bij haar...

In dit voorbeeld zien we een gedragsprobleem dat zich manifesteert in sociale, en werkhoudingproblemen.

Bijna niemand had vat op dit meisje (met uitzondering van haar eigen leerkracht) met als gevolg dat ook iedereen haar links liet liggen. Ze zocht grenzen. En uit angst voor narigheid werden die niet altijd duidelijk en consequent gesteld. Dit had tot gevolg dat ze op nogal ruwe wijze haar aanwezigheid kenbaar maakte. Als we zeiden dat we het beste met haar voor hadden, werden deze woorden op hetzelfde moment grondig beproefd. Ze liet dan niets na om te kijken of datgene wat gezegd was heel echt was gemeend. Ze gedroeg zich onmogelijk, zette een grote mond op en haalde het bloed onder je nagels vandaan.

Hier schreeuwde een kind om straf. Daar had ze het trouwens ook wel naar gemaakt. Maar eigenlijk smeekte ze om aandacht. Elke straf is in dit geval zinloos. 's Middags onder het lopen naar de busjes kreeg ik een briefje in de handen gedrukt door een andere leerling waarop stond: 'Meester ik zal het nooit meer doen'.

Met dit voorbeeld heb ik willen aangeven hoe belangrijk het is iets te weten van de achtergrond van bepaald dragingen. De achtergrond te weten van een gedrag probleem maakt mild. Dat sluit niet uit dat we aanpakken als het nodig is en het straffen niet achterwege mogen laten.

Gedragsprobleem: een gemeenschappelijk probleem

De meesten van u zullen wel eens aan het einde van een schooljaar met een zucht van opluchting gedacht hebben: 'Gelukkig deze jongen, dit meisje zit volgend jaar niet meer in mijn groep. Laat een ander het maar eens proberen'.

Team

Soms kan een lastig kind zwaar drukken op het totale groepsgebeuren. Dan kun je je als leerkracht vertwijfeld afvragen waar ben ik mee bezig? De draaglast gaat de draagkracht dan soms haast te boven. Op zulke m menten is het belangrijk dat er onderling afspraken zijn gemaakt om een moeilijke leerling voor een korte tijd (denk aan een middag) in een andere groep te plaatsen. Ter ontlasting van de betreffende groepsleerkracht en ter voorkoming van onbedoeld onpedagagogisch handelen. Waarbij terdege afgewogen moet worden of de

betreffende leerling de verwijdering niet als beloning ervaart. Ter illlustratie: Een van onze leerlingen had de bizarre gewoonte regelmatig een reeks van namen over de klas uit te storten of op een monotone wijze het weerbericht wereldkundig te maken. Op momenten dat dit niet meer te hanteren was in de eigen groep en het de groepsleerkracht teveel werd, ging hij naar een andere groep. We doorbraken daarmee zijn hinderlijke activiteiten maar hielden hem wel in een sociale omgeving. Verbannen naar de gang of naar een kamertje is naar mijn idee minder pedagogisch. Waarbij ik wel moet aantekenen dat een agressieve leerling die een gevaar vormt voor andere leerlingen zonder meer apart moet worden gezet.

Directie

Ook de directie van de school moet weten waar de leerkracht mee worstelt. Het is het probleem van de school als geheel. Gedragsproblemen beperken zich zelden tot binnen de muren van het leslokaal. Op het schoolplein, in de schoolbusjes, in het gezin, overal komt het voor.

Ouders

En omdat de gedragsproblemen zich zelden beperken tot het schoolgebeuren maar zich ook manifesteren in de gezinnen is het belangrijk in alle openheid het gedrag van een leerling thuis aan de orde te stellen in een oudergesprek. Probeer samen een plan van aanpak uit te stippelen. Het moet een gemeenschappelijk probleem worden!

Lukt dat altijd, hoor ik u denken. Niet altijd moet ik zeggen. Het kost soms veel moeite ouders bij het probleem te betrekken. Ontkenning: Het zal zo'n vaart niet lopen, of het gaat de laatste week beter zijn dingen waar u tegen aanloopt. Of een gemakkelijke houding van: 'Hij/zij zit bij jullie op school. Probeer er maar wat van te maken. Later zal hij wel wijzer worden. Het probleem is leerkrachtgebonden. Of je pakt hem/haar goed aan'. Maar ook angst. Moet m'n hele hebben en houden op tafel? Er moet veel tijd geïnvesteerd worden in zulke gesprekken.

Een voorbeeld van een mislukte interactie van ouders en leerkrachten is een geval waarbij ouders sterke schuldgevoelens hebben. Door een ongeval had A. duidelijk zichtbaar littekenweefsel. De ouders hadden een verschrikkelijke tijd meegemaakt van onzekerheid en operaties. Waarbij telkens de vraag opkwam: Hadden we dit kunnen voorkomen? In de jaren na het ongeval werd het kind telkens geconfronteerd met afwijzende reacties of juist medelijdende opmerkingen. Zo ontwikkelde zich bij deze leerling een egoïstische manier van aandachtvragen. Hij wilde erbij horen. Ook al ging het ten koste van zijn medeleerlingen. Met de ouders kon niet gepraat worden over het egoïstische gedrag van hun kind. Hij was immers getraumatiseerd door zijn verwondingen. Zijn sociale omgeving was daar even schuldig aan en diende daarom maar rekening met hem te houden.

De benadering van een leerling met problematisch gedrag.

Het is soms moeilijk bij een kind met gedragsproblemen de positieve dinge nog te ontdekken. Als we er niet voor waken zullen we als leerkracht snel in een continue actie-/reactie-sfeer belanden. Probeer daarom als leerkracht boven de problemen staan en benader de probleemleerling positief zodat hij/zij niet in een uitzonderingspositie komt wat het negatieve gedrag versterkt. Voorbeeld: K. had op school tot twee keer toe gestolen. Op maandagmorgen is het de gewoonte dat een van de leerlingen van de klassedienst het zendingsgeld naar een leerkracht brengt die dit geld opbergt in de kluis. Om K. niet in een uitzonderingspositie te brengen, hadden we besloten dat ook hij het zendingsgeld mocht wegbrengen. We hadden natuurlijk wel de nodige waarborgen ingebouwd om recidive te kunnen signaleren. K. werd geen uitzondering en leerde tevens om te gaan met geld van een ander.

In het gesprek dat we met de ouders hadden over de te volgen strategie, hebben we met hen ook gesproken over de zinsnede uit het hogepriesterlijke gebed: En leidt ons niet in verzoeking.

Beloningstactiek

Om het gedrag van kinderen op een positieve wijze te beïnvloeden worden soms allerlei beloningssystemen gecreëerd. Men denkt dan in termen van st mulus - respons. De psychologie heerst dan in duidelijke mate over de pedagogiek. In veel gevallen vind ik deze manier van gedragsbeïnvloeding een vorm van beloningstactiek die als opvoedingsmiddel geen goed woord dient.

Ik zou ze willen betitelen als een gehoorzaamheidsdressuur in het zich voegen naar de ander om wille van de beloning. Hier gaat het het kind niet om de ouder of leerkracht zelf of om de gestelde regel maar louter om de beloning. Het is het kopen van aangepast gedrag. Hebt u ook wel eens bedacht - afgezien van de andere bezwaren-hoe materialistisch we kinderen hiermee maken? Het geven van materiële beloningen heeft ook het nadeel dat het snel tot verzadiging leidt. Wat eerst als middel 'waarde' had. verliest zijn nut omdat het kind de beloning waardeloos vindt. Ik heb het in de praktijk gezien dat kinderen alleen nog maar iets deden of nalieten voor ouders als er een computer te verdienen was.

Is belonen dan niet geoorloofd? Zeker wel! Beloon vooral de goede inzet van het kind en niet alleen het goede resultaat. Het gebeurt nog al te vaak dat zwakke leerlingen naar een onbereikbaar doel moeten jagen. Een beloning moet naar m.i. een verrassend effect hebben en kan daarom alleen achteraf gegeven worden.

Denk vooral ook aan 'sociale beloningen": het mogen doen van eigen zelfstandigheid bevorderende karweitjes in de groep-, omdat jullie zo goed hebben gewerkt gaat de juf/meester nu voorlezen; het aanmoedigen van het kind bij het werken.

Werkhoudingsproblemen

Op onze school hebben we relatief veel kinderen met een slechte werkhouding. Zij zijn ongeconcentreerd en soms ook wel ongemotiveerd. We proberen deze kinderen door het bieden van structuur en duidelijkheid uit hun chaotische leefwereld te halen. Onze klasseregels zijn dan ook zeer beperkt: niemand komt van zijn stoel af zonder toestemming; als de leerkracht of een leerling praat luisteren de anderen. De aanpak zouden we als directief ku nen bestempelen. Omdat we een aantal kinderen met aan autisme verwante contactstoornis op school hebben, hechten we veel waarde aan een duidelijk dagritme. Met de jongste leerlingen wordt dit bij aanvang van de schooldag doorgesproken. Pictogrammen die boven het bord hangen laten zien wat die dag verwacht kan worden. Laat het de leerlingen altijd duidelijk zijn wat van hen verwacht wordt als een bepaalde les af is. Vrijheid van handelen, zonder de sturende hand van de leerkracht leidt tot chaos!

Straffen

Natuurlijk blijft er ondanks onze goede bedoelingen altijd de mogelijkheid bestaan dat leerlingen gestraft moeten worden. Straf dan op een verstandige manier. Straf moet niet het karakter hebben van een terechtstelling. Bijvoorbeeld: dagenlang in de pauzes binnen blijven, bergen strafwerk schrijven, enz. (een bladzijde uit een telefoonboek overschrijven is bijv. een enorme klus)

Geef liever nuttige straffen en als het enigszins mogelijk is een straf die bij het "kwaad past'. Bijvoorbeeld bij het voor de zoveelste keer met vieze voeten naar binnenlopen zelf de vloer laten schoonmaken. Laat de tuin harken, eventueel spitten, het plein vegen, de papierkast opruimen, zwerfvuil verwijderen, enz. In deze straffen moet de leerkracht tijd investeren door zelf ook bijvoorbeeld de hark ter hand te nemen. Samen met de 'boeteling' opwerken,

geeft de mogelijkheid van een positief gesprek. Dan begin je met te zeggen dat het kind het werk zo keurig heeft gedaan. Dan volgt hopelijk wat prof. Kohnstam zegt: 'Straf heeft ten doel het geweten te treffen'.

Volgens Teun Stortenbeker, dir teur van het centrum voor verslaafden 'De Hoop', is 80% van de mensen die in het centrum behandeld worden door een verkeerde manier van straffen in een hopeloze situatie terecht gekomen.

In Coloss. 3:21 kunnen we lezen: ij

vaders, tergt uw kinderen niet. opdat zij niet moedeloos worden. Door overmatig of onterecht straffen, het straffen met harde woorden en het straffen met zinloze opdrachten kun je het kind irriteren, prikkelen, zodat het mismoedig wordt, of zelfs bang en onzeker. Ja zelfs zo, dat het geen levenslust meer heeft.

Door niet terug te komen op de straf kan de idee bij het kind opkomen dat het er toch niet meer bij hoort. Voor altijd er buiten gezet. In plaats van de gestrafte terug te brengen naar degene die gezag draagt, jagen we hem/haar van ons weg. Terwijl tuchtiging ten diepste een andere inhoud heeft. Tucht' komt immers van een woord, dat 'trekken' betekent. Toch wil deze leerling aandacht ontvangen, wil er wel bij horen. Door in verzet te gaan tegen alles en iedereen krijgt het kind aandacht waarnaar het verlangde al is het voornamelijk negatieve aandacht.

Dan zijn we in de situatie gekomen van actie/reactie, die alleen maar verliezers kent. Daarom worden we geroepen om te tuchtigen in liefde. Die liefde, zoals de Heere die bedoelt, is geen vrucht van eigen akker, maar de vrucht van de Geest (Gal. 5:22). De Geest, Die wijsheid leert.

Die wijsheid behoedt ons voor twee uitersten in de opvoeding:

- slapheid en tuchteloosheid aan de ene kant (denk aan Eli, die zijn zonen zelfs niet eens zuur aanzag): - verbittering en prikkeling van de leerling aan de andere kant.

Tenslotte

Opvoeden en in het bijzonder het opvoeden van kinderen met gedragsproblemen vraagt veel geduld. Met een formeel beroep op ons gezag zijn we er dus nooit. We zullen het gezag, dat de Heere ons gaf. zó moeten uitoefenen, dat we ook in dit opzicht slechts rentmeesters zijn van wat Hij ons toevertrouwde. Dat kan alleen, als we zelf naar Zijn beeld vernieuwd worden. Zo zullen we. in afhankelijkheid van Hem. ook opvoeden naar Zijn bedoeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1996

Criterium | 28 Pagina's

Gedragsproblemen in de groep, op school en thuis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1996

Criterium | 28 Pagina's