Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

DE VADER ZAL DE KINDEREN UW WAARHEID BEKEND MAKEN

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hierna volgt een rede van ds. C. Pieneman (1863-1912). die van de Gereformeerde Gemeente te Grand Rapids. d.d. 5 maa zijn gemeente en belangstellenden heeft uitgesproken.

Inleiding

Wij mogen U, geliefden, aan de avond van deze dag te dezer plaatse welkom heten. Het is U bekend, dat het doel van ons samenzijn is een enkel woord in het belang van het christelijk onderwijs te spreken en te overwegen, en daarmede de ouders op hun dure roeping en heilige verplichting te wijzen. Niet, dat zij daarvan onkundig zouden zijn; maar als wij, mensen, niet telkens weer bij onze roeping bepaald en opgewekt worden, lopen wij zo licht gevaar, in te zinken. Derhalve dachten wij dit te doen naar aanleiding van Jesaja 38:19b:

'De vader zal de kinderen heid bekend maken.'

Hizkia. zo lezen wij in het begin van dit hoofdstuk, werd krank tot stervens toe. Door de dienst van de profeet Jesaja liet de Heere hem zeggen: 'Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven, en niet leven.' Dat die boodschap indruk op Hizkia maakte, blijkt wel uit het feit. dat hij zijn aangezicht naar de wand keerde en bad: 'Och Heere! gedenk toch. dat ik voor Uw aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in Uwe ogen is, gedaan heb.' En Hizkia weende gans zeer.

Andermaal zond de Heere Zijn profeet. maar nu om Hizkia aan te zeggen: 'Zo zegt de Heere. de God van uw vader David: Ik heb uw gebed ge-

hoord. Ik heb uw tranen gezien: zie. Ik zal vijftien jaren tot uw dagen toedoen; en Ik zal u verlossen uit de hand des konings van Assyrië. mitsgaders deze stad: en Ik zal deze stad beschermen.' Door een zichtbaar teken bevestigde de Heere Zijn woord.

In de verzen 9 tot 20 vindt ge de lofzang, die Hizkia de Heere na zijn oprichting zong. en aan het laatste gedeelte daarvan ontleenden we de grondslag onzer beschouwing: 'De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal de kinderen Uw waarheid bekend maken, " d.w.z. mijn nageslacht zal deze mijn wondervolle genezing vermelden tot Gods lof en heerlijkheid.

Laten wij nu. in het licht van Gods Woord, als hoofdgedachte, de heilige roeping der ouders tegenover de Heere in de opvoeding hunner kinderen bezien en letten op:

le. de verplichte persoon;

2e. de heilige roeping;

3e. tot welk einde dit nodig is.

De verplichte persoon

De persoon, op wie hier gezegd wordt een verplichting te rusten, is de die zal de kinderen Uw waarheid bekend maken. Reeds in de scheppingsordonnantie ligt het opgesloten, dat hij. de vader, de verplichte persoon is. Want wat is de zaak? De Heere heeft de mens naar Zijn beeld, in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid geschapen, en hem versierd en toegerust met de allerkostelijkste gaven en talenten. Immers in die staat der rechtheid had Adam niet alleen macht de Heere te kennen, maar hij had tevens het vermogen Hem bekend te maken aan anderen. Daarin was de mens profeet. Bovendie was hij in de dadelijkheid in staat, de Heere lief te hebben en zichzelf Hem als een levend dankoffer op te offeren: dus was hij tevens priester. Ja. de me was in die staat ook koning, want de macht was hem gegeven om met d Heere in eeuwige zaligheid te leven en over alle creaturen te regeren.

Maar helaas! door de val heeft de mens zich van al die gaven beroofd en heeft hij zich onbekwaam gemaakt om te beantwoorden aan het doel. waartoe hij op de aarde gesteld was. Het beeld Gods heeft hij verloren en daarmede alle ware kennis: hoe zou hij dan nog profeet zijn? Vrijwillig heeft de mens zich in de val van God afgewend: hoe zou hij zich de Heere dan nog als een levend dankoffer toewijden? En is niet de mens door de val een gewillige slaaf geworden van de zonden en van de satan? Waar blijft dan zijn koninklijke macht?

Maar Gode zij dank! Naar Zijn vrijmachtig welbehagen heeft Hij, toen d mens zichzelf zo onbekwaam had gemaakt en in een zo diepe ellende gestort had, dat het van die zijde totaal was afgesneden en er bij geen enkel schepsel, engel noch mens. verwachting was, een weg geopenbaard, bij Zichzelf uitgedacht en daargesteld. en ontsloten in de Heere Jezus Christus, Die in de stil-

le eeuwigheid op de vraag des Vaders: Wie zal tot Mij genaken en met zijn harte Borg worden? ' antwoordde (naar Ps. 40:8 en 9): Zie. Ik kom: n de rol des boeks is van Mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands.' Doordat nu de Heere die weg der verlossing geopenbaard en het verbond der genade met al Zijn uitverkoornen en hun zaad opgericht heeft, ligt er voor een ieder, d 't licht van het Evangelie geboren is en leeft, weder de priester en koning te zijn. Hetzij door het licht der Waarheid, hetzij verlichting des harten, zij zijn verplicht en moeten trachten zich te openbaren als profeet in het onderrichten van hun kinderen en huisgenoten; als priester in de opoffering aan de Heere van zichzelf met de hunnen; als koning in de regering van hun huisgezin en in de ordening en schikking er van naar den Woorde Gods.

Dus zowel krachtens scheppingsordinantie, als krachtens zijn geboorte als li der christelijke kerk is de vader de verplichte persoon: De vader zal deren Uw waarheid bekend maken.' Is daarmee nu gezegd, dat de vrouw, de moeder buiten die roeping staat? O neen! op haar rust de taak der opvoeding niet minder dan op de man. want ook hierin is zij, reeds van de schepping aan, de man tot een hulpe gesteld. Ook in dit werk is zij de man en mitsdien de Heere, verantwoording schuldig; en ook voor haar geldt het woord van de apostel Paulus (Ef. 6:4) 'Voedt hen op in de lering en de vermaning des Heeren.' Neen, dit is een taak, waaraan de vrouw zich, ook krachtens de huwelijksband, niet mag en niet kan onttrekken. Evenwel, de vader is en blijft het hoofd van het gezin; en het blijkt zowel uit Jesaja 38:19 als uit Efeze 6:4. dat de vader de verantwoordelijke persoon is. op wie de verplichting rust. In dit verband is het dan ook duidelijk, waarom in het doopsformulier de vragen gericht worden tot en de belofte geëist wordt van de vader, (en dat volgens d D.K.O. art. 57). Ziehier dus als de verplichte persoon aangeduid de vader, a het hoofd van het gezin.

De heilige roeping

Letten wij nu in de tweede plaats op de heilige roeping van de vader m trekking tot de opvoeding zijner kinderen tegenover de Heere, welke roeping uitgedrukt ligt in: 'De vader zal de kinderen Uw waarheid bekend maken.' die woorden van koning Hizkia ligt een absoluutheid, een dadelijke vanzelfsheid, die voortvloeit uit de drang des harten, uit de bron der liefde Gods. Vanwaar kwam deze geloofsuiting bij Hizkia anders, dan uit de grond der liefde vanwege 't wonder van Gods genade? Bedenk eens. hoe Hizkia tot stervens toe krank was en welke boodschap hij in de naam Gods ontving: 'Geef bevel aan uw huis, want gij zult sterven en niet leven.' Denk er eens aan. welke treurvolle omstandigheden daarmee samenvielen: de koning van Assyrië met een groot leger rondom de stad; en Hizkia had. als hij stierf, geen zoon, geen troonopvolger! Was het wonder, dat hij in benauwdheid kwam, dat hij

zijn aangezicht naar de wand wendde, dat hij zijn hart in tranen uitstortte en uit de diepte zijner ziele riep tot de Heere?

En nu dat grote wonder Gods voor hem. dat de Heere niet alleen zijn gebed verhoorde, zijn tranen gezien had en vijftien jaren tot zijne dagen toedeed, maar ook zijn land en volk verloste uit de hand der Assyriërs en hem later een zoon schonk, die op zijn troon zou zitten, gelijk de Heere toch aan David had toegezegd.

Zouden die wonderen der genade, door Hizkia ondervonden, dan verborgen kunnen blijven? Neen. de vader zal de kinderen Uw waarheid bekend maken, gelijk ook Hizkia het deed. Was het niet uit die bron der liefde tot wederliefde dus vanzèlf uit het hart voortkomende, dan zou het onmogelijk kunnen.

Een mens die door Gods genade is wedergeboren, wiens hart vernieuwd is, wiens stenen hart is weggenomen en een vlesen hart geschonken; een mens, in wiens hart Gods wet is ingedrukt en ingeschreven, welke wet toch twee oogmerken heeft: God lief te hebben boven alles en de naasten als onszelf, zou door zulk een mens uit liefde tot Gods eer en tot hei de waarheid Gods worden bekend gemaakt? En wie zijn ons n ze kinderen, als des buiks vrucht? 't Zal niet anders kunnen, dan dat de vader, optredende als profeet in zijn eigen huis, de kinderen onderwijst en doet onderwijzen tot Gods eer en tot heil van zijn zaad. Ook hiervan geldt het woord van den apostel Paulus: 'De liefde van Christi dringt ons.'

De Waarheid moet de kinderen bekend gemaakt worden. Wiens zijn die deren? Zijn ze niet volgens Psalm 128 een erfdeel des Heeren? He ouders de kinderen niet ontvangen van Hem. aan Wie zij ze straks weer moeten afstaan, doch waarbij ze tevens rekenschap zullen moeten afleggen van de wijze, waarop zij met die toebetrouwde panden gehandeld hebben, dan of hun te dien dage hetzelfde verwijt zal treffen, dat de Heere door Ezechiël aan Israël liet toeroepen: Gij hebt uw zonen en uw dochteren, die gij Mij gebaard had. genomen, en hebt ze dezelven geofferd om te verteren.' (Ezech. 16:20.) Daarom zal de vader zijn kinderen Uw waarheid bekend maken; daarom is de vader niet vrij in de opvoeding zijner kinderen, maar hij is ten duurste verplicht. de kinderen Gods waarheid bekend te maken.

Uw waarheid! Gij hoort het dus hoorders! Wij zijn in de opvoeding de deren niet vrij, noch in huis, noch in school, noch in de kerk. want de plichting ligt op ons: 'De vader zal de kinderen Uw Waarheid bekend ma en wel:

a. tegenover de leugen;

b. ten opzichte van de staat, waarin wij geschapen waren, hoe wij gevallen zijn. doch weder opgenomen en hersteld kunnen worden, om daarna of daaruit Gode welbehaaglijk te leven en in dat leven Hem te verheerlijken;

c. ten opzichte van de wonderwerken Gods;

d. waarbij tevens met ernst acht moet worden gegeven op de plaats waar. de tijd wanneer en hoe dit moet geschieden.

Uw waarheid bekend maken

De vader zal de kinderen Uw waarheid bekend maken tegenover de leug waarin wij geboren zijn. Joh. 8:44 zegt: Gij zijt uit de vader de duivel en wilt de begeerte uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne en is in de waarheid niet staande gebleven, want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zichzelf, want hij is een leugenaar en een vader derzelve leugen.' Omdat wij dus niet slechts in de leugen geboren zijn, maar er tevens in léven en verkéren. moet de vader de kinderen Uw waarheid bekend maken. Satan heeft ons geleerd: God weet, dat ten dage als gij daarvan eet. gij niet zult sterven, maar gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.' En de Heere had gezegd: Ten dage als gij daarvan eet. zult gij de dood sterven.' Die waarheid moet derhalve de kinderen van hun jeugd af ontvouwd worden.

In de tweede plaats zullen de ouders hun kinderen onderwijzen omtrent de staat, waarin de Heere de mens geschapen heeft, en wel naar waarin dat beeld bestond, nl. in kennis, gerechtigheid en heiligheid; wa volgen zouden geweest zijn, indien de mens daarin staande was gebleven. Doch zij zullen hen ook bekend maken de val, waarin de mens zich in moedwillige ongehoorzaamheid van God heeft losgescheurd, zodat allen liggen in de staat van de drievoudige dood: e geestelijke, tijdelijke en eeuwige dood. (Ef. 2:12, Rom. 6:23. Openb. 20:6) en hoe er nu mogelijkheid is uit die staat verlost te worden krachtens Gods raadsbesluit en Zijn eeuwige verkiezing, waardoor het Verbond der verlossing na de val werd geopenbaard in de Middelaar Jezus Christus, Die door Zijn lijdelijke gehoorzaamheid de schuld heeft weggenomen en door Zijn dadelijke gehoorzaamheid het recht des levens heeft verworven; en dat door middel van het Evangelie wordt voorgesteld. hoe een verloren zondaar weer met God verzoend en in Zijn gemeenschap kan hersteld worden om Hem hier bij aanvang en hiernamaals eeuwig te verheerlijken.

Ook de wonderwerken Gods in de natuur en in de genade zal de vader deren bekend maken, dus zowel het grote werk der schepping als dat der herschepping.

Te allen tijde

En nu de vraag: anneer, waar en hoe? Te allen tijde, aan alle plaatsen wijl we op de laatste vraag een antwoord vinden in Deut. 6:7-9: En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op de weg gaat. en als gij nederligt. en als gij opstaat. Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand. en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uwe ogen. En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.' Jozua 4:21: Wanneer uw kinderen morgen hun vaderen vragen zullen, zeggende: at zijn deze stenen? zo zult gij hen Gods wonderen vertellen Insgelijks ook Ps. 78, in verband met de raad van Salomo: Leert de jongen

de eerste beginselen naar de eis zijns wegs, en oud geworden zijnde, zal hij daarvan niet afwijken.' Dit moet de vader niet alleen doen, als hij opstaat en nederligt, maar hij moet tevens verzekerd zijn. dat, als hij zijn kind niet zelf onderwijzen kan, degene, aan wie hij het moet toebetrouwen, 't zij in de school, 't zij op de catechisatie, het kind in dezelfde geest onderwijst, als waa van jongs af onderwezen is. Want juist dat onderwijs, dat het kind in zijn prille jeugd ontvangt, terwijl het nog zo vatbaar is voor indrukken, is van zeer veel invloed. De vader is dus verplicht, de kinderen dit onderwijs te geven of te doen geven om hun alzo Gods waarheid bekend te maken.

Overeenstemming kerk-school-gezin

Het onderwijs, dat het kind op de school ontvangt, moet overeenkomen en mag niet strijden met het onderricht, dat het te huis e Ook in de school moet Gods waarheid bekend gemaakt worden. En zeg niet: Ja, maar in de school heeft men met de Heere en Zijn Woord niet te maken. Daar behoeven de kinderen alleen lezen, schrijven, rekenen en wat hun verder in het maatschappelijk leven van dienst kan zijn. te leren; dus daarin is geen bezwaar!' Staat dat hier óók, ouders? Staat het in Paulus' brief aan de Efeze 6:4? Of in ons doopsformulier? Of in onze belijdenisgeschriften? Of in Zondag 38, die over school en kerk handelt? Ligt er in die handelswijze niet een totale verloochening van onze belijdenis? Moet er in d sproken worden over Gods werken in de schepping en de onderhouding; en is het niet een groot verschil, hoe de onderwijzer daarover spreekt en hoe hi de kinderen de grote werken Gods voorstelt? Is het dan om het even, of hij de kinderen voorhoudt de trouw en de leiding Gods in schepping en onderhouding en hun wijst op de glorie en heerlijkheid Gods in de voleinding der eeuwen, dan of hij ze de verderfelijke leer inprent, waarin voorgesteld wordt, dat de gehele wereld, met alles wat er op en in is. zich ontwikkeld heeft uit het stof?

Al is het onderwijs op de openbare school nog zo goed. kan het aan de jeugd gegeven worden overeenkomstig onze beginselen, in Gods Woord en de formulieren van eenheid vervat? Zou een openbare school zulk een onderwijs kunnen verstrekken? Immers neen; want al erkende ze nog een Godheid, ze mag en kan geen onderwijs geven, dat ons beginsel dekt en bevredigt. Er zou dan in het gunstigste geval geleerd kunnen worden, maar dan in oppervlakkige en onbepaalde zin. dat God gediend moet worden, maar nooit hoe God gediend moet worden. Zegt nu niet: 'Ja. maar daar is de catechisatie voor. Neen, vrienden, de catechisatie is wel nodig, maar er moet tussen huis en ker een verband gelegd worden en dat verband is de school. De eerst len, die de kinderen thuis gehoord hebben en waarin ze. opgevoed zijn, moeten op school ontwikkeld worden; daarna kan op de catechisatie daarop worden voortgebouwd en kan de kerk hen gronden op en bevestigen in haar beginselen. Wat dus de grond de waarheid aangaat, ongetwijfeld is het: De

vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.' Niemand kan d ten, zonder zich schuldig te maken aan de panden, hem van de Heere gegeven en toebetrouwd. Zo moet het onderwijs geheel doortrokken zijn van de Geest der Waarheid, in alle hoofdpunten der geschiedenis, der schepping en onderhouding, in èlk opzicht. Huis, school en kerk moeten één zijn. zal de kinderen Uwe waarheid bekend maken.

Het doel van het onderwijs

Laat ons nu zien. tot welk einde dit leidt. Het doel van het onderwi huis. als in de school en op de catechisatie, is degelijke mensen te vormen met gegronde kennis en wetenschap; mensen, die niet alleen goede burgers des lands zijn, maar ook hun roeping ten opzichte van school en kerk verstaan. Mensen, die weten wat hun verplichtingen zijn tegenover de Heere; die de rechten en de plichten verstaan van de werkman tegenover de patroon, van de mindere tegenover de meerdere. Doch dat onderwijs houdt nog veel méér in: laat daartoe het Boek der Psalmen op en leest in het kabinet van de Bijbe Psalm 78 en leert daaruit, waartoe het onderwijs in die geest nodig is, en past hierop toe Psalm 73:28, 'Ik zet mijn betrouwen op de Heere Heere, om al Uw werken te vertellen.' Dit onderwijs is te meer nodig, omdat de tijden ernstig zijn en met de dag nog ernstiger worden. Immers God en Zijn Woord worden opzij gezet en de revolutiegeest neemt daarvoor de plaats in. Het socialisme roept: Geeft de kinderen aan de staat, laat zij uw kinderen opvoeden, want dat is een goed kosthuis voor hen. Laten wij Gods ordonnantiën verbreken en geeft ons de vrije liefde.' De Roomsen en Luthersen zeggen: Geeft uw kinderen aan de kerk; zij zal zorg voor hen dragen, " en zo onttrekken ze op die wijze de kinderen aan de ouders. De Gereformeerden daarentegen belijden, dat de kinderen door de Heere aan de ouders gegeven zijn; zij laten daarom de kinderen aan de ouders, doch wijzen tevens op de verplichting der ouders, inzonderheid op die van de vader als het hoofd van het gezin, om de kinderen Uw waarheid bekend te maken, of in school en kerk bekend te laten maken. Daarmede hebben wij de heerlijke roeping der ouders tegenover de Heere in het opvoeden der kinderen bezien.

Zware verantwoording

Waar wij nu naar aanleiding van Jes. 38:19b getracht hebben, U in 't kort de heilige roeping en dure verplichting die op u, ouders, rust in het opvoeden van uw kinderen tegenover de Heere voor te stellen, daarmede keren we nu tot onszelven in. Uit deze heilige roeping en dure verplichting vloeit volgens Ef. 6:1 als vanzelf voort een zware verantwoording, te méér, wannee der hulpverbeidend opzien tot de Heere daaraan niet trachten te beantwoorden. Bedenkt toch. ouders, dat ge eenmaal zult gedaagd worden voor de rechterstoel Christi, om daar rekenschap te geven, in 't bijzonder van de opvoeding van uw kroost. De Heere heeft U kinderen als panden geleend om

ze op te voeden tot Gods eer. (Psalm 128.) Als ge nu uw kinderen onttrekt of onthoudt aan de opvoeding en de onderwijzing, welke gegeven worden op de school, waar naar Gods Woord en uw belijdenis de jeugd onderwezen wordt, zal het. ouders, dan niet ontzettend zijn, als U ten uiterste dage dit verwijt zal treffen: 'Vader, moeder! ge hebt mij nooit onderwezen, of doen onderwijzen in de Waarheid des Heeren. in de lering en vermaning des Heeren hebt ge ons niet opgevoed of laten opvoeden. En nu is 't mede uw schuld, dat ik in een eeuwig, rampzalig verderf ben gestort. Ge hebt mij tegen Gods bevel en beloften en tegen uw eigen beloften bij de Heilige Doop in doen onderwijzen in een geest, waar het zaad des verderfs in plaats van het zaad des Evangelies werd gezaaid.'

Wij bidden, dat dit verwijt U, ouders, nooit moge treffen, maar dat ge in de kracht en mogendheid des Heeren uw kinderen naar Gods Verbond en Zijn beloften moge opvoeden tot Gods eer en hunner zielen zaligheid. En dat alzo het onderwijs, in die geest gegeven, er toe leiden moge, dat er pareltjes gehecht worden aan de schitterende Middelaarskroon van Jezus Christus, de Immanuel Gods: God met ons. Door en om het bloed des Verbonds kan dit ons geschonken worden. Geve de Heere dit om Zijnszelfs wil. Dat zij zo.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1996

Criterium | 68 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1996

Criterium | 68 Pagina's